INGEZONDEN

SOCIETAS STUDIOSORUM REFORMATORUM
De S. S. R. (Unie van Geref. studenten aan de openbare universiteiten en hoogescholen) brengt het volgende artikel van prof. dr. A. Noordtzij, hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Utrecht, onder de aandacht van de a.s. studenten, hun ouders en allen, die belangstellen in de toekomst der studeerende jeugd.

Prof. Noordtzij schrijft het volgende :
„De Latijnsche naam der unie beteekent niet anders dan : vereeniging van Geref. studenten." Die naam teekent haar karakter, dat zij nader omschrijft in haar zinspreuk : libertas ex veritate, d.w.z. vrijheid uit waarheid, een duidelijke zinspehng op de woorden van den Heiland : Wanneer de waarheid u zal hebben vrijgemaakt, zult gij waarlijk vrij zijn.
Kerkelijk is deze vereeniging niet. Ze opent haar deuren voor alle studenten, die Gereformeerd willen zijn, tot welke kerkengroep ze dan ook behooren. Gereformeerd, d.w.z. grijpend naar en levend uit den levensrijkdom, geschonken in de zelfopenbaring Gods in Jezus Christus, waarvan we de getrouwe teboekstelling hebben in de H.. Schrift.
We hebben hier dus een groep van jonge mannen, die, zelf voortgekomen uit Geref. gezinnen en nu studeerende aan onze openbare universiteiten en hoogescholen (Leiden, Utrecht, Groningen, Amsterdam, Delft, Rotterdam en Wageningen) met elkander er naar staan om in de geheele levensopenbaring te doen zien wat het zeggen wil, Geref. student te zijn.
Sinds de oprichting in 1886 hebben zich reeds meerdere honderden onder haar vaandelen geschaard en is het getal leden geklommen tot meer dan 400. Een groote reeks mannen, tot wie ons Geref. volk nu opziet als haar leidslieden en voormannen, hebben gedurende hun studententijd in haar afdeelingen veel ontvangen, ook aan geestelijken zegen. Daar hebben ze leeren waardeeren het gemeenschapsleven met gelijkgezinden, met elkander worstelend en strijdend om door de waarheid te worden vrijgemaakt.
Deze bond van Geref. studenten doet nu zijn oproep weer weerklinken aan de jongeren, die zich gereed maken om zich voor het eerst te laten inschrijven als student en van wie verwacht wordt, dat zij, wijl uit Geref. gezinnen voortgekomen, straks ook als Geref. student zullen leven. Groote gevaren dreigen, gevaren voor hoofd en voor hart. Ze zullen een wereld binnentreden, waar voor God en Zijn Christus geen plaats schijnt en waar dikwijls ongekende krachten ontketend worden, waar verleiding en verlokking zich doen gevoelen. Hier is aaneensluiting eisch. Hier is het dringend noodig zich te voegen bij den kring van hen, die als ouderen in jaren en rijperen in ervaring niet alleen aan de jonge studenten waardevolle wenken kunnen geven voor hun studie, maar tevens steun kunnen bieden in .den komenden strijd, die èn van zedelijken èn van religieusen aard zijn zal en in zooveel opzichten beslissend is voor gansch het leven. Daarom zou ik onze Geref. ouders ernstig op het hart willen binden : zorgt er toch voor, dat uw zonen — en voor zoover gij ze zendt ook uw dochteren — lid worden van den bond van Gerei studenten en aansluiting zoeken bij dezen kring van gelijkgezinden, welke van zoo uitnemende waarde kan zijn. Laten ook onze kerkeraden toezien. Mijn ervaring is, dat laksheid en zorgeloosheid hier menig slachtoffer maken. Wat bekommert men zich toch weinig om onze studeerende jeugd ! Vraagt men hun wel eens, bij welken kring zij zich hebben aangesloten ? Ik zou menig ontroerend voorbeeld kunnen geven van jongeren, die ofschoon uit Geref. gezinnen voort gekomen, lid worden van corps of studentenbond, gezelligheidsvereenigingen, waarin voor God en Zijn Christus geen plaats is, met als natuurlijk en noodwendig gevolg : verachtering, verslapping, verdwaling, verzaking. Ieder kenne hier zijn roeping !
Of deze societas dan zekerheid biedt ? Ik heb er in den loop der jaren veel op hooren afgeven, soms op een wijze, die vermoeden deed, dat men blij was critiek te kunnen oefenen en af te breken. Maar dan vergeet men één ding, het voornaamste : in het leven onzer S. S. R. weerspiegelt zich het leven onzer Geref. gezinnen. Verslappen die, dan verslapt ook S. S. R. Is daar geen leven meer naar de Schrift, dan ook niet meer in den kring der studenten, die uit deze gezinnen zijn voortgekomen.
Wat wij aan onze openbare universiteiten en hoogescholen noodig hebben, zijn jonge menschen, die in gezin en kerk waarachtig leven hebben gezien en door dat leven aanvankelijk zijn getrokken. Woorden helpen hier niet; meer nog : woorden wekken hier nog meer tegenzin dan elders. De waarheid Gods moet worden beleefd, zal er levenskracht van uitgaan. En helaas, ik moet erkennen : wat ik ervan zie, doet mij dikwijls vragen : ontvallen onze gezinnen ons niet ? Wordt wel genoeg zorg besteed aan de studeerende jeugd ? Hoe droevig is het dikwijls gesteld met de kennis van wat God gedaan heeft tot redding en zaligheid eener zondige wereld, ook gedaan heeft binnen den kring van ons eigen volk voor de handhaving zijner waarheid. Dikwijls moet ik vragen : is dat nu de vrucht van christelijk onderwijs op lagere en middelbare school of gymnasium ? Maar hoe wilt gij dan, dat de societas zekerheid bieden kan ? Dat kan geen bond, geen mensch. Maar helpen kan ze wel. Steun bieden kan ze wel. Het is voor den student van zoo onbegrijpelijk . veel waarde, dat hij met de vele vragen, die op hem losstormen en om antwoord roepen, gaan kan tot een kring, waar men die vragen verstaat, dien strijd begrijpt, wijl ook anderen daarmede gestreden hebben, en waar men licht zoekt in gemeenschappelijk gebed en voorlichting van ouderen. Daarom nog eens : ouders, kerkeraden, leeraren : denkt aan uw roeping in dezen ; laat deze jonge menschen niet omzwerven, afdwalen. Brengt hen in kennis met onzen bond van Geref. studenten aan openbare universiteiten en hoogescholen. Daar vinden zij een kring van gelijkgezinden, die met hen willen vragen naar den Heere en Zijn sterkte en met hen willen opzien tot Hem, die als de waarheid hen door zichzelf wil vrijmaken. En als gij daarvan lid zijt, toeschouwt dan uw taak niet als afgeloopen. Volgt hen. Ik zeg niet: vervolgt hen ; maar volgt hen, d.w.z. laten ze weten : voor ons wordt gebeden, met ons wordt gesproken, leiding wordt ons geboden. Eén meelevende vraag doet soms meer dan een vermaning, vooral wanneer deze van onkunde getuigt. Zoo kan onze S. S. R. weer zijn wat ze wezen moet : een vereeniging niet slechts van studenten, die zich zoo nu en dan ook nog eens herinneren, dat zij Gereformeerd zijn, maar : een vereeniging van Gereformeerde studenten, die leven en arbeiden naar den Woorde Gods."

Aan dit artikel van prof. Noordtzij voegt het Uniebestuur van S. S. R. nog toe, dat a.s. studenten(es), die lid willen worden, zich kunnen aanmelden, voor Amsterdam bij K. W. van Houten, Valeriusstraat 97, Amsterdam (Zuid) ; H. j. Smalbraak, Winterswijk ;
Delft bij P. van Loo, Molslaan 64, Delft (vacantie-adres : Zwagerveen, Friesland) ;
Groningen bij T. J. Delhaas, Joz. Israëlstraat 33, Groningen ; J. Doff, H. W. Mesdagstraat 21, Groningen ;
Leiden bij mej. E. M. L. van Kampen, Sweelinckplein 35, Den Haag ; J. Gispen, Badhuisstraat 101, Scheveningen ; A. E. Schouten, Kuipersteeg 2, Leiden ;
Rotterdam bij mej. G. Ch. Schuil, Essenburgsingel 80, Rotterdam ;
Utrecht bij A. M. Kaajan, W. Bafentsstraat 55, Utrecht ; Afdeelingsgebouw, Muntstraat 6 ; J. G. Miloo, Molenkamppark 52, Almelo ; Wageningen, bij G. J. Bruins, Voorstraat 100, Hardentberg.
De voorzitter der Vereeniging is de heer P. van Loo ; de secretaris is de heer T. j. A. Delhaas, Joz. Israëlstraat 33, Groningen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen