STAAT EN MAATSCHAPPIJ
EEN ERNSTIG GEVAAR
De gevaren, die zich op dit oogenblik in ons land tengevolge van den gewijzigden monetairen toestand voordoen, zijn zeer talrijk.
Op een dezer gevaren, en wel op een ernstig gevaar, willen wij de bijzondere aandacht vestigen.
Dit gevaar betreft de mogelijkheid, dat de aanpassing aan een lager levenspeil, welke door de crisisomstandigheden ten dienste der volkswelvaart gevorderd wordt en welke aanpassing na een moeizamen arbeid van Kabinet en Staten-Generaal voor een groot gedeelte verkregen is geworden, niet weer verloren gaat.
Er zijn toch groepen der bevolking, die b. v. met het oog op de winst, die de Nederlandsche Bank als gevolg van de herwaardeering van den goudvoorraad zal behalen, en die, naar zij schatten, op een paar honderd millioen gulden is te stellen, de Regeering aanzetten tot potverteeren.
In deze kringen verkeert men zelfs in de meening, dat, nu de losmaking van den gulden van het goud plaats had, het vraagstuk der aanpassing geen beteekenis meer heeft.
Doch dit is natuurlijk niet zóó.
Want evenals vóór het tijdstip, dat de gulden werd losgemaakt van den gouden standaard, verlaging van de staatsuitgaven een gebiedende eisch van goed regeerbeleid was, zal die zelfde eisch ook thans nog moeten gelden, al zijn de omstandigheden gewijzigd.
Daarom zal vooral in dezen tijd scherp moeten worden toegezien dat de uitgaven niet worden verhoogd en zal de Volksvertegenwoordiging zich schrap hebben te zetten tegen eiken aandrang, die op de Regeering geoefend wordt, om b.v. de salarissen te verhoogen.
Want daardoor zouden niet alleen de moeilijkheden toenemen om eindelijk tot een sluitende begrooting te geraken, maar zou ook het bedrijfsleven de schadelijke gevolgen daarvan ondervinden.
Immers het is te verwachten, dat, wanneer het Rijk tot salarisverhooging van het overheidspersoneel overging, de bedrijven zouden gedwongen worden om voor het personeel in hun dienst het voorbeeld van de Overheid te volgen.
Want deed men dit niet, dan zou de onmogelijke toestand, waarin België en Frankrijk verkeeren, ook hier intreden, in welke landen de eene staking op de andere volgt.
Uit dit gezichtspunt is het dan ook dringend noodzakelijk, teneinde eiken drang tot vermeerdering van de staatsuitgaven te kunnen weerstaan, dat het levensonderhoud der bevolking niet duurder wordt.
Dit heeft ook de Regeering begrepen, toen zij in de eerste plaats het wetsontwerp indiende, waarbij maatregelen worden getroffen tot het tegengaan van prijsopdrijving, waardoor gewaakt kan worden, dat niet de eerste levensmiddelen en noodzakelijke gebruiksartikelen aan een onevenredige prijsstijging worden blootgesteld ; en vervolgens de Minister van Binnenlandsche Zaken een circulaire tot de burgemeesters richtte, waarin duidelijk de maatregelen worden aangegeven, die genomen moeten worden om het publiek tegen het opzetten van de prijzen te beschermen.
Het genoemde wetsontwerp is intusschen door de voortvarendheid van de beide Kamers der Staten-Generaal wet geworden.
De maatregelen tot het tegengaan van prijsopdrijving kunnen heilzaam werken, maar dan moet geheel het volk de Regeering in haar arbeid steunen.
De bevolking moet er van doordrongen zijn, dat door de wijziging van de muntpolitiek, waartoe de Regeering gedwongen werd, ernstige gevaren dreigen.
En deze gevaren zijn met Gods hulp alleen dan af te wenden, wanneer een ieder voor zijn persoon achter de Regeering staat.
DE STUURLUI AAN WAL
Er zijn lieden, die er behagen in scheppen en die er een soort sport van maken om de Regeering dwars te zitten.
Vooral moet het daarbij de Minister-President dr. Colijn ontgelden.
De couranten en tijdschriften worden nagespeurd of er ook niet iets te vinden is, waarbij de Regeering becritiseerd wordt of een aanval op het Kabinet gedaan wordt.
Over de groote moeilijkheden, waarmede de Regeering te worstelen heeft en over de zware tijden, die wij beleven, bekommeren deze lieden zich niet.
Zoo gaat het ook in deze dagen, nu de Regeering door onmacht gedwongen werd den gouden standaard los te laten.
Het is critiek en nog eens critiek, wat de klok slaat. De een beweert, dat de Regeering met haar maatregelen, die wijziging brengen in den monetairen toestand van ons land, te laat komt.
Een ander betoogt, dat de wetsontwerpen, regelende den nieuwen toestand, gereed hadden moeten liggen en de gevolgen hadden moeten
overwogen worden, alvorens tot depreciatie van de munt werd overgegaan.
Een derde, die er alles reeds van wist, is van meening dat elk vooruitzien in bet beleid der Regeering ontbreekt.
We zouden al deze critici eens willen verwijzen naar wat het buitenland over de maatregelen der Regeering schrijft.
Wij doen uit de vele schrifturen, welke ter onzer beschikking staan, slechts een enkele greep. Zoo het oordeel van den correspondent van het Fransche blad de Temps :
De correspondent van de Temps looft de verwonderlijke tegenwoordigheid van geest, waarmee het Nederlandsche volk de gebeurtenissen van de laatste dagen opgenomen heeft. De nieuwe muntpolitiek opent zich naar de meening van het 'blad onder de gunstigste teekenen. Dr. Colijn kon trotsch zijn op zijn werk van deflatie en aanpassing. De voorstanders van devaluatie zelf moesten gedurende de afgeloopen maanden de resultaten van de regeeringspolitiek erkennen. Door het buitenland gedwongen, gaat Nederland, na orde op zaken gesteld te hebben, nieuwe wegen bewandelen. Aan deze orde zijn de voordeelen te danken, die Nederland en koloniën zeker uit den nieuwen staat van zaken zullen trekken.
En Sir Henry Deterding, de groote financier, wiens oordeel over de monetaire maatregelen gevraagd werd, zegt:
»U behoeft mij eigenlijk niets te vragen« — aldus Sir Henry. »De heer Colijn heeft duidelijk zijn meening gezegd en U kunt er zelf logische gevolgtrekking uit maken. Volkomen terecht heeft minister Colijn er den nadruk op gelegd, dat wij onmogelijk alléén den strijd konden volhouden, nadat Zwitserland — de sterkste van de twee overgeblevenen, die nog het goudblok vormden — dit ook verlaten had.
Ik juich dezen gang van zaken. toe. Dat de gulden niet onmiddellijk gedevalueerd is, begrijp ik volkomen. Men kan niet verwachten, dat dergelijke belangrijke beslissingen in enkele uren of dagen genomen worden. Laat men rustig de ontwikkeling der dingen afwachten*.
Ziedaar een tweetal uitspraken, die de stuurlui aan den wal wat te denken moeten geven.
Hopen wij, dat ze voortaan wat gematigder in hun critiek zullen zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1936
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1936
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's