De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

GRETSKE „DE FREULE"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRETSKE „DE FREULE"

Een levenstragedie.

6 minuten leestijd

Met toestemming van den Uitgever J. H. Kok, Kampen
Natuurlijk vormde het vaak niet een passend geheel en getuigde het dikwerf van een wonderlijke smaak. Menige huisvrouw zou het anders gedaan of gerangschikt hebben, wat daar soms in bonte verscheidenheid dooreen of op elkaar stond, doch vergeleken bij wat het hier vroeger was, diende getuigd, dat er een zeer gunstige verbetering was ingetreden. Het cachet van minderwaardigheid was er af.
Thans kon het Gemeentebestuur ook niet ten achter blijven. Nadat dominé bij een bezoek aan den burgemeester hem persoonlijk er vóór had gekregen, werd al spoedig door den gemeenteopzichter een onderzoek naar de bestrating ingesteld, en hoewel de post van uitgaven daardoor overschreden werd, omdat in het geheel aan deze verandering niet gedacht was, kwam toch nog vóór den tijd van regen en sneeuw de betere weg tot stand, 't Was een gebeurtenis, die in het oog liep. Geen dag ging voorbij, maar vooral Zondags gebeurde het, dat niet velen, die voorheen nooit een voet op Lombok gezet hadden, thans van de gelegenheid gebruik maakten om te zien wat hier tot stand was gebracht. En het gevolg hiervan werd weer, dat de bewoners aldaar hun best deden om in elk opzicht de aandacht te trekken en bij het publiek in het gevlei te komen. Vooral ook, waar de Armvoogden hadden vermaand te zorgen dat alles in den goeden stand bleef, waarin het door timmerman en schilder was afgeleverd, en de Armmeester elke week kwam om er zich van te overtuigen of hieraan de hand gehouden werd. 't Was opmerkelijk, maar men begon zich hier een weinig meer te gevoelen. Men behoorde er óók bij. Men was óók mensch. En als zoodanig nog geteld. En nergens werden de wandelaars vriendelijker gegroet en werd voor de dames en heeren die voorbij gingen dieper gebogen, dan op „Landbuurt". Soms was het vermakelijk.
Dat werd de dominé gewaar, toen hij voor het eerst na de vernieuwing met zijn familie hier een bezoek bracht. „Nu moesten jullui toch eens met mij mee gaan om te zien hoe of het daar veranderd is" — had hij tegen zijn huisgenooten gezegd, en in het begin leek het, alsof er niet veel van komen zou. Want op een dameskransje was natuurlijk ook een onderwerp van gesprek geweest, dat door de inmenging van een der predikanten de Armvoogdij zulk een gewichtige stap had ondernomen en tengevolge daarvan de gemeente ook nieuwe uitgaven gekregen had, die straks weer op het belastingbiljet moesten worden terug gevonden, en dat dit alles „zonde" was voor het lieve geld. Men begreep den dominé langer niet. Hij ging steeds verder in die richting. Zelfs meende men soms in zijn preeken iets op te merken, dat er voorheen, nooit in gevonden werd, en het .scheen alsof de dokter ook al geheel in dat zog mee voer. 't Kwam heelemaal niet te pas voor fatsoenlijke menschen om zich met zulk volk zóó af te geven, en een der dames had er wel voor gezorgd, dat mevrouw van den dominé gewaar werd, wat hier gesproken was.
Maar de herder kende ook dat deel zijner kudde en wist óók wel in welken geest daar gewoonlijk de gesprekken gevoerd werden. „Laat je door de dames niet van het rechte spoor brengen, vrouwtje" — zei hij ; „'t is veel gemakkelijker een paar kousen voor arme menschen te breien, onder het genot van een kopje thee met gebak, dan heen te gaan, om, wat in het slijk vertreden ligt, weer op te richten en te redden, maar dit laatste is de roeping van elk, die iets van de liefde van Christus heeft ervaren. Ik heb niets meer dan mijn schuldigen plicht gedaan, en ben dankbaar voor het aanvankelijke resultaat. Die verdere doorwerking ook voor het zieleheil, moeten wij overlaten aan den Geest des Heeren, die van binnen de restauratie moet tot stand brengen."
Daarmee was dit gesprek uit, en hoewel aanstonds nog niet verzoend met de gedachte, stelde mevrouw eenigen tijd later zelf voor, haar man op een wandeling, die dan meteen over „Landbuurt" zou gaan, te vergezellen, 't Liep tegen den avond. De werkzaamheden in fabrieken en werkplaatsen en ook op het veld, waren afgeloopen. Heel de bevolking, die voorheen tot het ressort van Lombok behoorde, was thuis. Zelfs het Sabelbeen had zijn gewone dagreis met het steeds valscher krijtende draaiorgeltje achter den rug en zat met den Goudvink en den Bultenaar voor 't huis een pijpje te rooken en de nieuwtjes van den dag te bespreken, terwijl Ka met Trui en de Scheele een buurpraatje hield. Gretske ontbrak als gewoonlijk en was nog altijd op pad. Daar werd de aandacht der buren afgeleid door naderende wandelaars. „De dominé met een dame" — riep Trui, en het volgend oogenblik stoof het kringetje uit elkaar, om elk voor eigen woning te doen plaats nemen. Vlug werden de verwarde haren onder de witte muts verborgen en een weerbarstige knoop van het jak, die telkens de vrijheid verkoos, voor de zooveelste maal vast gemaakt. Ook de mannen, hoewel bij elkander blijvend, namen een andere houding aan. Met belangstelling keek vooral mevrouw naar die opgetrokken gevels, waarin de groen met wit geverfde kozijnen en dito deuren goed afstaken. Vóór de woningen was de straat geschrobd, en daar stonden zij, de oudjes, met een blik vol nieuwsgierigheid, doch waarin óók nog iets meer te lezen was. Was dat nu het vroegere Lombok ? Ja, 't was den .bewoners aan te zien, dat zij niet alleen oud, doch ook arm waren, terwijl sommige tronies óók nog wel iets anders vertelden, doch 't vreeselijke afstootende, hetwelk voor nog maar korten tijd deze buurt zoo berucht maakte, werd hier thans niet meer gevonden. Zelfs leek het of de gelaatskleur van zwarte Ka onder de gedurige behandeling een weinig veranderde en hier en daar een tikkeltje rood door het perkament-gele zocht heen te dringen, zooals na droeven, somberen regendag, waarop het water van goot en dakpan lekt en alles in de natuur zoo'n goren aanblik geeft, het avondzonnetje soms nog even weet door te dringen om haar matte stralen als een vriendelijken groet uit te zenden over het druipend veld.
(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

GRETSKE „DE FREULE"

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's