De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

GODDELIJKE ZALIGSPREKING.

8 minuten leestijd

„Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in 't gestoelte der spotters. Psalm 1 vers 1.

Het boek der Psalmen is een kostbaar juweel — is als een spiegel, 't beeld van 't innerlijk leven weerkaatsend, van den mensch bewerkt door God den Heiligen Geest.
Iemand merkt op: dat boek is een tuin Gods, waarin planten en hoornen van alle soort gevonden worden — een geestelijke bibliotheek, die alles bevat, wat noodig is, voor des menschen heil.
Althanasius (pl.m. 300 na Chr.) schrijft: in dit boek vindt gij des menschen geheele leven afgebeeld, de stemmingen der ziel en de bewegingen 2 des gemoeds. Iets, rijker dan dit boek, kan men niet vinden. Moge er behoefte zijn aan berouw en boete, zij het, dat u gevaar en verzoeking overvallen hebben, dat gij vervolger en najager ontkomen zijt of in diepe smart gestort zijt, over dat alles kunt gij hier onderwijzing vinden en het Gode met de woorden van den Psalmist voordragen."
Luther (pl.m. 1520 na Chr.) zegt: „mij dunkt de Heilige Geest heeft zelf de moeite op zich willen nemen een korten Bijbel samen te brengen, opdat wie den geheelen Bijbel niet kon lezen, hierin als in een klein boekje de geheele hoofdsom zou hebben."
Zóó — de eeuwen door, tot nu toe, is dat Psalmboek geliefd in 't midden van de ware Kerk des Heeren
Psalm 1 is als een inleiding op het geheele Psalmenboek : de liefdesdienst des Heeren tegenover het knechtschap der zondedienst!
Psalm 1 spreekt in de verzen 1—3 over de zaligheid van Gods kind — in de verzen 4—5 over de rampzaligheid van den natuurlijken mensch, om in 't laatste vers aan te duiden de oorzaak daarvan.
Welgelukzalig — op te vatten als : wèl hem — zalig die mensch — of als : zaligheden zijn (over) dien mensch.
Beide verklaringen echter wijzen op den rijkdom van 't bewandelen van Gods weg — in felle tegenstelling met den weg der goddeloozen.
Over zaligheid aangaande den mensch kan slechts sprake zijn in verband met de waarachtige Gods gemeenschap.
Want, wat is de mensch : Kort van dagen — zat van onrust (Job). Want, wat is het leven : 't Uitnemendste moeite en verdriet (Mozes). Want, wat is aardsch bezit: men weet niet, wie het naar zich nemen zal (David).
Want, wat is sterkte, gezondheid : het is alles ijdelheid (Salomo). Want, wat is eigen vroomheid : een wegwerpelijk kleed (Jesaja).
„Welgelukzalig is 't volk, welks God de Heere is."
„Welgelukzalig iS' hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is."
Alleen wanneer uit Souvereine Genade de Heere inlijft in Zijii wonderzalige gemeenschap in Christus door de geesteswerking — kan 's Heeren Kerk getuigen : „ik ben zeer vrooiijk in den Heere ; mijn ziel verheugt zich in mijnen God ; want Hij heeft mij bekleed met de kleederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan (Jes. 61).
Psalm 1 vers 1 zegt nu verder, hoe zulk een „welgelukzalige" niet is, vers 2 wat hij wel is !
„Wandelen in den raad der goddeloozen."
Goddeloos is zonder God — dat is de zonde — 't rein geschapen schepsel liet God los in den vrij-en moedwilligen opstand in den morgenstond der schepping.
Er zijn goddelooze — en vrome goddeloozen — maar een ieder, die voortleeft buiten 't ware Geesteswerk is zonder God, een goddelooze, al is hij een getrouw kerkganger, enz. !
Wat was de rijke jongeling ?
Wat was de dankende Farizeër ? : een goddelooze !
Deze goddelooozen hebben een raad, soms een vromen raad : God is liefde. Hij laat niemand verloren gaan.
't Bloed des kruises druischt in tegen dien raad der goddeloozen, want Jezus Christus en Dien gekruisigd is den Griek (den cultuurmensch) een dwaasheid, den Jood (den in-zichzelf-vromenmensch) een ergernis. Wandelen in dien raad, wil zeggen : er mee instemmen !
Nu is dit het zekere Genadekenmerk : welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloozen.
O, de aan zichzelf ontdekte zondaar, de tot stilstand gekomene, die leerde zien het verderfelijke van dien goddeloozen raad — hij legt het oor te luisteren naar den raad Gods : bedenk, wat tot uw eeuwigen vrede is dienende; hij wordt geleid tot het tweede vers : overdenken Gods wet, dag en nacht! Vol van heil is de raad Gods in Jezus Christus.
Staan op den weg der zondaren. Zondaren wil zeggen, niét zij, die eens een zonde doen, maar menschen, die één stuk zonde zijn, onbekeerd, vèr levende van God en Zijn dienst.
De weg der zondaren — weg, verbinding tusschen twee plaatsen, maar ook : doel om ergens te komen. Deze weg leidt naar 't wisse verderf.
Staan op dien weg, wil zeggen : er zijn, zich er thuis gevoelen.
Welgelukzalig de man, die niet staat op den weg der zondaren, die door ware bekeering af mocht wijken van dien verderfsweg en geleid werd op den Godsweg : Christus Jezus, Die gesproken heeft: Ik ben de weg tot den Vader !
Zeker, de voeten van den ouden zondemensch strekken zich steeds weer uit om te staan op den weg der zondaren, maar de Heére laat niet varen Zijner handen werk; dan zal die mensch wederkeeren met smeeking en geween tot den waren weg, van God gegeven.
Het gestoelte der spotters :
Spotters, de hoogmoedigen, die geen waarschuwing willen, die hun zonde verkleinen, spottende met dood en eeuwigheid — later, als ik welaangename tijd bekomen zal hebben.
Spotters, met woorden, gebaren, houding. Het gestoelte, samenkomst, eereplaats, waar leiding van uitgaat; de spotters verbreiden hun spotternij. Zitten in dat spottersgestoelte : er niet tegen ingaan, er mee instemmen, lachen om zulke spottaal.
Maar ! welgelukzalig is de man, die niet zit in het gestoelte der spotters. O, voor hem is die spottaal een vlijmende pijn; Gods kind moet waarschuwen, 't gaat om de Eere Gods. Zwijgen, neutraal zijn, is niet anders dan een verkapte vorm van spotten.
„Wie niet voor is, die is tegen!"
De stijgende lijn der zonde : wandelen in den raad der goddeloozen; staan op den weg der zondaren; zitten in het gestoelte der spotters !
Lezer of lezeres, zijt gij welgelukzalig te noemen naar dit woord ?
't Is niet de vraag, wat menschen van u zeggen, wat gij van uzelf zegt, maar wat God, De hartekenner en nierenproever, van u getuigt!
Streng is de eisch Gods — hinken op twee gedachten is Hem een gruwel.
En — goddeloos, zondaar, spotter, die vijanden zetelen sinds de zondeval in het menschenhart; ze zetelen er, misschien wat godsdienstig vernist, Zondags 't kleed van den kerkgang om, misschien wel: vroom, maar in het wezen der zaak: doodsvijanden van het levende Geesteswerk, vijanden van het kruis van Christus, haters van God en Zijn Woord.
Heerschen die vijanden nog onbeperkt in uw hart — dan zijt ge niet welgelukzalig, maar : rampzalig ! 't Einde is de Hel, en nu moge de vrome goddelooze raad zijn : er is geen hel. God is liefde — Gods Woord getuigt anders, de Christus spreekt over de plaats van weening en knersen der tanden ; van het onuitblusschelijk vuur.
Dwaalt niet. God laat niet met Zich spotten. Ieder, die iets leerde verstaan van de kracht, van den rijkdom van dat welgelukzalig, zal belijden : Heere, geringer dan al Uwe weldaden. Wie ben ik, dat Gij naar mij hebt omgezien ? Genade alleen — niet beter dan de millioenen goddeloozen, zondaren en spotters.
Maar dan ook : strijd den goeden strijd ! Weet het, hier is het land der ruste niet, lees Efeze 6, de geestelijke krijgsman. De pijlen komen aansnorren uit het vijandelijke kamp; Satan kent uw kwetsbare plaats, gij zijt tot hinken en zinken ieder oogenblik gereed.
Jezus Christus is De Man, Die niet wandelde in den raad der goddeloozen, Die niet stond op den weg der zondaren. Die niet zat in het gestoelte der spotters.
Maar die Christus, Die dadelijk de Wet volbracht, volbracht de Wet ook lijdelijk; Hij is gerekend met de zondaren, goddeloozen en spotters : Sion is door recht verlost!
Alleen in den weg van levende geloofsgemeenschap met dien Christus, alleen door de inplanting door God den Heiligen Geest in dien Borg, zal er sprake kunnen zijn van: welgelukzalig is die man, is die vrouw!
Gods lust is niet in den dood, maar in 't leven. Goddeloozen worden om niet gerechtvaardigd.
Souvereine Genade.
Eeuwig Welbehagen. Zalig zijn die treuren. Zalig zijn de armen van geest, Zalig zijn de hongerenden en dorstenden naar de Gerechtigheid !
Alzoo, gij die kent den goeden strijd : Zoek het niet in uzelf, 'Zoek het niet in uw strijd, maar alleen in het volbrachte werk van Hem, Die is gegeven tot een volkomen Zaligmaker.
Gij minder — Hij meerder. Gij armer — Hij rijker. Genade de aanvang. Genade de voortzetting. Genade de voltooiing !
O. in allen strijd en bestrijding, in alle heen-neiging van den ouden zpndemensch naar deze doodsvijanden, hoort het: Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloózen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters — hier veel strijd, maar de weg, waarop Genade uw voet leidde, die weg, Jezus Christus, uitgaande van den Vader, die weg zal u brengen tot den Vader in de eeuwige heerlijkheid. Het einde van dien weg zal zijn het eeuwige begin van het volle, diepe, onuitsprekelijke : „Welgelukzalig" in het Huis des Vaders!
WelzaIig hij, die in der boozen raad. Niet wandelt, noch op 't pad der zondaars staat; Noch nederzit, daar zulken samenrotten. Die roekeloos met God en godsdienst spotten. Maar, 's Heeren weg blijmoedig dag en nacht. Herdenkt, bepeinst eniIjverig betracht.
Gij zult mij leiden door Uw' raad, O God, mijn heil, mijn toeverlaat! En mij, hiertoe door U bereid. Opnemen in Uw heerlijkheid !
M. WESTRA HOEKZEMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's