FINANCIËN

Die wat spaart, die wat heeft", ze-gt het spreekwoord, 'k Mag het bij deze gelegenheid nog wel gebruiken. Zooals ge u zult herinneren, heb ik de vorige week met een enkel woord melding gemaakt van een Paaschinzameling, die ik toen niet wilde noemen, om den indruk niet te verzwakken van wat ik naar voren wilde brengen.
De inkomsten van de laatste weken waren n.l. van dien aard, dat ik me in werkelijkheid een weinig bezorgd maakte, of ik het wel aandurfde straks aan mijn mede-bestuursleden eenzelfde begrooting aan te bieden als het vorige jaar was vastgesteld. Men dient immers in dezen tijdig zijn maatregelen te treffen, 't Is naar de Schrift zelve gebiedende eisch, eerst de kosten te verrekenen voor men tot den bouw van den toren overgaat. Het vorige jaar deed het zich telkens voor, dat de bodem van de schatkist duidelijk zichtbaar kwam niet alleen, maar dat met het uitbetalen der gelden stagnatie dreigde. Dat is voor een penningmeester Kulk een onaangenaam gevoel, dat ik in dit euvel liever niet weer wil vervallen.
Onze uitgaven mogen de inkomsten niet te boven gaan. Wij zouden daardoor later beslist voor nog grootere moeilijkheden komen te staan. Denkt het u zelven maar in, wij zouden jonge menschen bij het begin van hun studie hebben geholpen, die in alles toonden lust en capaciteiten te hebben, en wij zouden straks moeten zeggen : wij kunnen niet verder helpen. In deze laatste weken — ik tel er nu vier achter elkaar, dus bijna één maand —; waarin bij lange na niet de helft inkwam van wat gevorderd wordt. Zoo iets maakt een weinig bang. 'k Noem deze dingen liever dan dat me straks het Verwijt zou treffen : „dat hadt ge ons wel een weinig eerder kunnen vertellen". En tevens heb ik hoop, dat aan de gedurig herhaalde aanvragen om de toegezegde hulp nog te verhoogen, eenige beperking gewordt. Ik vind het zeer onaangenaam om te zeggen, dat ik dit niet durf te doen, met het oog op de anderen, die geholpen worden.
Wanneer de een het krijgt, heeft de ander evenveel recht. Dit wil ik wel beloven, dat wanneer de lucht iets opklaart, ik zeker niet zal achterblijven ook opgeklaarde gezichten te maken.
Verleden week dan had ik eene zending gekregen uit Hilversum. Hier is een warm meelevende groep van gereformeerde menschen, die het in alles toonen, hoe zeer de gereformeerde prediking door hen op hoogen prijs wordt gesteld. Voor de Zending worden hier eveneens offers gebracht, waarlijk niet klein.
Wij hadden dan ook wel eens even over den schouder gekeken in de richting van het Gooi. Wat men graag wil, blijft licht iets langer uit dan men zelf wil. 't Was voor mij dan ook een zaak, die me blijde stemde toen ik van het, giro-biljet aflas f 400.60 ingekomen als Paaschinzameling.
’k Twijfel hard, of zulk een reuzen-som door een gewone kerk-collecte bijeen wordt gebracht. Is dit één gedachte ; daar is nog een punt, waaraan ik geen klein gewicht toeken. Zoo'n inzameling vestigt nog weer eens opnieuw de aandacht op onze zaak. Daar gaat van zulk een aparte collecte een dubbel effect uit.
Ik betuig aan de vrienden, namens onze jonge menschen, mijn oprechten dank en houd me ten zeerste aanbevolen voor een geregelden steun.
’k Ben zeer blij met deze kostelijke som, die ik bewaard heb voor deze Week om te melden. Anders vrees ik, dat de rubriek „Financiën" weer een week had moeten overstaan.
Zie zelf maar eens het lijstje na. Wanneer de Vlaardingsche vrienden met hun busjes niet gezorgd hadden voor een verrassing, was er thans niet zoo heel veel te vermelden. Geef maar eens acht.
2. Uit den collectezak in de Vredeskerk kwam nog een nagift van de Paaschinzameling alhier Van f 1.—
3. Door den heer W. Doelhouwer te Baarn kreeg ik een gift uit den collectezak van „Calvijn" aldaar f 2.50
4. N. N. te Utrecht zorgde weer voor de maandelijksche gift van f 2.50
5. Door ds. de Looze te IJsselmuiden werd me de inhoud van het busje van de Herv. Jongelingsvereeniging te IJsselmuiden en Grafhorst gezonden. Deze bedroeg de prachtsom van f 19.—
6. De vorige week schreef ik met een enkel woord over de gelukkigen, die met goed gevolg examen zouden hebben en dan aan onze fondsen zouden wallen denken. Als goed lezeres trad thans naar voren mevr. N. N. te L. Haar zoon was zoo gelukkig geweest met gunstig gevolg zijn examen te hebben gedaan. Uit dankbaarheid zond zij me thans f 5.—
Wij waardeeren deze gift dubbel en zeggen u hartelijk dank. Wil ook de jonge menschen (want ik geloof, dat de blijdschap hier nog wel een ander hart zal vervullen) Van ons gelukwenschen De Heere make den weg verder voorspoedig.
7. Ontvangen van N. N. te M. f 4.—
8. Door den heer S. D. H. Lagerwaard te Rotterdam, een nagift van de Paaschcollecte van mevr. A. te Rotterdam f 5.—
9. De Vlaardingsche vrienden hebben gezorgd voor een sluitpost, die tevens dienen kan tot een voorbeeld voor andere afdeelingen. Hier werden op verzoek onderscheidene busjes heengezonden. Het resultaat vindt ge hier. De inhoud Van 10 busjes werd me toegezonden. Van J. F. Bergeman f2.77, van J. Storm f2.30, G. de Willigen f 1:61, D. Maarleveld f3.75, K. Groeneveld f37.66, mej. v. Velsen f 2.—, P. Storm f 2.—, T. Wes­terhout f2.14, J. de Goede f 5.—, samen f 62.98
Is dit geen prachtig resultaat ? Zulk een oogst had ik niet durven te verwachten. Ik dank allen die hieraan hebben meegewerkt, recht hartelijk.
’t Is niet voor den eersten keer, dat ik dèn Vlaardingschen vrienden een prijsje toeken. Zij mogen onder de malaise mee hebben geleden, de kunst van visschen hebben zij nog niet verleerd.
’k Wou wel, dat hun voorbeeld eens werd afgekeken door velen.
Opgeteld kom ik dezen keer tot de waarlijk niet kleine som van
f 502.58.
Met veel dank Gode bevolen van
Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen