De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

7 minuten leestijd

Met een wiekslag onbegrijpelijk snel vliegt de tijd voorbij. Voor men het weet staat men aan de eindpaal. Het leven is als een gedachte. Zijn gang is als een wolk, die in de voorjaarsluchten aan de zon voorbij vliegt. Ge ziet een schaduw, welke zich afteekent over de akkers en ziet omhoog om te letten op de wolk die hiervan de oorzaak is, en meteen is zij voorbij.
't Is bijna 25 jaar geleden, dat ik een spreekbeurt zou moeten vervullen in een onzer gereformeerde gemeenten, n.l. te Wilnis. Hier stond toen nog de thans jubileerende Pastor ds.de Geus van de Bilt. Wanneer ik niet zeker wist, dat hier al een tijdperk langer dan van twintig jaren was tusschen gevlochten, zou ik het noode gelooven. Nu moet ik me gewonnen geven. Voor welke corporatie ik spreken moest weet ik niet meer, maar wat ik wel weet, wat me nog glashelder voor den geest staat is de indruk welke ik kreeg van hem en zijn arbeid. Dezelfde vriendelijkheid, welke hem nog typeert was hem toen ook al eigen. Toen wij tezamen iets hadden genuttigd, vroeg ik hem om mij even zijn Bijbel te willen geven en een psalmboekje. Dit met het oog op wat er gelezen en gezongen zou worden. Hij bracht mij in zijn studeerkamer en reikte me zijn Bijbeltje over. 't Was niet groot van formaat, 'k Zie het nog voor me. En waar hij mij alleen liet, wat ik hoogelijk op prijs stelde, bladerde ik een wijle daarin. Wat ik toen opmerkte was dit. Daar was haast geen enkele bladzijde tusschen waar geen onderstreping, geen aanteekening was bij gemaakt. Deze Bijbel was gelezen en doorgelezen, 'k Voelde daarin een geest, welke wijsheid zocht bij de Bron, die niet anders wenscht dan voorlichting te ontvangen van den Heere zelf door Zijn Geest en Woord.
Dat hij van dezen ingeslagen weg niet Is afgeweken, kunnen de vervloten jaren getuigen.
Ook van deze plaats worden hem de meest welgemeende gelukwenschen aangeboden met de van God zoo rijkelijk ontvangen gunsten. Het Woord des Heeren wordt alle tijden door bevestigd: "Die Mij eeren, zal Ik eeren, spreekt de
Heere". Ook voor de komende tijden kan hij het gerust op dien trouwen God wagen. Hij zal het maken. Toen ik deze overdenkingen bij mijzelf maakte, was er nog een gedachte welke mij niet losliet, n.l. wat maakt het geslacht, dat reeds een kwart-eeuw achter zich heeft in den Dienst des Woords een groot contingent uit van onze Bonds-Dominees. 'k Telde er achter elkander meer dan 50.
Al zou het dwaasheid zijn te zeggen dat iemand, die zijn vijfentwintig jarig ambtsfeest mag vieren, tot de ouden behoort, immers hij staat vaak nog op de middaghoogte, evenwel begint straks de hoogte te hellen. Waar de tijd met snellen wiekslag voorbij blijft gaan, zullen de ledige plaatsen straks niet weinige zijn.
Welke conclusie hieruit getrokken mag en moet worden is deze, dat inplaats van overvloed, straks gebrek zich eer afteekent.
Wij noemen even deze dingen, ook al in verband met onzen arbeid. Klanken als deze : wij krijgen binnen afzienbaren tijd te veel, worden door de ervaring vanzelf gecorrigeerd.
Let eens op mijn zeggen. Ga het lijstje maar eens na, en ik twijfel niet of ge zult moeten toegeven : hij heeft gelijk.
De ouderen maken in den loop der jaren vanzelf plaats voor de jongeren.
'k Hoop en bid den Heere, dat zij evenals die jonge Dominé van Wilnis weleer, in en bij Gods Woord hun voedsel mogen vinden om het Levensbrood te mogen doorgeven aan hongerige zielen, Gode tot eer.
Thans laat ik het overzicht volgen van de laatste twee weken.
Een enkele correctie wensch ik eerst aangebracht te zien. In de verantwoording van de laatste keer was de inhoud van een busje te 's-Gravenzande van de fam. V D. vermeld als van de fam. V. D. te 's-Gravenmoer. De vrienden te 's-Gravenmoer zullen zich hebben afgevraagd : „wie zou dat zijn ? ", terwijl onze vriend te 's Gravenzande zich voor de vraag zag gesteld : Is mijn zending niet overgekomen ?
De zaak is nu in orde hoop ik."
1. De eerste gift welke bij me inkwam werd opgediept uit de collectezak van de Vredeskerk alhier. Van den onbekenden gever kwam weer 10 gulden. Mijn hartelijken dank voor deze ondubbelzinnige blijken van waardeering voor onzen arbeid ƒ10.—
2. De tweede gift kwam ook uit een collectezak, n.l. uit die van de Evangelisatie te Oudshoorn, eveneens van iemand die wenscht onbekend te blijven. Deze bedroeg ƒ 1.50. Evenzoo mijn zeer hartelijken dank „ 1.50
3. Te Weesp hebben we ook altijd nog sterk meelevende vrienden. Onder letters J. C. P. aldaar ontvang ik van tijd tot tijd voor de opleiding een gift te verantwoorden, zoo ook thans weer „ 2.50
Hartelijk dank hiervoor.
4. Door ds. van Toorn te Rotterdam kreeg ik van den heer E. B. „ 5.— Mogen we beiden, den gever en den zender, zeer vriendelijk dankzeggen ?
5. Door ds. Van Dorp te 's-Hage kreeg ik 1 gulden van N. N. voor de beide fondsen, 1 gulden van N. N. voor den Geref. Bond, op de Bijbellezing gecollecteerd, samen „ 2.—
Eveneens onze hartelijke dank. 6. Mej. B. alhier zond mij naast een gift van ƒ 2.50 voor den Medischen Dienst op Midden-Celebes ook nog 2 gulden voor de beide fondsen.
De eerste gift zal ik, zooals ge begrijpen zult, gaarne doorgeven.
Voor beide fondsen groote erkentelijkheid „ 3.— 7. Door ds. Van Grieken te Rotterdam ontving ik van mej. K. Z. 2 gulden, van N. N. uit de kerkcollecte 1 gulden voor het Studiefonds, samen „ 3.—
k Vertrouw, dat onze voorzitter onze dank wel zoo mogelijk zal willen doorgeven.
8. N. N. te Sch. deed ons per giro „ 5.— geworden, met het verzoek het alzoo te verantwoorden. Daar ik zijn gewone bescheidenheid wil eerbiedigen, zal ik hieraan vanzelf gehoor geven. Alleen wil ik mijn hartelijke dank en groeten niet achterhouden.
9. Uit eigen gemeente werd me door den heer V D. als dankoffer ƒ 2.50 voor de beide fondsen ter hand gesteld „ 2.50 'k Hoop de fam. persoonlijk te danken.
10. Van cand. Poot te Bodegraven kreeg ik me toegezonden ƒ4.60. „ 4.60
'k Stel zijn vriendelijke bedoeling ten 2; eerste op prijs, en zeg hem hiervoor hartelijk dank.
11. Te Herkingen heeft de fam. Keijzer een busje voor het Studiefonds ontvangen dat van tijd tot tijd wordt geleegd. Ditmaal bracht het op „ 3.81
12. Evenzoo te Middelburg, waar zich een busje bevindt ten huize van den heer V. d. Bosse. Dit had als inhoud niet minder dan „ 16.—
Wij zeggen voor beide even hartelijk dank. Het spreekwoord wordt ook hier al weer bevestigd, dat vele kleintjes èèn groote vormen.
Ruste Godes zegen op dezen arbeid.
13. Thans laten we nog enkele collecten volgen, welke gehouden werden bij onderscheidene spreekbeurten. De eerste werd gehouden te Benschop, waarbij als spreker optrad ds. Spelt van Molenaarsgraaf. Deze bedroeg „ 14.75
14. De tweede werd gehouden te Nijkerk op de Veluwe. Hier was de spreker ds. Bout van Genemuiden. Hier was de opbrengst „ 18.70
15. De derde werd gehouden te Lopik. Hier was ds. Vroegindeweij van Zegveld de leiding toevertrouwd. De opbrengst was hier „ 21.14
16. De vierde werd gehouden te Hierden bij Harderwijk. Hier had onze vriend ds. Van Dop als voorganger gevraagd ds. V d. Berg van Amersfoort. De opbrengst was hier „ 27.91
17. De vijfde, en daarmede zijn we voor deze keer aan het slot van onze spreekbeurten deze week, werd gehouden te de Bilt. Hier had men genoodigd om de leiding te hebben ds. van Dop te Kierden, hier overtrof de opbrengst de tot nu gehoudene. Zij was niet minder dan „ 55.86
Voor elk dezer gehouden spreekbeurten zeggen we allerhartelijkst dank. Wij kunnen deze beurten niet missen, zullen wij met onzen arbeid kunnen voortgaan, zooals tot nu werd gedaan. Beide, kerkeraden en sprekers onze warme erkentelijkheid.
18. Als sluitstuk nog enkele losse giften, welke ingekomen waren bij ds. Bout te Genemuiden. Deze heeft in den laatsten tijd nog al eens voor een beroep mogen bedanken, 'k Begrijp wat dit voor de gemeente van Genemuiden beteekende. Men heeft hiervoor een gedeelte van hun dankbaarheid willen uiten door ook aan mij te gedenken. Uit de collectezak kwamen aan giften 10 gulden ; verder een gift van ƒ 2.50, van ƒ 0.50 ; uit de brievenbus 3 gulden, 1 gulden. Met bijschrift „uit dankbaarheid voor het bedanken enz." Tezamen bedroeg dit „ 17.—
Ik mag het best lijden, dat hij nog veel vaker voor een beroep mag bedanken, 't Doet en mij en de gemeente van Genemuiden geen kwaad. Gods zegen ruste in rijke mate op onzen gezamenlijken arbeid. Opgeteld was wat inkwam
ƒ 213.27
utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's