De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

4 minuten leestijd

NIEUWE TEGENSTAND.
Het wetsontwerp, waarbij de Gemeenteraden de bevoegdheid krijgen, om, wanneer daartoe tengevolge van de tegenwoordige buitengewone omstandigheden aanleiding bestaat, de verkoopgelegenheid op Zondag voor de winkels in z.g. consumptieartikelen te verruimen, ontmoet niet alleen bij de Protestantsch-Christelijke groepen der bevolking ernstige bezwaren, maar begint ook langzamerhand in sommige kringen van R.-Katholieken tegenstand te ondervinden.
Deze tegenstand komt tot uitdrukking o.m. in het adres aan de Tweede Kamer van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Bond van Handels-, Kantoor-en Winkelbedienden, welke Bond een krachtige waarschuwing doet hooren tegen de aanneming van het wetsontwerp.
De R.K. organisatie ziet in het verruimen van de verkoopgelegenheid der winkels op Zondag een stap achteruit voor degenen, die een zoover mogelijk doorgevoerde Zondagssluiting beschouwen als een der middelen om te komen tot een Zondagsviering naar Christelijke opvatting en tot een zoo goed mogelijk verzekerden rustdag voor het personeel.
Terecht wordt er in het adres op gewezen, dat, in algemeenen zin genomen, niet de sluiting der winkels gedurende den Zondag, doch veeleer het gebrek aan koopkracht bij het consumeerende publiek oorzaak is van den niet te ontkennen noodtoestand van vele winkelbedrijven.
Aan deze oorzaak zouden wij nog een tweede willen toevoegen, en wel deze, dat een scherpe concurrentie is ontstaan, doordat de middenstandsbedrijven in den laatsten tijd in aantal belangrijk zijn uitgebreid en nog dagelijks nieuwe zaken in consumptie-artikelen worden geopend. Deze omstandigheid doet het debiet van de winkelbedrijven in sterke mate inkrimpen.
Een frappant staaltje, dat er inderdaad minder koopkracht bij het publiek is en het aantal bedrijven zich snel uitbreidt, onder welke omstandigheden de middenstand ernstig lijdt, geeft de enquête, die onlangs heeft plaats gehad in het kappersbedrijf.
Uit deze enquête blijkt:
Ie. dat de bedrijven zwaar getroffen worden door de versobering, die groote groepen der bevolking zichzelf vrijwillig opleggen en die door nog veel grootere groepen der 'bevolking noodgedrongen wordt toegepast, en
2e. dat het aantal kappersbedrijven in Nederland van 1 Januari 1931 tot 1 Juni 1933 (dus in ongeveer 21/2 jaar) groeide van 8694 tot 11282. In die 2'/2 jaar kwamen er dus 2588 zaken bij.
De bevolkingssterkte groeide in het geheele land in die zelfde periode met 3.4%, het aantal kapperszaken daarentegen ging met 29% omhoog ; eene verhouding alzoo van 1 : 8.
En zooals het met de kappersbedrijven ging, gaat het met alle bedrijven, ook met die van de z.g. consumptie-artikelen.
Toch vragen de kappersbedrijven, die ook op Zondag gesloten zijn, niet om de zaken op dien dag geopend te hebben. De eigenaars dezer zaken begrijpen heel goed, dat daardoor geen meerdere inkomsten verkregen worden, hoogstens dat deze inkomsten worden verplaatst.
Echter op deze dingen te wijzen, is niet de strekking van dit artikel. Hoofddoel is, de aandacht te vestigen op het feit, dat ook van R.K. zijde tegen het verruimen van de ver koopgelegenheid van winkels op Zondag wordt opgekomen.
Wij hopen, dat dit iets goeds spelt bij de behandeling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer.

EEN UITNEMEND GETUIGENIS.
Wij hebben hierboven onze ingenomenheid betuigd met het adres van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Bond van Handels-, Kantoor-en Winkelbedienden tegen de verruiming van de verkoopgelegenheid der winkels op Zondag.
Het ging intusschen in dit adres meer om de sociale beteekenis van het Zondagsvraagstuk, dan om de principieele zijde van het probleem.
Dien principieelen kant vinden wij uitnemend uiteengezet in het mandement van den aartsbisschop van Rennes (Frankrijk), dat dezer dagen aan de Roomsch-Katholieken in het aartsbisdom over de zegeningen van de Christelijke Zondagsviering werd gericht.
In het mandement (herderlijken brief) van den aartsbisschop schrijft deze : „Een land, dat den dag des Heeren niet heiligt, is gedoemd tot verval, vertwijfeling, zelfzucht en anarchie. Laat ons den Christelijken Sabbath herstellen en elke onnoodige werkzaamheid, zelfs het doen van inkoopen en het reizen vermijden".
Dit uitnemend getuigenis van den aartsbisschop van Rennes maakt de Roomsch-Katholieken hier te lande beschaamd.
Het zou te hopen zijn, dat het episcopaat in Nederland zich ook eens in denzelfden geest uitsprak ter vermaning van de Roomsch-Katholieken bij ons.
Daarmede zou geen overbodige daad worden verricht.
 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's