DE REFORMATIE
IN DE CLASSIS NEDER-VELUWE VAN 1592—1620
Gelijk wij in het voorgaande gezien hebben, traden in de jaren na 1592 allengs de verschillende dorpsgemeenten of „kerspels” toe.
Op vele plaatsen had de Reformatie echter nog maar geringen voortgang door de tegenwerking der Pastoors, Schouten en kosters-schoolmeesters.
Zoo beraadslaagt de Classis van 1594, hoe men zich gedragen zal tegen de Pausgezinden, die halsstarrig zijn. Men zal schrijven aan de Overheid, dat wel niet alle, maar dan toch de „schadelickste" dienen afgezet te worden, namelijk die van Putten en Elspeet. In datzelfde jaar droeg de Classis aan ds. Fontanus van Arnhem op om een request in te dienen bij het Hof, dat die „papistische papen" ten platten lande dienden afgezet te worden, vooral ook te Oene en Epe, en tevens drong men aan op de verwijdering der Roomsche schoolmeesters. Dit request werd wel ingediend, echter zonder dadelijke uitwerking.
Twee jaren later werden de pastoors van Oene en Putten opgeroepen ter vergadering, doch lieten taal noch teeken van zich hooren, waarop men besloot de zaak te verwijzen naar de Synode. Middelerwijl verzocht men aan het Hof om de altaren etc. te verwijderen, en den Schout te Ermelo tot de orde te roepen om de placcaten dienaangaande aan te slaan en uit te voeren. Het Hof zond eenige metselaars en dezen verwijderden de altaren, wijwatervaten en kruisen in vele kerken en op verscheidene wegen. In 1598 verklaarde de Pastoor van Epe, dat hij tot de Reformatie niet kon overgaan, weshalve hij werd afgezet, evenwel verzocht de Classis voor hem aan het Hof een jaarwedde. Aan de afgevaardigden van Over-Veluwe werd gevraagd of zij ook iets bijzonders in deze materie in het midden hadden te brengen, waarop geantwoord werd dat alleen de afgezette Pastoor van Scherpenzeel wederom den predikstoel had ingenomen.
In 1600 was er Classicale Vergadering te Epe, waar nu Joh. Voskuil als predikant stond. Daar verscheen de Pastoor van Vaassen, die beloofd had het Heilig Avondmaal te Apeldoorn te zullen gebruiken, doch hij had dit nog niet gedaan, daar het jaar nog niet om was. Formeel had hij gelijk, want hij had nog een veertien dagen tijd, doch men wist wel, dat dit een uitvlucht was. De belijdenis wilde hij wel onderteekenen, zoodra hij weer schrijven kon, maar op den Catechismus wilde hij zich bedenken. De Classis oordeelde, dat hij nu acht jaren den tijd had gehad om zich te bedenken, en derhalve werd hij onwaardig geacht voor den kerkdienst.
Voorts treft ons de afzetting van Georgius è, Coot, pastoor te Ermelo, die in 1592 met de Reformatie meegegaan was, en tot 1596 ter vergadering verscheen. Na dien tijd schijnt hij weer Roomsch geworden te zijn, want in 1600 blijkt hij als afgezet pastoor personen getrouwd te hebben in huis, waarover advies gevraagd wordt hoe met hem te handelen. Te Putten was het in 1608 nog niet geheel in orde, want de predikant klaagde over de Roomsche practijken van kinderdoop aldaar door den afgezetten pastoor ten huize der ouders verricht.
Maar niet alleen was het verzet gerezen tegen de Reformatie bij de pastoors, ook bij de kosters, als b.v. te Nunspeet, die de gereformeerde leer lasterde ; te Oene, die weigerde om doopwater aan te brengen, en te Elspeet, die niet lezen of schrijven kon, en tevens de kinderen onderwijzen moest.
’t Is ook juist de zaak van het onderwijs der jeugd, welke de Classicale aandacht trok. Men verlangde de afzetting der kosters-schoolmeesters, zoo zij de Reformatie gram waren, en aanstelling van goede schoolmeesters, die de kinderen onderwijzen konden.
Aan de Overheid werd voor de meest bevolkte dorpen om een school gevraagd en tevens werd den dienaars des Goddelijken Woords op het hart gedrukt om ter dege toezicht op het onderwijs te houden, scholen op te richten en zoo ze er reeds waren, in „gude ordinantie to bringen", voorts dat er goede boeken geleerd werden, opdat de kinderen in de ware religie „mochten werden opgetrocken." De koster te Oldebroek kreeg de vermaning, dat hij de kinderen wat vlijtiger den Catechismus moest leeren, alsmede dat hij het H. Avondmaal niet verzuimen mocht. In 1600 werd aangaande den „toverischen Custer van Vorthuisen" besloten dat hij diende afgezet te worden, en een betere moest worden aangesteld. In Nijkerk had men in 1610 actie met Joh. Phasius, terwijl de Classis met beide laatstgenoemde heeren nog veel te doen kreeg. Na 1619 waren alle schoolmeesters verplicht de formulieren van eenigheid te onderteekenen. Ook treft ons, dat de predikant van Voorthuizen, Joh. Luntius, tevens den schooldienst waarnam, doch bij zijn vertrek werd op zijn attestatie de afkeuring der Classis aangeteekend, daar hij dit zonder classicale toestemming gedaan had.
In 1607 werd een buitengewone Classicale Vergadering te Harderwijk gehouden, met het doel om de Reformatie te helpen bevorderen in het land van Maas en Waal, Bommeler-en Tieler Waard. Daartoe werd ds. Urbanus van Hattem aangewezen. Een en ander geschiedde op gezag der Synode, te Zalt-Bommel gehouden. Hoewel alles beklonken was, kwamen de Classes Tiel en Bommel daartegen in verzet. Hierover beklaagde onze Classis zich, daar dit het werk belemmerde en het gezag der Synode aantastte. Doch er zat nog meer achter, waardoor dit werk werd verhinderd, hetgeen later in 1618 blijkt, want de Remonstrantsche Classes Tiel en Bommel wilden met de Gereformeerde Veluwe niets te maken hebben. Een poging om de Classes bijeen te brengen mislukte, zoodat de Overheid in 1612 en volgende jaren het houden van een Provinciale Synode verbood, om botsingen te voorkomen.
(Wordt vervolgd).
Vaassen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 1934
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 1934
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's