De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

9 minuten leestijd

Onze Propaganda.
Met dit nummer nemen we afscheid van den 21 sten jaargang van ons Bondsblad. Een en twintig jaren heeft de Heere ons geholpen en zegenend ons bijgestaan. Nu beginnen we straks den nieuwen jaargang. Waarbij we nu alleen dit willen zeggen: laat tegelijk onze nieuwe propaganda beginnen.
Wanneer ieder lezer één nieuwe abonné kon aanbrengen — wat zou dat prachtig zijn. Dan wordt de kring waarin onze beginselen kunnen worden verbreid heel wat grooter en heel onze actie, in het belang van onze Ned. Herv. (Geref.) Kerk, zou beduidend kunnen toenemen. Wij rekenen op aller medewerking, jongeren en ook van de ouderen, kunnen, wanneer zij willen, veel doen in het belang van onzen Gereformeerden Bond. In het belang ook van de Fondsen: voor Leerstoel-, Studie- en Evangelisatiefonds! 

Vraag en antwoord.
„Noord-Hollandsch Kerkblad", weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Noord-Holland, had beweerd, dat ds. M. van Grieken, net als ds. Lingbeek, telkens op onbillijke en soms grievende wijze over de Gereformeerde Kerken geschreven heeft. Wij hebben 15 November j.l. toen de vraag gesteld: waar hebben wij, telkens zoo over de Gereformeerde Kerken geschreven? 
En nu geeft ds. Lindeboom van Amsterdam, die blijkbaar de boven bedoelde beschuldiging aan ons adres had neergeschreven, ten antwoord, dat wij 7 December 1928 in „De Waarheidsvriend" zoo iets hebben gedaan. Nu verzuimde ds. Lindeboom er bij te schrijven in „Noord-Hollandsch Kerkblad" onderwelke omstandigheden we 7 December 1928 zoo schreven. Noodgedwongen, omdat we door den heer Van Nes in het Geref. jongelingsblad leelijk te kijk waren gezet (waarvoor wij absoluut geen aanleiding hadden gegeven). 7 Dec. 1928 hebben we dan ook gevraagd of ieder, die er ooit later over schrijven zou, zoo vriendelijik zou willen zijn er altijd bij te vermelden „dat ons 't mes op de keel gezet was". Dat doet ds. Lindeboom nu echter niet. Wat we niet royaal vinden. Misschien heeft hij 't citaat ook niet uit „De Waarheidsvriend" (wat toch 't veiligst citeeren zou zijn geweest), doch uit het Gereform, jongelingsblad. En dat is juist in deze de schuldige partij.
Maar bovendien blijkt nu met alles, dat, waar ds. Lindeboom beweerde dat wij telkens zoo onbillijk en grievend schrijven over de Gereformeerde Kerken, het feit is: dat we ééns hebben geschreven in dien zin; zegge: ééns. En die ééne keer (7 Dec. 1928) was dan onder zeer bizondere omstandigheden — die door ds. L. niet vermeld worden. Waarom ds. L. behoefte gevoelde om een jaar na datum deze zaak nu nog eens op te halen, begrijpen we niet. Maar nu hij het meende te moeten doen, vinden we het allesbehalve royaal, dat hij het zóó doet; en dat hij schrijft van telkens, als hij één voorbeeld weet. 't Spijt ons.

Weer zoo'n voorname geste!
De Vrijzinnige-Hervormden of Modernen in onze Herv. Kerk maken zich keer op keer schuldig aan allerlei practijken, die niet precies van hoogstaand karakter zijn. Zoo zorgt men er b.v. in Boskoop zorgvuldig voor, dat door Kerkvoogden en Notabelen (vrijz.) de vrouwen geen stemrecht krijgen. Voor Kerkeraad en Kiescollege is dat voor heel de kerk overal geregeld, maar voor Kerkvoogden en Notabelen kan en mag men dat plaatselijk doen. Hoewel nu de vrijzinnigen in beginsel vóór vrouwenkiesrecht zijn, onthoudt men in Boskoop het recht om mee te stemmen aan de vrouwen, omdat men vreest, dat het College van Notabelen dan rechtzinnig zal worden — en daardoor de Kerkvoogdij — gelijk het Kiescollege en de Kerkeraad tegenwoordig orthodox is.
Van het standpunt van de vrijzinnigen bezien is deze geste van de Boskoopsche heeren laf. Men onthoudt, tegen z'n principe in, aan de vrouwen een recht, dat volgens de modernen aan de vrouwen toekomt; en men onthoudt dat recht aan de vrouwen om er zelf voordeel van te trekken. Zelf moet men dat, dunkt ons, iets vinden, waarvoor men zich, als vrijzinnigen, te schamen heeft! Door zich in wonderlijke bochten te wringen kan men zich nog eenigszins handhaven, om dan natuurlijk den rechtzinnigen Kerkeraad ten opzichte van den eeredienst te kunnen dwarsboomen, ook bij eventueel beroepingswerk allerlei moeilijkhecjen in den weg te leggen! Een fiere houding is anders!
Ook te Dokkum treden de modernen voor 't voetlicht op een manier, die aller afkeuring waardig is. Daar zijn twee vacaturen voor beide predikantsplaatsen. Nu heeft men eerst één predikantsplaats willen opheffen — omdat de Ring orthodox is en dus in de vacature orthodoxe predikanten voor de gemeente optreden. Het Provinciaal Kerkbestuur (de moderne dominé Niemeijer van Bolsward is tegenwoordig secretaris), had daar reeds z'n sanctie aan verleend, de Synode heeft het daarna verhinderd. Omdat de tweede predikantsplaats nu óók vacant is (ds. Reddingius vertrok als voorganger der Vrijzinnig Hervormden naar Den Haag en was daar zoo brutaal de Groote Kerk voor „bevestiging" en „intree" aan te vragen, hoewel men in Dokkum de orthodoxen boycot), treden in beide beurten rechtzinnige predikanten op uit den Ring. Maar nu heeft de Kerkeraad, zich beroepende op art. 141 Reglement voor de Kerkeraden, waar staat dat „de Kerkeraad getal, tijd en plaats regelt", de „kerkbeurten" zóó geregeld, dat er 's morgens, om 7 uur en 's middags om 2 uur godsdienstoefening zou zijn. De ringpredikanten moesten dus 's morgens om 7 uur en 's middags om 2 uur komen — en dan is er 's morgens 10 uur en 's avonds 6 uur gelegenheid voor de vrijzinnigen om een predikant te laten optreden (dat zijn dan wel geen officieele „godsdienstoefeningen", maar godsdienstige samenkomsten, waarmee de Ring niets uit te staan heeft).
Nu voelt men, dat dit enkel en alleen geschiedde om het orthodoxe deel der gemeente te plagen en de rechtzinnige ringpredikanten te dupeeren.
De Ring nam daarmee geen genoegen en maakte de zaak aanhangig bij het Classicaal Bestuur. Dat keurde de handelwijze van den Kerkeraad af en stelde den ring in 't gelijk. Er was voor den Kerkeraad ook geen enkele redelijke grond om een zoo dwaze verandering in de officieele uren voor de godsdienstoefeningen te maken en de Ring werd er ten zeerste mee bemoeilijkt. Maar het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland (secr. dr. Niemeijer, vrijz.) stelde den Kerkeraad in 't gelijk; hoewel art. 23 Reglement op de Vacaturen zegt: „De Ring bepaalt in het belang der gemeente, onder goedkeuring van het Classicaal Bestuur, of die (vacature)beurten des voormiddags, des namiddags of op ande uren zullen worden waargenomen.
De Ring heeft rechten (art. 23 Reglement Vacaturen), mits niet met de gemeente gespeeld wordt. De Kerkeraad heeft rechten (art. 141 Regl. Kerkeraden), mits niet met den Ring gespeeld wordt.
En nu is het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland (vrijz.) zoo laf, om den Kerkeraad van Dokkum (vrijz.) bij dit ongehoord en onedel spel de hand boven 't hoofd te houden, en verklaarde N.B., „dat tijdens de vacature de Kerkeraad mag bepalen op welk uur de verplichte beurten door den Ring worden waargenomen".
De vrijzinnigen kunnen niet bogen op hoogstaande manieren. De beslissing van de Synode is nu ingeroepen. 
Ook Naarden geeft onaangename dingen. Wij wezen er reeds op. In „Kerk en Volk" heeft de redacteur (ds. Meijer) z'n vrijzinnigen collega Dorgelo, van Naarden, uitgescholden, dat 't klonk als een klok, omdat deze, in overleg met Kerkeraad en Kiescollege, den weg had geopend om in de bestaande vacature een rechtzinnig predikant te beroepen. Naarden zou dan één vrijzinnig en één orthodox predikant krijgen. Nu werd ds. Dorgelo een verrader, enz., genoemd. Vrijzinnige kerkeraadsleden en gemeenteleden hebben over dit optreden van den redacteur van „Kerk en Volk" schande gesproken en zich solidair verklaard met hun dominé.
Als 't tegen de orthodoxen gaat, mag alles bij de vrijzinnigen. 't Zijn de liberale heeren, die van hun vaderen geleerd hebben om toch vooral op te treden in den geest van onverdraagzaamheid en tyrannie tegenover allen die van meening met hen verschillen; waarbij nog komt dat zij steeds nog de gedachte koesteren, dat zij heer en meester over alles behooren te zijn en dat de minderheden geen rechten hebben, welke minderheden intusschen staan op den bodem van het Evangelie van Jezus Christus, dat naar de Schriften is en overeenstemt met den geest en de hoofdzaak van de belijdenis der Hervormde Kerk. Minderheden, die dus wel degelijk in de Hervormde Kerk thuis hooren en rechten hebben.
Wie zich zóó moet handhaven, — terwijl het overgroote deel der kerkgangers steeds aan de overzijde zit en men zelf alleen maar aanhangers heeft bij de stembus, — moet wel heel, heel zwak staan en ieder weldenkend mensch moet tenslotte van zulke practijken getuigen dat ze beneden alle critiek zijn.

Een mooie overwinning.
Zuidwolde (Dr.) is de laatste jaren „vrijzinnig" wat betreft de kerkelijke colleges. Ds. D.J. van Dijk, sinds 1923 de predikant van Zuidwolde, is rechtzinnig. Met allerlei onvriendelijkheden heeft men den orthodoxen dominé den laatsten tijd geplaagd. Hij mocht b.v. geen scriba van den Kerkeraad zijn en de godsdienstoefeningen zijn ook opnieuw geregeld — zóó, dat den rechtzinnigen zooveel mogelijk afbreuk werd gedaan. Altemaal liberale, verdraagzame vriendelijkheden van vrijzinnige Hervormden ter plaatse!
Nu heeft de verkiezing van Gemachtigden voor het Kiescollege plaats gehad. En hoewel de vrijzinnigen zoo straf geplaagd hebben als ze maar eenigszins konden en ook voor dezen verkiezingsstrijd alle zeilen vvaren bijgezet — ds. M. Beversluis trad als spreker op, enz. —-hebben de rechtzinnigen met gemiddeld 317 stemmen den strijd gewonnen. De aftredende vrijzinnigen zijn niet herkozen en zullen door orthodoxen worden vervangen. Het stemmenverschil tusschen beide partijen — rechts en links— is aanmerkelijk grooter dan in de drie vorige jaren, toen rechts óók zegevierde. Nadat de Kerkeraad drie jaar lang in zijn geheel vrijzinnig is geweest (behalve de predikant) zullen D.V. 1 januari a.s, weer de eerste orthodoxen daarin zitting nemen. De verhouding in het Kiescollege wordt dan 17 rechts en 4 links.
Mooi zoo! Ook Drenthe moet „om". En de kansen staan niet slecht!
Och, och, als de vrijzinnigen het alleen eens moesten uitvechten met hun „kerkgangers" — en zij al die omgekochte en opgezweepte bijloopers, volgepropt met „fijnenhaat" eens thuis lieten en niet meer naar de stembus dreven — wat zouden ze een armzalig figuur slaan!
Neen, de Hervormde Kerk wil de moderne prediking niet. En die modern zijn, hooren ook niet in de Hervormde Kerk thuis. Daarom overal óp voor de Christus-prediking! Ook in Drenthe!
Zooals in Boskoop, is het te Zuidwolde (Dr.) ook wat betreft de notabelenverkiezing. Door de modernen worden de vrouwen van de stembus geweerd en daardoor is helaas! de uitslag van de notabelenverkiezing, de vorige week gehouden, dat de vrijzinnigen gekozen zijn met 191 stemmen. De rechtzinnigen kregen 170 stemmen. De modernen moeten wel blozen over zoo'n overwinning. De victorie is het toonbeeld van hun voosheid en draagt het stempel van onrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's