De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Wie was de Apostel Paulus!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie was de Apostel Paulus!

8 minuten leestijd

Paulus werd te Tarsus in Cilicië geboren. Van zijne ouders weten we niet zoo heel veel. Uit Handel. 21 vers 39 blijkt, dat zijne ouders het Tarsisch burgerrecht hebben bezeten. Ze behoorden tot de Farizeen. Wellicht, dat vele lezers toch eigenlijk niet goed weten wat voor menschen we daaronder te verstaan hebben. De meesten denken misschien onmiddellijk aan huichelaars. Toch is niets minder waar dan dat. Het was een partij, die ontstaan was onder de Makkabeën. Het waren de Chasidim, de vromen, die zich stipt aan de Mozaïsche wet hielden, die met het zwaard zich tegen de afgoderij hadden gekeerd. Ze leefden zoo streng, dat ze zich eens zelfs op den sabbath niet verdedigen wilden in den strijd tegen de vijanden. Ze hielden zoo weinig mogelijk contact met de heidenen, ja, zelfs niet met de groote massa van het volk des lands. Dat was immers de schare, die de wet niet kende en daarom van God vervloekt was. De gansche wet was door hen omperkt door tallooze inzettingen. Uit de Farizeen kwamen de Schriftgeleerden voort. Door hunne mondelinge uitlegging ontstond naast de wet de traditie, die tenslotte 613 voorschriften bevatte (365 verboden en 248 geboden). 
Ge moogt van de oorspronkelijke Farizeen geen oogenblik denken, dat het huichelaars waren. Het waren wél eigengerechtige menschen, die meenden door nauw gezette wetsbetrachting ten hemel te kunnen ingaan. 
Maar hoe komt het dan toch, hoor ik u vragen, dat iedereen thans bij het hooren van den naam van, Farizeer onmiddellijk denkt aan een huichelaar, aan iemand, die niet meent, wat hij zegt?
Wel, 't gebeurde natuurlijk al heel spoedig, dat er waren, die zich schaarden onder de Farizeen, zonder in hun hart eigenlijk veel lust te gevoelen om zich aan die 613 voorschriften te onderwerpen. Dan werden natuurlijk allerlei wegen bedacht om toch weer aan de nauwgezette bepalingen te ontkomen. Laat ik eens een voorbeeld mogen noemen. Eén van de voorschriften luidde, dat men op den sabbath niet verder dan een kwartier van huis mocht. Nu waren er strenge Farizeen, die zich daaraan stipt hielden. Maar anderen, een vriend bezoekend, die een half uur van hen verwijderd was, gingen eenvoudig op stap en zetten zich na een kwartier geloopen te hebben aan den kant van den weg neder en aten een stukje brood. En waar iemand eet, daar is immers ook zijn huis. Welaan, men kon van dat „huis", van dat plekje, waar men even was uitgerust, weer verder marcheeren. Met toepassing van dit kunstje kon men natuurlijk komen zoover als men maar wilde. Maar nu begrijpt ge ook, hoe huichelachtig zulk gedoe werd. Het is begrijpelijk, waarom Jezus hen zoo geeselde, dat zij anderen zware lasten oplegden, veel te zwaar om te dragen, maar dat ze die zelf niet eens met den vinger wilden aanroeren. Maar als we zeggen, dat de ouders van Paulus en hij zelf Farizeen waren, dan bedoelen we zulks in den gunstigsten zin. Als we hem hooren getuigen, dat hij aan de voeten van Gamaliël was opgevoed naar de strengste wetten van de Farizeen, denken we niet aan een huichelaar, maar aan een eigengerechtigen wetsijveraar.

SAULUS of PAULUS? 
Hoe was eigenlijk de naam van den zoon van den Tarsischen burger? Heette hij Saul of Paulus? Saul was natuurlijk een Hebreeuwsche naam. Denk maar aan Saul, den zoon van Kis, uit den stam van Benjamin, den eersten konimg over Israël. De naam Paulus was een Latijnsche naam, die eigenlijk beteekent „de kleine". Er zijn er, die meenen dat de apostel den naam van Paulus zich zelf heeft gegeven na zijne bekeering, om daarmee aan te duiden hoe gering hij was in eigen oog tegenover den Heere. Toch moeten we goed bedenken, dat de naam van Paulus als van of familienaam meer voorkwam. Denk maar aan Lucius Sergius Paulus, en meer andere voorbeelden. Het is dus best mogelijk, dat Paulus dezen naam als familienaam reeds droeg voor zijn bekeering. Later wordt hij steeds met den naam van Paulus genoemd.

DE JEUGD VAN PAULUS. 
Over de jeugd van Paulus is ons maar weinig bekend. Wij weten alleen, dat hij onderwijs genoten heeft aan de voeten van Gamaliel. Toch zijn deze weinige regelen uit de Handelingen der Apostelen van het grootste belang. De eenvoudigste lezers hebben toch wel gehoord van de zoogenaamde hoogere bijbelcritiek. Welnu, gedurende de laatste tientallen jaren hebben vele geleerden zich opgemaakt, die van een bijzondere Godsopenbaring aan Paulus niet weten willen. Ze willen den apostel Paulus losmaken van het Jodendom en het Oude Testament. Ze scheppen eene diepe kloof tusschen hem en de Jeruzalemsche oudste christengemeente. Volgens hen heeft Paulus het meeste van zijne theologie ontleend aan Grieksche wijsgeerige stelsels of aan de geheimzinnige mysteriën-diensten.
Eilieve, waar zou Paulus ooit in zulk innig contact hebben kunnen staan, met 't heidensche cultuurleven? Al wat Farizeer was, wilde zich immers niet besmetten met iets van het heidendom. Noch in Tarsus, noch in zijn studententijd kan hij in aan­raking gekomen zijn met de heidensche cultuur. Neen, wet en profeten waren voor hem de bronnen zijner godsdienstige kennis.
Met groot wetenschappelijk gebaar worden dan wel groote theorieën opgesteld, maar de bewijzen om Paulus los te maken van het Oude Testament en de oer­gemeente, zijn nog niet geleverd geworden en zullen wel nooit geleverd worden ook. Wij doen dus niet mee aan al die dwaze veronderstellingen, maar blijven vasthouden aan het eenvoudig historisch bericht en wat ons omtrent het Farizeïsme bekend is en nemen aan dat Paulus onder de leiding van Gamaliël een ijveraar geworden is.
Als Stefanus, de christen-diaken, krasse woorden tegen de Joden opneemt, ontwaakt ook bij Paulus de ijver om alle christenen te vervolgen. Wat heeft hij een vermaak gehad in den dood van Stefanus.

OP DEN WEG NAAR DAMASCUS BEKEERD EN DAARNA DRIE JAAR IN ARABIE
Op den weg naar Damascus klinkt het goddelijke: tot hiertoe en niet verder. De verhoogde Heiland roept den vervolger toe: Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij. Het ontdekkend genadelicht des Geestes omstraalt hen. Daar ontmoet hij Hem, dien hij slechts gehouden had voor een gevloekte, voor een gehangene. O, wat was dat kruis van Jezus voor hem een ergernis geweest. En nu klinkt het hem op de vraag: „Wie zijt gij, Heere?" vol ernst tegen: Ik ben Jezus, dien gij vervolgt. 
We stipten maar aan. Welke pen zal beschrijven zijne innerlijke zielsworstelingen in het opperkamertje in de rechte straat te Damascus. Welk een vasten en een bidden. Daar nadert de eerst tegenstrevende Ananias om hem de handen op te leggen. En ziet, dan mag ook Saul door het geloof dat evangelie van Christus omhelzen, waarvan hij later mocht getuigen, dat het een kracht Gods is tot zaligheid een iegelijk die gelooft, eerst de Jood en ook den Griek. 
Velen denken, dat Saul nu ook onmiddellijk het evangelie aan anderen is gaan brengen. Zij vergeten dat hij drie jaar lang in de stilte in Arabië heeft vertoefd. Daar heeft hij de eenzaamheid gezocht om de hemelsche aanraking te laten doorwerken. Er zijn er velen in onze dagen, die er anders over denken dan Paulus. 
Er zijn er zeer velen na Paulus geweest, die na eenige religieuze ervaringen, die niet kunnen staan in de schaduw van Paulus' bekeering, zich ook maar hebben opgeworpen als predikers. Ze missen echter alle belijndheid en verdieping, omdat ze de diepten van de godsopenbaring nooit in de stilte hebben doordacht. Paulus had er drie jaar voor noodig. Velen ook in onzen tijd zijn in enkele weken van handwerksman omgedoopt tot dominee. Het was misschien beter dat ze ook eens drie jaar naar „Arabië" gingen om eens wat te lezen en te onderzoeken. Hiermee willen we de singuliere gaven van sommigen niet onderschatten.
Na zijn terugkeer uit Arabië komt Paulus veertien dagen in den discipelenkring te Jeruzalem. Daar maakt hij kennis o.a. met Petrus en Jacobus, den broeder des Heeren. Dan reist hij naar zijn geboorteplaats. Barnabas haalt hem vandaar en leidt hem naar Antiochië, vanwaar hij wordt uitgezonden als zendingsapostel. Van nu af begint een leven van reizen en trekken, waarover we in de Handelingen zooveel kunnen lezen. Toch zal die gezegende reisbeschrijving ons niet verder bezighouden. 
Neen, schrijver dezes was van plan om eens samen met u te lezen een der brieven die deze groote zendingsapostel op één zijner zendingsreizen geschreven heeft. Ik bedoel den brief van Paulus, dien hij schreef aan de gemeente te Rome. Zou het vooral in onzen tijd niet nuttig wezen om dien brief, waarin de weg ten hemel voor arme zondaren zoo zuiver wordt geteekend, eens samen te lezen?
(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Wie was de Apostel Paulus!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's