OPDAT GE ZOUDT VERKONDIGEN...
Opdat ge zoudt verkondigen. De deugden van uw God. Riep Hij uit duisternis tot licht. Schonk Hij Zijn heilgenot.
Gods deugden klommen als ten top, In Christus, Zijnen Zoon, In Wien de weg ontsloten werd Tot Gods genadetroon.
Eeuwig zullen 's Heeren deugden, In het nieuw Jeruzalem, Worden grootgemaakt, verheerlijkt. Met een blijde, dankb're stem.
Geprezen zij, o God, Uw Naam ! Uw deugden, die zijn groot. Wie is aan onzen God gelijk. Die leven wekt uit dood !
Die ons geeft te getuigen van Zijn wonder-heerlijk licht. Waarvoor der zonde duisternis, Verbleeken gaat — en zwicht.
Opdat ge zoudt verkondigen, De deugden van uw God, Heeft Hij Zich over u ontfermd. Gezegend is uw lot.
Groot is, voorwaar, de donkerheid Die ons omgeven had. Doch grooter Gods genadelicht, Het grootst: Zijn deugdenschat.
Wat wordt de klemtoon vaak verlegd. Dan vindt men het veel juister. Om bovenal te spreken van De dichtheid van het duister.
O, dat 't geloofsoog opwaarts zie ! Want 't licht valt van omhoog. Dan roemen w' in Gods vrije gunst. Die eeuwig Hem bewoog.
Dan schitteren Gods deugden 't schoonst, In Christus, Zijnen Zoon, Dien Hij voor zondaars overgaf. Looft Hem, op hoogen toon !
Den Haag, Nov. 1933.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1934
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1934
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's