FINANCIËN
„De dood wenkt ieder uur”.
Zoo luidt de bekende regel uit Psalm 89.
Geen onderscheid wordt door Hem gemaakt tusschen hoog en laag, tusschen jong en oud, tusschen rijk en arm. Allen treft hetzelfde lot, want in hetzelfde vers zegt een andere regel : „Wie leeft er, die den slaap des doods niet eens zal slapen ? "
Of het wenken van den dood tengevolge heeft dat een vorstelijke kroon tegelijk van de slapen wordt genomen, zooals dezer dagen bij den eenmaal machtigen gebieder van Engeland plaats had, of dat een wordt uitgedragen, wiens naam slechts in een kleinen kring bekendheid kreeg, zijn doen is net eender. Hij wenkt, en wien dit geldt, heeft onverbiddelijk te volgen.
Al te weinig wordt hiermee door ons vaak gerekend. Wij drijven de pinnen van ons aardsche bestaan telkenmale zoó vast in den bodem, dat het meer dan den schijn heeft, dat aan den dood niet is gedacht. Toch komt niemand zekerder dan hij. Niets staat zoó vast dan dit, dat ook van ons geldt: „hij of zij is niet meer".
In deze laatste dagen werden wij persoonlijk hierbij van meer dan ééne zijde bepaald. Van onzen collega ds. A. Prins, te Neerlangbroek, bereikte ons de doodstijding, zonder dat wij van een ziekbed iets hadden vernomen. En toen wij de advertentie lazen, kwam onmiddellijk deze gedachte bij ons boven : „deze Dienaar des Woords werd weggenomen en gij staat nog". „De leeftijdsgrens, welke hij mocht bereiken, hebt gij reeds overschreden. Wat onderscheidt u ? "
’t Is enkel Gods sparende hand. Wanneer deze zich een wijle inhoudt, breekt de meest krachtige stengel af.
Was dit één wenk — slechts enkele dagen later kwamen twee doodstijdingen tot ons uit een en dezelfde plaats, n.l. uit Schoonhoven. Was de eene nog een jongeling, de andere behoorend tot de ouderen, beiden gaven dezelfde boodschap door : „wij allen vallen af als een blad".
Bij den laatste had ik vaker dan eens gelogeerd. Als ik in deze Gemeente, waar hij met eere het ouderlingen-ambt diende, eens voorging, nam ik daar bij hem en de zijnen in den regel mijn intrek, 'k Was er graag.
Zoo kunt ge 't ook verstaan, dat het overlijdensbericht mij ontroerde. Ons laatste gesprek, dat nog niet zoo vele maanden geleden tusschen hem en ons werd gevoerd, liep juist over deze broosheid van ons bestaan en over de noodzakelijkheid van het weten, wanneer ons aardsche huis gebroken wordt, dat het gebouw in de hemelen ons is wachtende.
Hoe na de dringen van Gods Koninkrijk hem aan het harte lage en hoe hij daarin leefde, weten allen, die met hem omgingen.
Trooste de Heere haar, die achterbleef, inzonderheid met de rijke vertroostingen Zijner genade.
Van den jongen man, wiens doodstijding mij eveneens ontroerde, is een enkel woord van dankbare herinnering aan wat hij voor ons werk heeft gedaan, alleszins op zijn plaats.
Zelf had hij als kind en als knaap de vurige begeerte om, als de Heere het wilde en hem daartoe de kracht en de gezondheid verleende, te mogen staan in de Bediening des Woords. De eerste schreden op dien weg werden door hem gedaan. Enkele klassen van de scheien ter voorbereiding werden met goed gevolg volbracht. Toch bleek zijn gezondheid wankel. Telkens sloeg lichamelijke zwakheid hiaten. Ouders en vrienden mochten met vreeze dit aanzien, hij zelf bleef vol moed. De gedachte, dat hij, al was het over een langere jarenreeks, toch het einddoel mocht bereiken, bleef hem bij. En waar dit bij hem persoonlijk zulk een ruime plaats innam in zijn leven, voelde hij ook zooveel voor het werk van onzen Bond.
Reeds jaren terug had hij het voor zijne rekening genomen te zorgen voor een inzameling in zijn naaste omgeving en onder de vrienden, voor een busje voor het Studiefonds. Zoolang ik als Penningmeester fungeer, heeft hij mij minstens tweemaal verrast met de zending van honderd gulden voor onze fondsen.
Wat dit zegt: „met zulk een zwakke gezondheid zulk een resultaat te bereiken en dat voor anderen", mag ik niet vertolken.
Ik achtte het mij een voorrecht, hem telkens hier te mogen ontmoeten in zijn maandenlang verblijf in het Diaconessenhuis alhier. Dat opgewekte jonge leven, dat kracht indronk uit de wetenschap: Gods genadig bestel gaat ook over mijn leven en begeeren, Hij weet wat goed is — heeft mij vaak stil gemaakt.
Wij blijven met groote erkentelijkheid voor alles wat wijlen onze trouwe vriend Johannes Leonardus van der Pauw voor ons heeft willen doen, gedenken.
Trooste de Heere de zijnen, inzonderheid zijn moeder, die zooveel in hem verloor, met deze heerlijke vertroosting, dat haar zoon in de hope des eeuwigen levens is ontslapen.
1. Met mijn overzicht van deze week ben ik heel spoedig gereed.
Ditmaal heb ik maar enkele posten te vermelden.
Het eerste kwam in een post van onzen vriend v. d. Gr., alhier. Hij zond mij acht gulden ƒ 8.-
Wat ik bij een vorige zending reeds beloofde, herhaal ik thans: 'k Hoop hem persoonlijk mijn oprechten dank te betuigen.
Zij de Heere hem nabij, ook in zijn eenzaamheid.
2. De heer S. D. B. te Zwolle zond me een gift van ƒ 1.50 voor ons Studiefonds..-1.50
k Blijf hem, evenals een vorige maal, zeer erkentelijk voor zijn blijken van meeleven.
3. Van de Afd. Sommelsdijk-Middelharnis zond me de Penningmeester de contributie met een begeleidend schrijven. Het eerste bedroeg - 21.-
Met genoegen heb ik verleden Zondag in de schoone kerk van Middelharnis het Woord mogen toedienen, 'k Hoop dat spoedig hier weer een eigen Dienaar des Woords het Woord mag uitdragen. Intusschen dank ik de vrienden voor walt zij voor ons werk hebben willen doen. Wij houden ons aanbevolen.
4. Het sluitstuk is een collecte, welke gehouden werd in Dinteloord bij gelegenheid dat aldaar voorging ds. Verkerk, van Oude Tonge. Deze collecte bracht op niet minder dan - 43.28 Wij zijn hiervoor zeer dankbaar. Tezamen geteld kom ik tot de som van
f 73.78
utrecht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1936
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1936
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's