FINANCIEN.
Ja, dat had ik wel gedacht. Daar was ik al bang voor. Actie werkt altoos reactie. Dat is nu eenmaal een bekend verschijnsel op velerlei gebied in deze wereld. En ook de kleine wereld van mijn ,,Financiën" ontkomt daar niet aan. Toen ik de vorige week met zoo'n hoog bedrag kon eindigen, dacht ik zoo: dat kon de volgende week wel eens net omgekeerd zijn. Nu zoo hoog als het nog niet geweest is, en dan misschien zoo laag als het nog niet geweest is. En werkelijk, 't scheen er al aardig heen te gaan. De eerste dagen toch nadat ik mijn vorig verslag wegzond, kwam er zoowat niets. Een paar morgens was er heelemaal niets op mijn giro gestort en als er nog wat vwas, dan was het een gulden of een rijksdaalder, zoodat ik al zuinig begon te kijken en ik al eens tegen mijn vrouw begon te zeggen: 't loopt heelemaal mis van de week. Deze had echter niet veel medelijden met me. Ze plaagde mij een beetje en sprak: „man, dat is nou net eens goed voor je. Als je altijd zulke hooge bedragen kreeg, zou je veel te hoog gaan vliegen. De kleintjes doen ook mee". En ja, wat moet je op zoo iets zeggen? Het beste is dat je in zoo'n geval je mond maar houdt, want winnen kan je 't dan toch niet. Dus deed ik maar net of ik het er van harte mee eens was, en zei natuurlijk, net als alle mannen dat op zijn tijd zeggen: „vrouw, je hebt gelijk, hoor!"
Maar ik heb wel eens gehoord dat er mannen zijn die hun vrouw gelijk geven, zonder dat zij het er mee eens zijn. En kijk, op zulke mannen leek ik nu ook wel een beetje. Inwendig was ik het er heelemaal niet mee eens, dat ik ditmaal wellicht met een paar tientjes voor het front zou moeten komen. Ach, hoe is een mensch? Hij wil altijd liever vooruit dan achteruit. Hij wil altijd liever hooger dan lager. En als hij naar beneden moet, dan heeft hij toch maar liever dat zijn val niet zoo heel groot Is. Althans zoo is het met mij. Misschien dat het met u anders is? Maar weet ge wat ik nu in den grond der zaak zoo'n voorrecht vind? Dat wij te doen hebben met een God die niet vraagt wat ik wil en ook niet wat gij wilt, maar die net weet wanneer Hij ons moet verhoogen en wanneer Hij ons moet vernederen, en die ook net weet hoeveel wij dan of verhoogd of vernederd moeten worden. Het verhoogen — heb ik wel eens gelezen — komt niet uit het Oosten, noch uit het Westen, noch uit de woestijn. Maar God is Rechter; Hij vernedert dezen en verhoogt genen. En was ik het nu met m'n vrouw van binnen niet eens, met dat Woord moet ik het wel eens zijn en daarom ben ik het ook. Dus nu vind ik het goed, al zou ik met nog zoo weinig voor den dag moeten komen.
Maar nu zult gij eens zien, dat het nog niet heelemaal is tegengevallen en dat mijn vreeze alweer wonderlijk beschaamd is geworden. Ja, we hebben ook te doen met een God van verrassingen. Zie maar eens hoe ik dat ook nu weer ondervond. Natuurlijk kom ik bij lange na niet aan het bedrag van de vorige week. Maar dat had zeker ook wel niemand van mijn lezers verwacht. Zij zullen allen wel gedacht hebben: de volgende week zal hij wel een toontje lager zingen. Maar heusch, als ik alles eens na ga, dan ben ik toch nog weer best tevreê. Zoo haalde ik deze week binnen uit
D a l f s e n, van W. aldaar ƒ 2.50 van een medelezer van „De Waarheidsvriend".
A l p h e n, van den Penningmeester der afdeeling, G. Verhagen, ƒ 1.— als nagift op de collecte bij de spreekbeurt, vervuld door ds. Dekker.
L e i d e r d o r p, van N.N. aldaar, die zich aanmeldde als lid van den Bond, ƒ 2.50 contributie lidmaatschap over '29 — deze vriend is met zijn contributie dus niet te laat — en ƒ 7.50 als gift voor het Studiefonds, tezamen een toedrag van ƒ 10.—.
S t o l w ij k, van het Bestuur der Evangelisatie aldaar ƒ 21.—, zijnde de collecte gehouden bij een spreekbeurt door ds. Dekker van Bleiswijk.
A a l b u r g, een bedrag van ƒ 22.88, zijnde de collecte, gehouden bij een spreekbeurt door ds. Mulder van Voorthuizen.
Den B o m m e l, van ds. Van der Zee een bedrag van ƒ 30.—, zijnde de collecte gehouden bij een spreekbeurt door ds. de Bruin van Rotterdam.
O o l t g e n s p l a a t, van Ouderling D. Korteweg een bedrag van ƒ 40.—, zijnde de collecte gehouden bij een spreekbeurt, eveneens vervuld door ds. de Bruin, van Rotterdam. Deze beide collecten schijnen op Zondag gehouden te zijn. Ds. de Bruin schijnt daartoe 20 januari op het eiland Flakkeé vertoefd te hebben. Nu, meestal is dat voordeeliger dan in de week. Dat heb ik de vorige week ook nog ondervonden. Ik heb toen n.l. ook nog een week-spreekbeurt vervuld in een gemeente die ik nu nog niet noemen zal. Maar het weer was zóó koud en de straat was zóó glad, dat er maar een schrale opkomst was, zóó schraal, dat de broeders in de consistorie tot me zeiden: „dominé, we zullen den zak maar niet opdoen, want we willen de collecte eerst nog eens overdoen op een Zondag. Anders zijn we bang, dat we verkeerd in de krant komen". Deze broeders beseften dus dat hun gemeente ook nog zoo iets als een naam te verliezen had, en gedachtig aan: „een goede naam is beter dan goede olie", wilden zij dien nu liever maar houden, vooral in de omstandigheden waarin zij verkeerden. Nu, ik geloof dat zij daar heel goed aan gedaan hebben. Ik heb zelfs goede hoop dat zij hun reputatie schitterend zullen handhaven en dat zij dus de vette letters ongetwijfeld halen zullen. Gij zult eens zien, hoe dat terecht komt. Als ik in hun plaats stond, dan zou ik het zelfs dezen keer van 't Veen eens willen winnen. Maar 'k ben nog niet uitgepraat, want 'k he b ter elfder ure nog een paar collecten gekregen en wel uit:
N i e u w p o o r t, van ds. Klüsener ƒ 20.—, zijnde een collecte, gehouden bij een spreekbeurt door ds. Schimmel van Ameide, en uit
B e r g a m b a c h t van ds. Dekking ƒ 40.—, zijnde een collecte, gehouden bij een spreekbeurt door ds. Rijnsburger van Polsbroek. Vermoedelijk zijn dat ook beide weekbeurten geweest. Ook kreeg ik uit
D e l f t nog ƒ 25.—, die daar gecollecteerd was bij het huwelijk van een zoon van de wed. S. En zoodoende kom ik, het een met 't ander, nog tot een bedrag, waarop ik heelemaal niet had durven rekenen, van
f 212.38,
waarvoor ik aan allen die het hunne er toe bijgebracht hebben weer mijn hartelijken en welgemeenden dank betuig,
De Penningmeester, Ds. M. JONGEBREUR.
Veenendaal.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1929
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1929
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's