De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

8 minuten leestijd

Vraag : Wat is het verschil inzake de leer der goede werken in de Roomsche Kerk en bij ons ?
 Antwoord: De groote dwaalleer en het schandelijk misbruik van Rome inzake de goede werken heeft onder Gereformeerden vrees doen ontstaan voor de goede werken. Ze staan niet in al te beste reuk over 't algemeen bij ons. Men is er bang voor. Men vreest dat de eigengerechtigheid dan gevoed wordt en de hoogmoed gekweekt. Dat is de schuld van Rome, die de verdienstelijkheid van de goede werken leert, waardoor de goede werken mee een grond voor de zaligheid worden. Ze komen dan op xiit den mensch en de mensch maakt zich in meerdere of mindere mate waardig voor God door een heiligen wandel, 't Is niet onvoordeelig in betrekking tot de zaligheid ; het loon zal niet uitblijven bij God en de plaats in den hemel wordt er naar afgemeten. Vermeerdering van goede werken (en dan „goede werken" genomen in den zin van de Kerk als : biechten, vasten, bidden, geschenken geven, bedevaart doen, enz. enz.) vermeerdert de kansen voor den hemel. En zelfs kan een mensch dan goede werken doen in 't belang en 't voordeel van een ander. Die vleeschelijke, zondige, gevaarlijke leer inzake de goede werken, waarbij de gerechtigheid en zaligheid, de verzoening en het heil des Heeren niet meer enkel en alleen en geheel in Christus ligt ten behoeve van een arm zondaar — die Roomsche leer heeft den Gereformeerde veelal kopschuw gemaakt wat betreft de goede werken. Maar tegenover die Roomsche beschouwing moet de Schriftuurlijke beschouwing gesteld worden door den Gereformeerde, overeenkomstig Schrift en belijdenis ; en dan zullen we zien dat de Gereformeerde wel degelijk over de goede werken heeft te spreken en dat ze bij ons niet gemist kunnen en mogen worden ! Waarbij nog een andere verkeerde beschouwing komt dan de Roomsche, en wel de valsche beschouwing van de Antinomianen of Wetsbestrijders. Die willen de Wet naast zich neer leggen ; die Wet Gods raakt hen niet — zeggen ze — omdat Christus de Wet vervuld heeft. Voor hen — zeggen ze — blijft nu niets meer over om te doen.
Maar die dubbele dwaalleer, van Rome en van de Antinomianen, bestrijdt de Catechismus. Want door de valsche, verkeerde, onware leeringen van een ander, mogen wij de rechte beschouwing niet uit het oog verliezen !
Rome verwijt ons, dat het doen van goede werken niet noodig is, als 't waar is wat de Gereformeerde belijdenis leert, dat Christus alleen onze gerechtigheid is. De goede werken zouden dan overbodig zijn, zegt Rome, Maar wij zeggen : ja, de goede werken zijn overbodig om de zaligheid te verdienen, want dat heeft Christus gedaan ; en een iegelijk die in den weg des geloofs Hem en Zijne weldaden leert kennen en toeëigenen, beaamt dat. Er behoeft geen penning bijbetaald te worden, bij hetgeen Christus gewerkt en verdiend en verworven heeft ten behoeve van al de Zijnen. Maar we moeten de goede werken ook niet doen, om de zaligheid, of een stuk daarvan te verdienen. Het staat heel anders met de goede werken ! En het is er verre vandaan, dat onze Gereformeerde geloofsleer zou zeggen, dat de goede werken overbodig zijn. Want het is wel noodig om goede werken te doen. Ja, het is onmogelijk, dat wie Christus door een oprecht geloof ingeplant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.
't Staat zóó. Waartoe had God den mensch goed en recht geschapen, naar Zijn beeld en gelijkenis ? Immers, opdat de mensch Gode zou leven, Gode zou liefhebben, recht kennen, en in alles zou dienen en eeren. Dat zou de zaligheid en de heerlijkheid van het leven zijn! En nu komt de herschepping, de wedergeboorte, de bekeering, de vernieuwing door den Heiligen Geest immers de trekken, den aard en het wezen van het oorspronkelijke menschenleven weer terugbrengen ? Het doel der herschepping kan geen andere zijn dan der schepping. En daarom, als onze Catechismus over het nieuwe leven des christens begint te spreken, dan is de eerste vraag (in Zondag 32) over de goede werken! Want dan wordt gevraagd (als we dan alleen uit genade, door Christus verlost zijn) Waarom moeten wij dan nog goede werken doen? En het antwoord i§ : „Christus, nadat Hij ons met Zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft, vernieuwt ons ook door Zijn Heiligen Geest tot Zijn evenbeeld, opdat wij ons met ons gansche leven Gode, voor Zijne weldaden, dankbaar bewijzen en Hij door ons geprezen worde". (Zondag 32, vr en antw. 86). Daar hebben we het! De verlossing, de vernieuwing des menschen, geschiedt, opdat we zullen komen in den dienst des Heeren en ons Gode dankbaar bewijzen. Met ons gansche leven, gedachten, woorden en werken, in het verborgen en in het openbaar, moeten we Gode dankbaarheid betoonen. En die dankbaarheid blijkt uit een leven naar Zijn Woord en Wil en Wet. Die dankbaarheid als levende lidmaten van Christus, levende ranken in den Waren Wijnstok ingeplant, moet blijken in een wandel met goede werken, de zonde hatende en vliedende, om lust en liefde te hebben tot God en te leven tot Zijn eer, in een oprechten wandel, vragende: wat wilt Gij, dat ik doen zal ? En zooals den Heere door een zondigen en boozen en onoprechten wandel smaadheid wordt aangedaan, waarbij de Heere spreekt van „het smart Mij aan mijn hart", zoo wordt de Heere geëerd en verheerlijkt door een oprechten wandel in ijver en liefde; als de goede boom goede vruchten voortbrengt tot vreugd van den hemelschen Landman!
Maar er is — volgens onze Catechismus — nog een tweede doel, waarom wij goede werken moeten doen. En daarin ligt een groot stuk liefde en genade Gods ten opzichte van Zijn kinderen. Want de Heere wil het zóó maken, dat de geloovigen ook zelf in en door een wandel met goede werken gezegend worden. Hun geloof wordt er door versterkt en bevestigd. De goede werken vallen als lieflijke vruchten des Geestes den beminden des Heeren in den schoot en ze mogen dan zelf door die goede werken de merkteekenen des nieuwen levens en de bevestiging hunner verkiezing tot zaligheid ontvangen. Er wordt dan verzekerdheid des geloofs gewerkt. De Catechismus zegt: „De tweede oorzaak waarom wij goede werken moeten doen is, dat elk bij zich-zelven van zijn geloof uit de vruchten verzekerd zij". De Heere werpt de vruchten Zijn kinderen in den schoot, in dezen weg van goede werken.
En ze mogen dan den Apostel nazeggen : „Want ik weet" (ik heb er de geestelijke bewijzen voor, ik mag het bevindelijk ervaren met vreugd) „Wien ik geloofd heb en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag" (2 Tim. 1 : 26b). De Heilige Geest getuigt ook door de werken tot ons, dat wij Christus toebehooren. De vruchten bewijzen de vruchtbaarheid Van den boom : bewijzen, dat het een goede boom is ; bewijzen, dat er genade aan de ziele is bewezen ; dat we Gods kinderen zijn; dat de vreeze Gods ons niet vreemd is.
En dan is er nog een derde oorzaak voor de goede werken. Een derde doel moet ons voor oogen staan : Ie. de eere Gods ; 2e. de verzekering van ons geloof en de blijdschap des geloofs bij onszelf ; 3e. „dat door onzen godzaligen wandel onze naasten óók voor Christus gewonnen worden". Dat is de weg, dien God Zelf verordineerd heeft: Hij wil dat de naasten (degenen met wie wij in aanraking komen) door onzen godzaligen wandel óók gelokt, uitgenoodigd, getrokken zullen worden tot de overgave aan den Heere, tot de vreeze Zijns Naams, tot Zyn liefdedienst ; om óók te mogen overkomen tot de gemeente, die zal zalig worden en ook een levend lidmaat van het lichaam van Christus, van Gods volk en Gods Kerk. Door ons woord, door onzen wandel moeten onze naasten niet afgestooten, niet geërgerd worden — waarbij Gods Naam dan dikwijls gelasterd wordt; maar onze naasten moeten een goeden en lieflijken indruk krijgen van den dienst des Heeren door onzen godzaligen wandel. „Laat uw licht alzoo schijnen voor de menschen, dat zij uwe goede werken mogen zien en uwen Vader, die in de hemelen is, verheerlijken" (Matth. 5 : 16).
Wie is tot deze dingen bekwaam ? Niemand. Hinken, zinken. Doelen, dwalen, falen. De eenige hope en de eenige, maar vaste grond is, dat de Heere geen half werk doet. En Hij, die den zondaar in Christus rechtvaardigt (rechterlijke daad Gods) komt de Zijnen ook heiligen en vernieuwen (ethische of zedelijke daad Gods). Hij 'Zelf komt in Christus de goede werken voorbereiden, opdat de levende ranken uit den Waren Wijnstok Christus alles ontvangen. De wortel, de stam, stuwt alles met kracht en heerlijkheid tot in het uiterste der takken en blad en bloesem en vrucht wordt gezien uit den boom Christus. „Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij", mag dan de ervaring zijn.
Dat dan de geest des boozen niet over ons heersche. Dat het gedurig gebed mag zijn : neem Uwen Heiligen Geest niet van mij. Dat wil door den Geest mogen wandelen, en niet naar het vleesch. „Leid ons niet in verzoeking, verlos ons van den booze". En gelukkig, dat er op volgen mag, in geloofstaal: want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Zoo is 't. Ja, zóó is 't. Amen". „God heeft één ding gesproken, ik heb het tweemaal gehoord, dat de sterkte Godes is" (Psalm 62 : 12).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's