MEDITATIE
Want de Zoon des menschen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Lukas 19 vers 10.
ZEKERHEID VAN ZALIGHEID.
Een heerlijk feit wordt ons in deze eenvoudige woorden voor oogen gesteld. God heeft Zijne belofte vervuld.
De eeniggeboren Zoon des Vaders is geworden uit eene vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
De Beloofde aan de Vaderen is er.
Al de boosheid en verdorvenheid des menschen heeft het gebeuren, het komen, niet kunnen tegenhouden. Evenmin zal de volbrenging van Zijn werk door de menschen kunnen worden verhinderd. Hij is voor het verlorene gekomen. Het verlorene zal door Hem het zalig-zijn deelachtig worden.
Verloren zijn. Menigwerf worden die woorden gebezigd. Weinig worden zij verstaan. Degene die het verlies geleden heeft is het kwijt. En hij is het kwijt geraakt zonder eigen toedoen. Wanneer wij iets opgeborgen hebben, is het voor ons niet verloren. Wanneer het zonder ons toedoen weg is geraakt is het verloren.
Verloren is de mensch. Hij deelt niet in de verzorging Gods. Hij laat zich regeeren door den duivel. Hij. heeft een vermaak in de ongerechtigheid. Alles is bij den mensch verkeerd. Hij moet zoo niet zijn als hij is.
De verloren mensch kijkt naar God niet om. God kijkt naar het verlorene om. Hij heeft er zeer groote zorg voor. Hij wil het verlorene terug hebben. God heeft Zijn Zoon gezonden om voor 't verlorene werkzaam te zijn. Zijn arbeid moet het verlorene ten goede komen.
Allereerst moet het zoeken, daarna het zalig maken plaats hebben. Bij het zoeken hebben wij er op te letten, dat het tot vinden konit. Hij daalt af om op te nemen en terecht te brengen. De Zoon des menschen heeft gezocht, niet vragende of het door de menschen gewaardeerd werd. Hij is doorgegaan totdat Hij eindelijk gevonden had. Hij heeft het oogenblik bereikt dat Hij kon zeggen : het is volbracht.
Gelukkig dat Hij den toorn Gods tegen de zonde gedragen heeft, dat Hij tot een vloek geworden is om van den vloek te verlossen.
Hij had macht van Zijn Vader ontvangen om het leven af te leggen en wederom aan te nemen.
Op Zijn zoeken moet onze bijzondere aandacht gevestigd worden. Hij alleen heeft als Borg, als Plaatsbekleeder het werk gedaan. In Hem ligt de volkomen verlossing van al Zijn volk. Niemand behoeft iets toe te brengen tot zijne behoudenis. Er is slechts noodig : deel ontvangen aan het volbrachte werk, ingaan tot de aangebrachte zaligheid. En dat zal aan al de uitverkorenen zeker ten deel vallen, omdat het aan hen uitgewerkt zal worden.
De Zoon des menschen is niet alleen gekomen om voor hen de zaligheid te verdienen, maar ook om het krachtdadig en onwederstandelijk aan hen toe te passen. Hij moet hun ontnemen wat zij bezitten en krampachtig vasthouden, en geven en doen aannemen wat zij noodig hebben, wat Hij voor hen door den bitteren en smadelijken dood des krulses verdiend en verworven heeft. Hij heeft er beschikking over en zal niet rusten voordat zij er het voordeel en genot van zullen deelachtig zijn. Zij zullen toegebracht worden. Van het Oosten en Westen, Noorden en Zuiden zullen zij aangebracht worden. Uit alle talen zullen zij vergaderd worden. Uit alle natiƫn zullen zij bijeengeraapt worden.
Hij zal hun geven dat zij kennen den eenigen waarachtigen God en Jezus Christus, Dien Hij gezonden heeft. En dit alles zal hun ten deel vallen door de krachtdadige bewerking door den Heiligen Geest.
Het zalig maken : God teruggeven krijgt een aanvang. Het zal voortgaan. Het zal voleindigd worden.
Wanneer het een aanvang mag nemen door de wedergeboorte, dan worden zij gebracht tot het oprechte gelooven, levende hoop koesteren, vurige liefde beoefenen.
Des Heeren toegebracht volk zal niet verloren gaan, al moeten zij door vele verdrukkingen ingaan. Zij krijgen zelfkennis, kennis der ellende. Zij klagen over hun zonde, verdorvenheid.
Hoe lang zij op deze aarde moeten verkeeren Is onbekend en zeer verschillend. Sommigen mogen spoedig sterven, anderen moeten zeer oud worden. De Heere handelt wijs en heilig, zoodat allen binnengeleid worden om er gelukkig te zijn.
Zij zullen er allen verzadigd zijn met Gods beeld. Zij zullen er thuis zijn.
Gedurende de reis naar de tegenwoordigheid des Heeren laat de Heere het niet aan hulp en verzorging ontbreken. De Zoon des menschen is hun Leeraar, hun Priester, hun Koning.
Niemand zal hetgeen Hij aan de uitverkorenen gedaan heeft ongedaan kunnen maken.
En zij zelf ?
Zij worden naar des Heeren raad onderwezen dat hun volkomen zaligheid staat in de eenlge offerande van den Heere Jezus Christus, aan het kruis volbracht. Zij mogen verstaan dat het welbehagen des Heeren door de hand van den Zoon des menschen gelukklglijk voortgaat.
Verdrukking en verkwikking is hun deel.
Hun God is hun geen land van uiterste duisternis en donkerheid. Zij worden bemoedigd en mogen juichen en jubelen totdat het zalig maken voltooid zal wezen. En dan is het voor hen allen de volle zaligheid.
Gij zult mij leiden door Uw raad, O God, mijn heil, mijn toeverlaat;
En mij, hiertoe door U bereid. Opnemen in Uw heerlijkheid.
(Psalm 73 vers 12b).
IJzendoorn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1932
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1932
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's