Vragenbus vervolg
Vraag: Hoe stond Jezus tegenover de Sabbathskwestie, in den zin van al of niet werk verrichten op dien dag?
Antwoord. Hier zou veel over te schrijven zijn. Maar we kunnen het ook heel kort zeggen. En dat verkiezen we nu liever, dan een breed relaas te geven. Lees Matth. 12. Daar zien de Farizeën, die zoo gaarne gebod op gebod stapelen en alles zoo mechanisch, zoo werktuiglijk en zoo werkheilig doen, het geval aankomen, dat Jezus zich zal inlaten met een zieke (12 vers 10) en vragen Hem dan te voren, om maar weer te kunnen debatteeren: „is het geoorloofd op Sabbath te genezen?" Ze kennen Jezus nu wel zoo'n beetje en zij snakken naar twisten over allerlei met Hem, en daarom die vraag. Dan kunnen ze Hem straks weer van een en ander beschuldigen, met hun eigengerechtig hart en hun waanwijzen mond!
En dan heeft Jezus al gezegd, dat z'n discipelen, die wat graankorrels van 't land geplukt hadden, niet schuldig staan; dat ook de priesters vroeger en nu op Sabbath zelfs méér werk verrichten dan op andere dagen (Matth. 12 vers 5; Num. 28 vers 9, 10) en toch geen schuld hebben. En daarmee wil Hij duidelijk maken, dat God niet naar de mechanische, uitwendige gehoorzaamheid, maar de liefde, die het wezenlijke element van alle dienen van God is, vraagt. En dan dwars ingaande tegen al dat farizeeuwsch vragen: mag dit op Sabbath en mag dat op Sabbath? zegt de Heiland, dat als er een schaap in een sloot is gevallen, men de handen uit de mouwen moet steken om te helpen, en als er een zieke is, moet men te hulp komen. Ja, als algemeene regel geeft Hij, Die zich een Heere van den Sabbath noemt: het is geoorloofd op Sabbath goed te doen (12 vers 12). Sabbathswerk in den dienst des Heeren, Sabbathswerk met liefde en mededoogen, is den Heere geen gruwel, maar is Gode aangenaam, zegt de Heiland. De inhoud, de beweegreden, het doel beslist hier — en dan zullen zij, die den Heere liefhebben en dienen in hun arbeid, niet schuldig staan, zegt de Heiland.
Maar de Farizeen gingen naar buiten en namen een besluit om Hem te dooden (Matth. 12 vers 14). Zie „Tekst en Uitleg" van prof. dr. J.A.C. van Leeuwen, blz. 36 en 103.
Opmerker
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1929
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1929
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's