STAAT EN MAATSCHAPPIJ

DE OPROEP DER REGEERING
In dezen tijd van groote zorg en van veel beroering en waarin zoo kennelijk gezien wordt vanwege de zonden der volken en de verdorvenheid van de menschheid, dat God met Zijn toorn op de aarde is en de wereld met Zijn oordeelen bezoekt, mocht verwacht worden, dat ons volk eendrachtig achter de Regeering zou optrekken, die bij monde van den Minister-President met het oog op de ernstige gevaren, die dreigen, in de bekende radio-rede van Maandag 28 September heel Nederland opriep, om de handen ineen te slaan en allen saam met biddend hart en eenparig willen de nieuwe moeilijkheden tegemoet te gaan.
Van de zijde der Regeering wordt toch alles gedaan wat maar eenigszins mogelijk is om het schip van Staat, met Gods hulp, door de zware branding heen, in veilige haven te brengen.
Dag aan dag, soms tot diep in den nacht, zijn de Ministers, en niet in de laatste plaats dr. Colijn, die toch ook reeds het 70ste levensjaar nadert, bezig om met schier bovenmenschelijke kracht al die maatregelen te treffen en al die beslissingen te nemen, die noodig zijn om het land voor nieuwe rampen te bewaren.
Geen arbeid is toet Kabinet te veel en geen werk is de Regeering te zwaar, om voor zooveel het in haar vermogen is, te zorgen dat het economische en sociale leven van ons volk nog niet in verdere mate ontredderd wordt.
Zien wij naar Spanje, Frankrijk en België, om slechts deze drie landen te noemen, dan mogen wij God danken voor de zegeningen, die wij hier in Nederland nog genieten.
En hoe antwoordt nu het Nederlandsche volk op den oproep van de Regeering ?
Natuurlijk spreken wij niet over de revolutionaire groepen der bevolking van uiterst links en uiterst rechts, de Marxisten en de Nationaal-Socialisten, al mogen wij niet geheel stilzwijgend het schandelijke pamflet voorbijgaan, dat door de laatstgenoemden naar' aanleiding van de depreciatie van de munt door geheel Nederland is verspreid geworden. Dit schandstuk gaat in misleiding en ophitsing verder dan eenig stuk, dat ooit van Nationaal-Socialistische zijde werd in het licht gegeven. Terwijl de Regeering roept om eenheid, samenbinding en vertrouwen en de overgroote meerderheid van ons volk zich achter het Kabinet schaart, ook al zijn er bij deze meerderheid niet weinigen, die het in het verleden met de Regeering niet eens waren, doch die thans terwille van het leven en de welvaart van het volk, dat door speculanten veel schade zou kunnen worden berokkend, alle verschillen terzijde stellen, wordt door de Nationaal-Socialistische Beweging een stuk de wereld ingezonden, dat in leugenachtigheid en schandelijkheid zijn weerga niet kent.
Wij laten, zooals wij hierboven zeiden, de revolutionaire groepen van uiterst links en uiterst rechts onbesproken. Wij zien echter, dat buiten deze extremistische partijen - en dit is, wat in deze dagen zoo beangstigend is groepen der bevolking, die zich als Christelijk aandienen, en toch niet anders handelen dan de revolutionairen doen. Ook van die zijde worden de moeilijkheden, waarin Regeering en volk zich bevinden, ten eigen politieke bate uitgebuit. Terwijl gelukkig nog alles normaal verloopt, zegt men, dat duizenden groote schade wordt berokkend ; velen zich verrijken ; een groot deel der bevolking op ontzettende wijze wordt gedupeerd; kleine luyden, als kleine spaarders, arbeiders, werkloozen, gepensionneerden, als met één slag een groot gedeelte van hun bezit wordt ontnomen ; de zuur bespaarde penningen voor een belangrijk deel verloren zijn ; in duizenden huisgezinnen enorm veel leed wordt ondervonden.
Maar dit is tot op 'het oogenblik niet waar. God beware ons volk, dat het zoover komt. En waarvoor wordt dit alles nu gezegd ?
Het is niet anders dan om onrust te kweeken, wantrouwen onder het volk te zaaien en de Regeering bij de bevolking verdacht te maken. Men maakt het volk opstandig.
Intusschen begrijpt men niet, welke groote verantwoordelijkheid men op zich laadt.
Laat het getrouwe volk in Nederland indachtig blijven de woorden, door den Minister-President gesproken, om de handen ineen te slaan en allen saam met biddend hart en eenparig willen de nieuwe moeilijkheden, waarin wij gebracht zijn, tegemoet gaan.
Dan is de zegen van den Heere God op den arbeid van Regeering en volk te verwachten.

EEN SCHANDELIJK STUK
Het Chr. Hist, weekblad „Koningin en Vaderland" schrijft onder bovenstaand opschrift over het pamflet, dat van de zijde der Nationaal-Socialistische Beweging naar aanleiding van de gewijzigde monetaire politiek door geheel Nederland werd rond gespreid :
»In het moeilijk en gevaarlijk oogenblik, dat thans door het Nederlandsche volk wordt beleefd, nu alles roept om eenheid, om samenbinding, om vertrouwen en aaneensluiting, verspreidt de Nationaal-Socialistische Beweging een pamflet, welks gelijke, in ophitsing en misleiding, bezwaarlijk hier of elders zal zijn te vinden.
In dit stuk wordt eerst het droevige feit, dat de Nederlandsche Regeering gedwongen werd haar manhaftig verdedigd standpunt prijs te geven, misbruikt, om den ernst en de goede trouw dier Regeering in verdenking te brengen.
Dan geeft het pamflet een opsomming van alle ellenden, die van het uitvoerverbod van goud het gevolg zouden kunnen zijn. Hierbij worden alle klassen van het Nederlandsche volk genoemd : op aller ongerustheid en ontstemming wordt gespeculeerd : De steunwaarde voor den werklooze zal verminderen. De salariswaarde voor den loontrekkende zal dalen. Den spaarder zal verlies aan kapitaalwaarde treffen. Den gepensionneerde wacht eene aderlating.
Na deze opsomming volgt een reeks van zeven maatregelen, welke de N.S.B, noodzakelijk acht :
1. Intrekking der verlaging van den werkloozensteun ;
2. herstel van den huurbijslag ;
3. herstel van de vroegere loonen en salarissen;
4. herstel der vroegere pensioenen ;
5. herstel van den richtprijs van de tarwe ;
6. vergoeding van schade aan houders van Overheidsobligaties ;
7. waarborgen tegen uitkleeding van het Nederlandsche volk door geldwolven en duisterlingen.
Na de vermelding van al deze maatregelen volgt de troostrijke verzekering : »dat al deze maatregelen achterwege zullen blijven en dat de Regeering blijft, totdat de N.S.B, schoon schip zal hebben gemaakt en weder samenwerking kan ontstaan in een volk, dat thans weerloos en geslachtofferd is«.
Het verspreiden van zulk een stuk, waarin ellenden worden aangekondigd, die voor een deel niet komen, en voor een ander deel de volle aandacht der Regeering hebben - waarin maatregelen worden geëischt, die voor een deel overbodig en voor een ander deel reeds in voorbereiding zijn - en dat alles met het kennelijk doel, om het gezag der Regeering te ondermijnen en politieke winst te behalen voor eigen partij is schandelijk.
Onder de politieke paitijen, over wier arbeid de N.S.B. gaarne de fiolen van haar wantrouwen en verdachtmakirig uitstort, is er niet één, die in zoo hachelijk oogenblik een dergelijk stuk onder de burgerij zal brengen.
Met weerzin keert het Nederlandsche volk zich af van zulk demagogisch gedoe.
Hier wordt niets teveel gezegd van het schandelijk pamflet, dat door de Nationaal-Socialistische Beweging huis aan huis werd bezorgd.
Zooals wij reeds hierboven schreven, werd door deze beweging een stuk in de wereld gezonden, dat in leugenachtigheid en schandelijkheid zijn weerga niet kent.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen