STAAT EN MAATSCHAPPIJ
De roode Meidag.
Op 1 Mei hebben de Sociaal Democraten als naar gewoonte hun politiek voorjaarsfeest gevierd.
Zij, die den gang van zaken bij de Socialisten meer opmerkzaam volgen, zullen den indruk hebben ontvangen, dat de bekende Mei-betoogingen, met wat daarmede verband houdt, in de laatste jaren op twee punten heel wat verandering hebben ondergaan.
In de eerste plaats is het de belangstelling bij de geestverwanten en het publiek, die belangrijk aan het minderen is.
Zeker, in de groote steden kunnen de Sociaal Democraten op 1 Mei nog wel de partij in beweging krijgen, maar op het platteland wordt dit gaandeweg minder. Daar merkt men van den 1 Mei-dag tegenwoordig al heel weinig meer.
Voor deze verminderde belangstelling bestaat nu wel oorzaak.
Zij ligt in het feit, dat, wat vroeger wél het geval was, het sinds lang al aan pakkende leuzen, die de menschen warm weten te maken, ontbreekt.
Het was na den wereldoorlog, dat leuzen als b.v. de socialisatie der bedrijven, de medezeggenschap der arbeiders, de zorg voor het moederschap en dergelijke, suggestieve kracht op de menigte uitoefenden. Doch van al deze heerlijkheden verneemt men thans niets meer ; of het moeten de echo's zijn die uit het verleden gehoord worden.
De eenige leus, die nog in aanzien schijnt, is die van de ontwapening, maar met deze is het na de conferentie te Londen ook al niet veel meer gedaan.
Het weinige toch, dat Londen ten voordeele van de ontwapening opleverde, maakt de Sociaal Democraten verlegen als zij aan den ophef denken, die van Socialistische zijde te voren, toen de vlootconferentie aangekondigd werd, werd gemaakt over de geweldige uitkomsten, welke de Engelsche premier Mac-Donald, omdat hij Socialist is, zou bereiken.
Onlangs kon men in de bladen lezen, dat Italië, een der zeemogendheden, welke aan de conferentie heeft deelgenomen, een nieuw vlootplan heeft ontworpen, waarin voorgesteld wordt om nog 26 nieuwe schepen op stapel te zetten ; en zelfs is van Engeland bekend geworden, dat het Socialistische Kabinet het werk aan de vlootbasis van Singapore zal laten voortzetten.
Dit alles bij elkander nemende, , maakt 't begrijpelijk, dat de belangstelling voor den rooden Meidag niet groeiende is, ook 'al willen de Sociaal Democraten in woord en geschrift verzekeren, dat met kracht en energie naar het einddoel, de Socialistische maatschappij, wordt opgemarcheerd.
In de tweede plaats is het karakter van den 1 Mei-dag ook belangrijk gewijzigd.
Werd de dag van het feest van den arbeid, in het jaar 1890 ingesteld, o.m. tot verdieping van de Socialistische kennis, om internationaal de grondslagen van het Socialisme op breedere grondslagen te vestigen en bij de arbeidersklasse der geheele wereld het verlangen op te wekken naar bevrijding van het kapitalistische juk ; in de laatste jaren werden deze ideëele gedachten losgelaten en werd het noodig geacht, teneinde de actie onder de Socialisten gaande te houden, zekere attracties (aantrekkelijkheden) aan den 1 Mei-dag te verbinden.
Zoo werden dit jaar in de hoofdstad des lands ter verhooging van de feestvreugde sportfeesten gehouden, zelfs een voetbalwedstrijd georganiseerd, en ter opluistering van het feest rond den Meiboom gedanst.
In het manifest, dat ter gelegenheid van den 1 Mei-dag.door het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen werd uitgegeven, mocht in brallende taal gezegd worden, dat „het jaar 1930 een jaar van verbitterden strijd zal zijn voor de groote sociale hervorming" en dat „wanneer de groote massa's der arbeiders der geheele wereld op 1 Mei in stad en land vereenigd opmarcheeren, zij met kracht en macht zullen eischen, dat aan alle getuigenissen, waarop geen daad volgt, een einde komt", deze holle woorden lieten de partijgenooten geheel voor hetgeen zij waren, zij vergaapten zich liever aan al het schoone en het mooie wat op. de sportterreinen was te zien. Zoo is dan ook het karakter van den rooden Meidag in niet geringe mate gewijzigd geworden.
Toch moet men zich in verband met dit alles niet voorstellen, dat het revolutionaire sentiment der Sociaal Democraten is verzwakt geworden. Dat het zoover niet komt, daarvoor zorgen de links-Socialisten en de Communisten wel. Nog dezer dagen is dif gebleken bij de beslissing, die door de Sociaal Democratische Kamerclub werd genomen om niet meer deel te nemen aan do openingsplechtigheid van de zitting der Staten-Generaal. Bij de Sociaal Democraten zit er de vrees diep in om zieltjes te moeten verliezen aan de meer revolutionaire groepen der arbeiderspartijen.
Voor deze dingen moet ons volk de oogen open houden.
Want ondanks dat het optreden der Sociaal Democraten gematigder schijnt, blijft de revolutiegedachte groeien.
De roode Meidag geeft geen beeld van wat er onder de revolutionaire arbeiders leeft.
Daarop hebben we nogeens de aandacht willen vestigen.
Blakende vijandschap.
Hoe diep de haat en de vijandschap bij de Sociaal Democraten tegen het Koningschap is geworteld, blijkt weer eens een keer uit de scheldpartij, welke de heer A. H. Gerhard in „Het Volk" van Zaterdagavond houdt tegen de burgerlijke partijen van de Staten-Generaal, die bij de openings plechtigheid van de jaarlijksche zitting haar trouw en aanhankelijkheid aan de Koningin openbaren.
Waarom blijft de Socialistische Kamerfractie van de openingszitting weg ? zoo vraagt de heer Gerhard. Het antwoord luidt : „alleen omdat er onhebbelijke lui zijn, gespeend van ware beschaving, die de volkomen overbodige onsmakelijkheid hebben, om in de vergaderzaal der vertegenwoordigers van het geheele volk een demonstratie te houden, die als een uittarting bedoeld is".
Een dergelijke qualificatie van het geroep : ,,leve de Koningin !" is onwaar, maar ook beneden alle peil.
Doch om het nog wat krasser te zeggen, volgt dan op de genoemde woorden de opmerking van den heer Gerhard : „Het getuigt daartegenover van goeden smaak, zelfs iets te veel, dat onze fractie (de Socialistische) dit Upper-Janhagel niet wilde straffen met een tegen-demonstratie, en daarom besloot weg te blijven.
Zoo schrijft een lid van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, en lid van de Tweede Kamer der - Staten-Generaal, die van blakende vijandschap gloeit, wanneer het volk zijn liefde betuigt aan het Oranjehuis.
't Is meer dan bar. Meer zeggen wij er niet van. ,,Het Volk" vindt het natuurlijk prachtig.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1930
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's