KERK,SCHOOL,VEREENIGING
NED. HERV. KERK.
Drietal:
te Feijenoord-Rotterdam (alfab.): E. H. Blaauwendraad te Baarn ; dr. L. J. Cazemier te Terneuzen en J. A. Raams te Kloetinge.
Beroepen:
te Hoogmade J. H. Vrielink, cand. te Dalen — te Benschop P. Bouw te Melissant — te Kootwijk J. H. Koster te Montfoort — te Middelharnis H. A. de Geus te De Bilt — te Wilnis C. Brouwer, cand. te VIaardingen.
Aangenomen:
naar Hoogmade J. H. Vrielink, cand. te Dalen.
Bedankt:
voor Barneveld en Hoogeveen (toez.) E. E. de Looze te Den Ham (Ov.) — voor Spijkenisse Joh. Bronsgeest te Giessen-Oudekerk — voor Katwijk aan Zee J. P. E. C. Eerhard te Hillegom.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen:
te Doezum M. W. Nieuwenhuijzen te Franeker.
OUD GEREF. GEMEENTE
Aangenomen:
naar Oostburg C. v. d. Gruiter te Vlissingen.
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal:
te Opheusden : H. Ligtenberg te Lisse en J. Vreugdenhil te Kampen.
Beroepen:
te Middelharnis W. C. Lamain te Rotterdam-Z.
Afscheid, bevestiging en intrede.
Candidaat I. Schipper, te Oud-Beijerland, hoopt intrede te doen in de Ned. Hervormde Gemeente te Kockengen op 15 Maart a.s., na bevestiging door ds. J. E. Klomp, van Oud-Beijerland.
Candidaat J. H. van Grieken, van Rotterdam., zal D.V. Zondag 29 Maart a.s. zijn intrede doen in de Ned. Herv. Gemeente te Puttershoek, na bevestiging door zijn vader, ds. M. van Grieken, van Rotterdam.
Ds. mr. E. D. G. van der Horst is voornemens op Zondag 26 April a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gemeente te Heinenoord en 3 Mei d.a.v. intrede te doen te Oud-Gastel (N.-Br.), na bevestigd te zijn door ds. G. C. Postma, te Oudenbosch (N.-Br.).
Zondag 26 Jan. nam ds. H. H. van Ameide, wegens vertrek naar Elburg, afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te Groot-Ammers. Een groote schare vulde het kerkgebouw. De afscheidstekst was 1 Tim. 6 vers 21b. Toespraken werden gehouden door den consulent, ds. Van der Kooy, van Nieuwpoort, en ouderling J. Boesberg. Toegezongen werd Psalm 134 vers 3 en Psalm 121 vers 4. De gemeente van Groot-Ammers ziet dezen geliefden leeraar noode vertrekken.
Ds. Joh. E. van der Talk.
Ds. Joh. E. van der Valk, Ned. Herv. pred. te Kralingen, is vrij ernstig ongesteld. De ziekte, die tot op heden een gunstig verloop heeft, verhindert hem voorloopig zijn ambtelijke bezigheden te verrichten. Aan ds. Van der Valk is absolute rust voorgeschreven wegens hartaandoening.
Ds. L. J. van Leeuwen.
Naar wij uit Den Haag vernemen, is de toestand van ds. L. J. van Leeuwen, pred.-directeur van „Bronovo", die een operatie ondergaan heeft, vrij bevredigend, doch nog niet geheel geruststellend.
W. Mesman Kz. f
Op Donderdag 23 Jan. j.l. overleed in de hope des eeuwigen levens, in den ouderdom van 84 jaar, de heer W. Mesman Kzn., te Boskoop.
Wijlen de heer Mesman wasi op kerkelijk terrein een zeer bekende persoonlijkheid, evenals zijn reeds vroeger overleden zoon, D. Mesman, te Boskoop. Van de eerste Evangelisatie was genoemde heer jaren lang bestuurslid, totdat deze ontbonden werd volgens de statuten en deze Evangelisatie in tweeën viel. En daarna van de kort daarop opgerichte Ned. Herv. Geref. Evang. is hij al die jaren voorzitter of eere-voorzitter geweest, totdat deze werd opgeheven omdat de Confess. Evangelisatie en reeds genoemde Evangelisatie een compromis hadden gesloten en met Gods hulp boven verwachting het bolwerk der vrijzinnigen in de Ned. Hervormde Kerk alhier is ingenomen.
Met hem is een heengegaan waarvan het nageslacht met eere zal terugdeinzen. als een stoere werker en een strijder voor onze Gereform. beginselen in onze Hervormde Kerk. Maar ook het leed is hem in den avond van zijn leven niet bespaard gebleven ; zwaar zijn de beproevingen geweest die hij de laatste twee jaren moest dragen. Twee zoons, in de volle kracht van hun leren, werden hem plotseling ontnomen. Een zeer zwaar kruis kreeg hij in dezen van God te dragen, maar ook mag van hem gezegd worden :
Veel rampen zijn des vromen lot. Maar uit die alle redt hen God; Hij is hun hulp en schold.
Persoonlijke verantwoordelijkheid.
»In dezen moeilijken tijd is het buitengewoon jammer dat zoo weinig menschen persoonlijke verantwoordelijkheid durven te aanvaarden. Het is mogelijk, dat ze het niet kunnen. Maar het systeem van : Ga jij maar voor, ik ben niet bang — is eenvoudig fnuikend voor alle doortastende maatregelen. Wanneer er iets georganiseerd of onderzocht moet worden, vluchten we altijd in commissies; de commissie onderzoekt, rapporteert besluit, enz. enz. Elk lid is gedekt door zijn mede commissieleden; niemand draagt alleen de verantwoordelijkheid. Het is gewoon een systeem geworden; men dekt zich op z'n voorman. De onbenulligste dingen moeten overlegd, besproken en gevraagd worden; zelf een beslissing nemen durft men niet. Dat onze Minister-president zoo alom gewaardeerd en geëerbiedigd wordt, komt niet het minst door het feit, dat hij één van de weinigen is die persoonlijke verantwoordelijkheid durft te aanvaarden. Daarmee kom je toch tenslotte het verst. Een mooi voorbeeld is ook de huidige Gouverneur-Generaal van Nederl.-Indië. Toen hij vijf jaar geleden kwam, begroette men hem zonder veel enthousiasme. Maar wat is dat In die paar jaar veranderd ! Men heeft hem leeren kennen ais een man, die zelf beslissingen durft te nemen, een onafhankelijk man met een helder oordeel, toegankelijk voor eèn ieder, maar staande voor zijn zaak. Daarmee heeft hij heel Indlë gewonnen. En ik weet zeker, dat men hem daar dolgraag nog eene vijf jaar in Buitenzorg zou zien«. (Oog en Oor. Alg. Weekbl.),
De Stichting Veldwijk. 1886 — 28 Januari — 1936.
Hoewel bij het 50-jarig bestaan der Vereeniging tot Chr. Verzorging van Krankzinnigen ook haar oudste Stichting „Veldwijk" te Ermelo in 't bijzonder is toeschreven, willen wij toch gaarne aandacht vragen voor het fraaie boekje, dat het bestuur thans deed verschijnen, omdat de Stichting dezer dagen een halve eeuw bestaat. Een duidelijke situatie-teekening en niet minder dan 28 uitnemend! geslaagde foto's versieren het boekje, dat verder een korte omschrijving van alle onderdeelen der Stichting bevat.
Als men de lange rij namen ziet van hen, die als bestuurslid, geneesheer of geestelijk verzorger op ,,Veldwijk" hébben gearbeid, vormt zich de gedachte aan een complex van leed en leedverzachting, dat in stage evolutie de wendingen én de eischen van den tijd heeft bijgehouden, getuige ook wat men leest over arbeidstherapie, nazorg, gezinsverpleging en opleiding. Dit voortkomt ook het misverstand, dat Veldwijk „oud" Is. Integendeel!
Ned. Herv. Gemeente te Delfshaven. De Jeugddiensten.
De Jeugdkerkcommissie heeft in haar jongste vergadering besloten deze commissie op te heffen. De commissie is van oordeel, dat de Delfshavensche jeugddiensten dermate weinig op werkelijke jeugddiensten gelijken, dat voortzetting op deze wijze geen zin meer heeft.
In overleg met het Ministerie van Predikanten heeft de commissie een voorstel tot hervorming van deze jeugddiensten ingediend bij den Bijzonderen Kerkeraad, doch deze heeft dit voorstel van de hand gewezen en besloten de jeugddiensten op den ouden voet voort te zetten. De Jeugdkerkcommissie acht zich nu van haar taak ontheven.
Ned. Herv. Gemeente te Durgerdam. ƒ 500.— voor nieuwe stoelen.
De kleine Herv. Gemeente te Durgerdam is Zondag voor de tweede maal in deze maand een verrassing bereid. Eenige weken geleden deponeerde een onbekende in de brievenbus van de pastorie een gift van ƒ 300.— voor een bestaand fonds tot verhooging van het predikantstractement. En Zondag werd in de collectezak een enveloppe aangetroffen inhoudende vijfhonderd gld. aan bankpapier, met een briefje met de simipele mededeeling : „Voor nieuwe stoelen".
Ned. Herv. Gemeente te Rotterdam. Een gift van ƒ 4500.—.
De Ned. Herv. Gemeente te Rotterdam ontving, naar de Rotterd. Kerkbode meldt, een gift van f 4500.—, te verdeden : ƒ 1000.— voor de Zending ; ƒ 1500.— voor de Armen; ƒ 1000.— voor het tekort der Kerk; ƒ 500.— voor het Predikantsweduwenfonds en ƒ 500.— voor het Fonds 1935.
In één van de Wijken zal nu een hulpprediker worden benoemd, voorloopig voor één jaar.
Giften en legaten.
Jhr. mr. A. A. van Doorn van Koudekerke, in leven ambachtsheer van genoemde gemeente, die op 12 Nov. te Haarlem is overleden, heeft aan de Ned. Hervormde Kerk te Koudekerke en ook aan de Diaconie dier Kerk een legaat van ƒ 1000 vermaakt.
„Levensavond" stichting der Ned. Hervormde gemeente te Nijmegen, ontving van den heer H. p. een legaat - groot ƒ 1000.— De Weesinrichting te Neerbosch ontving van N. N. een gift van ƒ 1000.—.
Evang. Luth. Gemeente te Alkmaar. De vergadering der Vrijzinnigen.
Op de vergadering der vrijzinnige Lutherschen, die onder leiding van mej. Van den Berg maatregelen moest beramen om Alkmaar als vrijzinnig Centrum. voor de Lutherschen in Noord-Holland te behouden, nu de pastor-loei ds . H. Makkink van vrijzinnig rechtzinnig is geworden, waren een honderdtal belangstellenden opgekomen, een getal, grooter dan vroeger onder de vrijzinnige prediking ter kerke kwam.
Ds. C. H. Brandt, van Haarlem, waarnemend voorzitter der Algemeene Vereeniging van Vrijzinnige Lutherschen in Nederland, zette het vrijzinnig standpunt kortelijk uiteen, waarna ds. D. G. Hoevers, Luth. pred. te Amsterdam, de in de pauze ingediende schriftelijke vragen beantwoordde, hetgeen leidde tot de oprichting van een afdeeling van bovengenoemde vrijzinnige Vereeniging. Het meenendeel der aanwezigen trad als lid toe.
Na de verkiezing van een voorloopig bestuur, dat nadere plannen zal ontwerpen, en het zingen van enkele Luther-liederen, werd de vergadering, na dank aan de beide gasten voor hun „geestelijk advies", gesloten. (De Standaard).
Examen Schoolraad.
De aanmelding voor deelneming aan de voorjaarsexamens van den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel moet geschieden van 15 Febr. tot 10 Maart a.s, . bij den secretaris, den heer O. F. Verschoor, Gev. Deynootweg 20, Scheveningen.
Mr. E. P. Verkerk over : „Bruine idealen".
Voor de Herv. Geref. Jeugdcentrale te Rotterdam heeft mr. E. P. Verkerk, burgemeester van Boskoop, een lezing gehouden over het onderwerp „Bruine Idealen" en daarbij de beginselen van de N.S.B, besproken en aan ernstige critiék onderworpen.
Combinatie van Gemeenten.
Door de kerkeraden van de Ned. Herv. Gemeenten te Akkrum en te Deersum (Fr.) is besloten, zich tijdelijk te gaan combineeren, om gezamenlijk een predikant te kunnen beroepen.
De rechtzinnige leden van Akkrum hebben zich hiertegen zoo lang mogelijk verzet, omdat nu de vrijzinnigen te Akkrum des te sterker worden, wat dezen niet onwelgevallig is. Ook in „Combinaties" zit soms „muziek".
Het lager Onderwijs te Houten.
Omzetting van een openbare school in een bijzondere.
Men schrijft aan „de Standaard" : Een actueele schoolkwestie staat te Houten (bij Utrecht) midden in de publieke belangstelling. De heer Roelofsen, hoofd der openbare school, gaat met pensioen. Voorstanders van christelijk onderwijs stellen nu pogingen in het werk om deze openbare school om te zetten in een bijzondere school.
De vorige week sprak de heer J. van der Spek, directeur van de Rehobothschool en Inspecteur van het C.N.S., in een vergadering met de ouders. Aan de discussie werd deelgenomen door een vertegenwoordiger van de Vereeniging voor C.V.O.
De heer Roelofsen, hoofd van de openbare school, waarschuwde tegen versnippering. „Kom broederlijk bij elkaar" — aldus spreker — „en sticht een Schoolvereeniging en bepaal uw eigen onderwijs, maar geen scheuring, noch ter rechter-, noch ter linkerzijde".
Ds. J. G. Dekking, Ned. Herv. pred. te Houten, hield de ouders de doopbelofte voor en wees hen op hun verantwoordelijkheid.
Er werd geen overeenstemming bereikt. Sommige ouders kunnen zich met den nieuwen gang van zaken niet vereenigen en willen de openbare school handhaven.
Intusschen zal een voorloopig comité zijn taak blijven voortzetten en trachten het voor oogen gesteld doel te bereiken.
De laatste salarisvermindering ?
Dat van belastingverhooging moeilijk nog eenig goeds kan worden verwacht, ziet ook de Regeering in, eveneens dat naar verdere versobering moeit worden gestreefd. De Regeering spreekt de hoop uit, dat met de met 1 Januari j.i. ingegane verlaging van de salarissen der ambtenaren zal bunnen worden volstaan en dat zij dus de laatste zal zijn.
De Regeering zal ook in de toekomst aan de belangen der groote gezinnen haar aandacht blijven wijden.
De Spellingkwestie.
Op 26 September 1934 heeft de Ministerraad bepaald dat bij examens voor de Rijksdiensten de vereenvoudigde schrijfwijze zal worden in acht genomen, maar dat tot 1 Januari 1936 vrijheid wordt gelaten ook de spelling van De Vries en Te Winkel te gebruiken. Zoolang de Regeering nog niet de nieuwe spelling voor haar ambtelijke stukken heeft aanvaard, zullen de in dienst tredende ambtenaren de oude spelling moeten gebruiken.
In verband hiermede heeft de Ministerraad den genoemden datum vervangen door 1 Januari 1937.
Nationale Vlag.
Inderdaad is; bij de regeering in overweging of harerzijds niet een beslissing moet worden genomen, waardoor voor het geheele volk duidelijk zal worden, dat er maar één nationale vlag is. Dat die beslissing bij een deel van het volk ontstemming zal kunnen wekken, mag geen reden zijn om den bestaanden weinig gewenschten toestand te doen voortduren.
Vacatures in de Ned. Herv. Kerk.
Vacatures in de Ned. Herv. Kerk. In „Het Doetinchemsche werk", veertiendaagsch orgaan van de Chr. Philantropische Inrichtingen te Doetinchem, geeft ds. C. A. Snoep een overzicht van het aantal vacatures in de Ned. Herv. Kerk. Daaraan ontleenen we, dat op 1 Januari jl. het aantal vacante plaatsen 291 bedroeg, of 9 minder dan op 1 Juli 1935 en 25 minder dan op 1 Januari 1935. In 1935 zijn 12 predikanten overleden, 26 met emeritaat gegaan, terwijl 12 het ambt verlieten of tot een anderen werkkring over gingen.
Opnieuw traden in dienst of kwamen uit het buitenland over 13 predikanten, 1 nieuwe predikantsplaats werd gesticht en 2 combinaties van gemeenten vonden plaats. 90 candidaten tot den H. Dienst werden toegelaten, waarvan de meerderheid nog geen beroep heeft aangenomen. Tal van candidaten zijn werkzaam ais hulpprediker.
Honderdjarige kerk, in Friesland's Z.O. Hoek.
De Gereformeerde Kerk te Appelscha hoopt 7 Februari a.s. te gedenken, hoe precies honderd jaar geleden ds. Hendrik de Cock de ambten heeft ingesteld. Het was de eerste plaats in Frieslands Zuid-Oosthoek, waar een Gereformeerde Kerk tot openbaring kwam. Twaalf predikanten hebben achtereenvolgens deze kerk gediend.
Vier van de zes nog in leven zijnde dienaren des Woords, die hier gestaan hebben, hopen de herdenkingsplechtigheid, mee te vieren en een toespraak te houden, n.l. ds. D. Vrieling, van Haren, .prof. dr. J. Waterink van Amsterdam, ds. H. M. Ploeger van Culemborg en ds. C. M. van der Loo, van Rijnsburg.
De tegenwoordige predikant, ds. D. Vreugdenhil is voornemens de herdenkingsrede te houden en een historisch. overzicht te geven. 's Morgens: wordt er een samenkomst gehouden met de kinderen, terwijl 's middags en des avonds de eigenlijke jubileumvergaderingen zullen plaats hebben.
Doleantie-herdenking;
In „De Gereformeerde Kerk" schrijft „Junior" een mild woord over de verhouding tusschen de bij de Doleantie betrokken kerkgroepen: „Ik zou in het bijzonder er op willen wijzen, dat de beste wijze van Doleantie-herdenking is: haar weg te nemen.
Hier ligt voor de Hervormden een bepaalde taak, — n.l. het reorganiseeren hunner kerk. Laat men dit jaar de kerkelijke kwestie met groote nadruk aan de orde stellen.
Te lang heeft men wel de doleerende bestreden, maar zelf berust in de bestaande toestand ; te lang heeft men zich geschikt naar de belemmering van hen die louter om partij-behoud geen reorganisatie wenschen. Kans of niet — aanleiding of niet — de kwestie moet aan de orde gesteld worden.
Ten slotte : Vroeger sprak men van Doleerenden.
Wie kennen die naam haast niet meer. Nu heet het: Gereformeerden. Ik betreur het, dat de naam Doleerend zoek raakt.
De Doleantie-herdenking zal hem wel weer naar voren doen komen als een eerenaam. Hoe dit zij: ik wensch, dat dit geschiede. Dat Hervormden en Gereformeerden dezen naam, op zich nemen.
Doleeren : klagen over het verval der Kerk, in beide kerkgemeenschappen; klagen over de gescheidenheid. Bij God klagen over onze zonden voor Hem en tegenover elkaar. Dan kan er een zegen uitgaan van onze herdenking".
De School zonder Bijbel.
„Noem eens een gebouw, dat voor veel menschen een heiligdom is ? " Zoo luidde de vraag, gesteld aan Utrechtsche schoolkinderen. Zij, die de vraag geformuleerd hadden, meenden terecht, dat het antwoord voor de hand lag : een kerk. Maar dan hebben ze zich toch vergist. Niet minder dan 55 pct. der gevraagde kinderen wist het juiste antwoord niet te geven !
Dat velen aan een „museum" en een „schatkamer" dachten, is minder vreeselijk, dan dat enkelen kerk en bioscoop in één adem noemden: „De kerk, voor een ander de bioscoop, ieder naar zijn smaak".
Het is natuurlijk niet het kind, dat zoo op de testvraag reageert, het is de echo van het ouderlijk cynisme, dat men hier hoort klinken. Het Calv. Weekblad voegt aan deze commentaar (uit de Mededeelingen van het Nutsseminarium) nog een hartig woordje toe :
„En het is de echo van de slaplendige „verdraagzaamheid", die gaarne toestaat, dat voor u de kerk een heiligdom is, maar dan van u wederkeerig eischt, dat ge een ander respecteert in zijn opvatting van de bioscoop. Een kwestie van smaak ? De kinderen hebben dat thuis gehoord en ze praten het graag na. Het is de standpuntloosheid van hen, die juist het verderfelijkste standpunt innemen".
Kerkafbraak.
De N.R.C, bevatte dezer dagen onder dit opschrift een „ingezonden", dat begint met een klacht over de onmacht der kerkelijke besturen :
„Naast het werk van „Kerkopbouw" en „Kerkherstel" zou ook gevoegelijk gewezen kunnen worden op dat negatieve werken in de Ned. Herv. Kerk, dat we zouden kunnen betitelen als „kerkafbraak". De vraag over tucht komt al meer en meer op den voorgrond, en dan blijkt het telkens zoo pijnlijk, hoe ontstellend de onmacht der kerkelijke colleges is. Het proces tegen de Communistische predikanten Snethlage en Boers is met een sisser afgeloopen niet alleen, maar heeft den beschuldigden nog een mooie gelegenheid gegeven reclame te maken voor hun zaak binnen het raam der kerk."
Over ds. Boers te Roordahuizen deelde inzender het volgende mede :
„Bovengenoemde Friesche predikant heeft over zijn reis naar Den Haag in zijn gemeente een aangekondigde preek gehouden en de partijgenooten zijn in grooten getale komen luisteren. De communistische broeders volgen hem, zelfs naar zijn vacaturebeurte in gemeenten, die van het communisme niets moeten hebben. En men ontziet zich dan niet om aan den uitgang der kerk communistische pamfletten uit te deelen aan de kerkgangers. 't Meerendeel van de kerkeraden der vacante rlnggemeenten zou gaarne van dezen Russischen predikant verlost willen zijn, maar men moet het gedoogen dat op de vastgestelde tijden van den kansel af de Sovjet-boodschap het Evangelie vervangt."
't Gaat er te Roordahuizen wonderlijk toe. Lees slechts :
„Het kerkgebouw in Roordahuizen, waar reeds eerder Pisuisse en Jan van Riemsdijk optraden, wordt meer en meer de plaatselijke schouwburgzaal. Op 20 October gaf die V.A.R.A. er een avond, waarop een paar accordeonspelers vóór den preekstoel hun liederen ten beste gaven. Het duo Delgrasso bepaalde zich in hoofdzaak bij dansmuziek. Het Varalied werd gemeenschappelijk gezongen en .aan het slot verzocht de voorzitter, tevens ouderling der kerk, om staande tezamen die Internationale aan te heffen, hetgeen geschiedde ! Op den 5den November kwam. de J.V.O. in het kerkgebouw bijeen. Het programma van den propaganda-feestavond vermeldde o.a. muziek van „'t Strijkje", dat marschen en walsen speelde. Ter plaatse zijn een paar zeer fatsoenlijke logementen, met ruime zalen. Bovendien is er nog een groot lokaal, behoorende aan de kerk. Gelegenheid te over dus om deze samenkomsten buiten het kerkgebouw te laten plaats hebben." Inzender besluit zijn klachten-relaas aldus:
„De macht van het classicaal bestuur schijnt niet verder te kunnen gaan dan dat het een verzoek aan den kerkeraad kan richten om den kerkvoogden te vragen het kerkgebouw niet meer af te staan voor dergelijke doeleinden. Maar waar de communist-predikant voorzitter des kerkeraads is, en naast zich vindt den ouderling, die de Internationale in 't kerkgebouw laat zingen, daar begrijpt men, welk antwoord het classicaal bestuur krijgt! En zoo gaat de kerkafbraak ongestoord verder !"
Kerkopbouw.
In het laatste nummer van het maandblad „Kerkopbouw" wijdt prof. dr. A. M. Brouwer een aran de .strijdvraag of Classicale Vergaderingen van de Kerk in Gods Woord zijn voorgeschreven. Hij geeft daarbij een uitvoerige bespreking van Handelingen 15, het zoogenaamde Apostelconvent, en komt tot de volgende conclusie :
»Het is daarom ongeoorloofd zich op Hand. 15 te beroepen, om het instituut van Classicale Vergaderingen daarmee als ,,eisch van Gods Woord" te doen voorkomen. Het is geheel een kwestie van practlsche organisatie, of men al dan niet Classicale Vergaderingen zal houden en welke bevoegdheden men daaraan zal toekennen. Meent men, dat de Oud-Christelijke verhoudingen van Hand. 15 ook voor onze hedendaagsche organisatie normgevend behooren te zijn, dan moet men aannemen een geestelijk gezag naast dat der ouden, en een gezag van de moedergemeente of metropolis over de andere gemeenten, al zijn deze niet ter vergadering vertegenwoordigd«.
De praters in de kerk.
Dr. Gunning heeft een kruidig stukje in Pniël aan het adres der praters-in-de-kerk. Hij noemt ze „zwetsers en herinnert hen dan aan een aardig voorval, den prins van Condé te Parijs overkomen.
Deze excellentie kwam bij een zekere godsdienstoefening naast een seminarist te zitten, die hem door zijn bescheiden en zijn godvruchtige houding belang inboezemde. Hij wilde eens een praatje met hem houden en vroeg hem daarom: Wat studeert gij op 't oogenblik in 't seminarie ? " Maar de gevraagde gaf geen antwoord. De prins, die meende, dat zijn buurman hem niet verstaan had, herhaalde zijn vraag, maar opnieuw kreeg hij geen antwoord.
Daarop vroeg Zijne Deftigheid, nu wel een weinig geprikkeld : „Maar wat leert men jullie dan toch wel in het seminarie ? "
„Men leert ons in de kerk te zwijgen", kwam er eindelijk, zacht, maar beslist als antwoord.
Hoe kwam het dat Luther de Kerkregeering in handen van de vorsten wilde gesteld zien?
In De Heraut schrijft ds. Winckel in de Rubriek »Buitenland« ais volgt, naar aanleiding van den Kerkstrijd in Duitschland :
»Luther heeft geleerd, dat in de eerste plaats verkondiging van Gods Woord en bediening der Sacramenten voor een Evangelische Kerk noodig zijn. Maar daarnaast zijn er uitwendige ordeningen, die voor het bestaan der gemeente onontbeerlijk zijn. De Heere had bevolen, dat zij, die het Evangelie verkondigen, ook van het Evangelie zullen leven (1 Cor. 9 : 14). Daarom, moest de vraag gesteld : hoe zal men die middelen vinden om den prediker te onderhouden ? En hoeveel andere uitgaven heeft de gemeente — als het onderhoud der gebouwen, het onderwijs der jeugd en de arm verzorging. Ook op deze dingen heeft Luther gelet. Men weet dit uit een voorrede, die de reformator in 1523 schreef voor de „regeling van een algemeene kas" voor de gemeente Leisnig. Men had in die gemeente voor de verschillende kerkelijke doeleinden een centrale kas gesticht. In die kas moest al het geld vloeien, dat tot hiertoe den kerken, stichtingen, kloosters en broederschappen toebehoord had of ten goede gekomen was. Deze kas werd beheerd door een commissie van tien personen, die aan de gemeente rekenplichtig was. Driemaal 's jaars vergaderde de gemeente om over de belangen der gemeente te beraadslagen en te besluiten. Deze regeling beval Luther aan. Zij kwam overeen met zijn gevoelen omtrent het algemeen priesterschap der geloovigen. De regeling, die te Leisnig gold, hoopte Luther, zou ook in andere gemeenten nagevolgd worden.
Maar het kwam anders uit. De regeling te Leisnig viel weg. Kort daarna brak de „boerenoorlog" uit en Luther gaf het ideaal, dat hij zich van de Christelijke gemeenten gevormd had, prijs, om zich inzake kerkleiding en kerkordening terug te trokken op de plompe wijsheid van den politieknuppel: de ezel wil slaag hebben, en het gepeupel wil met dwang geregeerd worden".
Uit den toon, waarmede Luther daarna het ideaal eener Christelijke gemeente schetst, bemerkt men, hoezeer het den reformator aan het hart gaat, dat hij het prijs moet geven. Tot de kerk rekent hij niet de groote massa, die in het geheel niet weet, al is zij gedoopt, waarom, het in die Christenheid gaat, maar zij die met ernst Christenen zijn en dit met hart en mond belijden. Dezen moeten, gelijk het in de Handelingen der Apostelen van de eerste Christenen beschreven wordt, in een huis vergaderen om te bidden, te lezen, te doopen, het Avondmaal te vieren en christelijke werken te doen. Een in een hoek verscholen kerk wilde Luther niet. Dit zou een bron van „sectarisme" zijn met de neiging, zich van de kerk af te scheiden. Zij, die met ernst Christenen wilden zijn, moesten veel meer de kern van de geheele gemeente worden, en op hare vorming werken als een zuurdeeg dat het geheele deeg doortrekt .
Daarna spreekt Luther (het is in zijn geschrift van 1526 „Deutsche Messe" te vinden) van de kenmerken, die de ware kerk hebben moet en noemt daarbij in de eerste plaats : de kerkelijke tucht, die volgens Matth. 18 moet geoefend worden, om daarna te handelen over den Chr. arbeid der liefde, de godsdienstoefeningen en het godsdlenstonderwijs.
Als het ideaal der Chr. gemeente voor oogen gesteld is, komt Luther er toe te spreken van een „wanneer" en een „maar". „Wanneer men die menschen had, die met ernst begeerden Christenen te zijn". „Maar — ik heb er geen personen en menschen voor, en ik zie er ook niet veel die daarnaar streven." Luther ziet zich genoodzaakt zijn keurvorst uit te noodigen om in te grijpen. De boeren wilden geen tienden meer aan die overheid betalen, zij eischten dat geld op, om het voor de predikanten en de armen te besteden en de rest zelf te houden — maar zij hielden alles voor zichzelven. Als de keurvorst zich niet liet gelden, zouden er binnenkort geen pastorieën, geen scholen, geen leerlingen meer zijn en aldus Gods Woord en Zijn dienst te gronde gericht weezen. Luther vond het niet meer raadzaam aan de gemeenten de beslissing te geven onder welke kerkorde zij wilden leven.
Zoo kwam het dat in Duitschland de vorsten van het land de macht over de Ev. landskerken kregen. Dit heeft vier eeuwen geduurd en het werkt nog na, al heeft Duitschland geen regeerende vorsten meer. Daarom. heelt het des te meer onze sympathie als een dr. Niemöller den strijd aanbindt tegen de Staatsmacht in de Kerk. Men merkt wel daartegen op, dat in Duitschland de Evangelieprediking toch niet belemmerd wordt. Dat is waar. Doch hetgeen de Duitsche Ev. Kerk ondervonden heeft, van een door politie geschraagd kerkbestuur, doet het begrijpen, dat een streven als dat van dr. Niemöller ten volle gerechtvaardigd is. Dit streven gaat uit van de leuze : in de kerk geen andere heerschappij dan die van haar verheerlijkt hoofd Christus. Daardoor gevoelen wij Gereformeerden in Nederland ons met dr. Niemöller en zijn aanhang geestelijk verbonden."
Fliedners werk.
De bekende Protestantsche Evangelisatie in Spanje, geleid door ds. Theodor Fliedner te Madrid (een Duitscher), verkeert in nood. Een leenlng van ƒ 12500.— moet binnenkort worden afgelost, anders dreigt executie der gebouwen. De Christenen in Duitschland hebben alle moeite gedaan doch het bijeengebrachte geld (naar ds. Fliedner bericht ƒ 25000.—) mag er wegens de deviezenverordening niet uit. Zoodoende moet nu het geld van andere zijden komen. In Nederland is het inzameladres : Zusterplein 24 te Zeist. Een circulaire ter aanbeveling verkreeg de onderteekening van dr. C. W. Th. baron van Boetzelaer van Dubbeldam te De Bilt, dr. K. Dijk te Den Haag, jhr. mr. D. J. de Geer te Den Haag, mr. S. J. Hogerzeil te Den Haag en dr. A. A. L. Rutgers te Den Haag.
Kerk te Genève.
De Protestantsche Kerk te Geneve (stad en land) heeft een tekort over 1935 van niet minder dan 200.000 Zwitsersche francs.
De Gereformeerde Kerken.
De statistiek in het jaarboek 1936 der Gereformeerde Kerken in Nederland wijst uit, dat deze kerken eind 1935 620593 zielen tellen, tegen 612643 eind 1934, een toename aldus van 8000 zielen. Opmerkelijk is, dat het aantal belijdende leden in dit jaar van 303468 tot 308523 opliep, alzoo ruim 5000 meer, zoodat van de totale vermeerdering dezer kerken in zielental het overgroote deel op de belijdende leden valt, niet op de doopleden. Het aantal predikanten klom met 19.
Actualia.
De Vrij Evangelische gemeente te Haarlem, heeft besloten, teneinde aani te geven dat zij tot die Gereformeerde richting behoort, haar naam te veranderen in Vrije Evang. Geref. gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1936
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1936
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's