KERK, SCHOOL, VEREENIGING
NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.
Beroepen:
te 's-Heer Abts- en Smoutskerke W. Reus te Westkapelle — te Emst B. van Ginkel te Renswoude — te Wezep J. R. Cuperus te 's-Grevelduin-Capelle — te Hellendoorn H. B. Spijkerboer te Woudsend — te Nieuw-Beijerland D. van Luttervelt te Schalkwijk — te Hellevoetsluis (toez.) S. P. de Roos, cand. en hulppred. te Driebergen — te Harkstede en Scharmer (toez.) W. J. Pournier, cand. en hulppred. te Sluiskil (Terneuzen).
Aangenomen:
naar Makkum en Cornwerd A. F. van Baalen te Broek op Langendijk — naar
Harkstede-Scharmer (toez.) cand. W. J. Fournier Jr., hulppred. te Sluiskil (Terneuzen) — naar Rotterdam A. A. Wildschut te IJmuiden-Oost — naar Nijland G. P. Post te Serooskerke.
Bedankt:
voor Hoevelaken C. B. Holland te Putten — voor Kamerik T. H. Oostenbrug te Gouderak — voor Kerkwijk-Bruchem J. Lekkerkerker te Oldebroek — voor Eemnes-Binnen E. L. W. M. Hoeufft van Velsen te Ter Aar — voor Rhoden P. Lugtigheid te Ommelanderwijk-Zuidwending (Gr.).
GEREFORMEERDE KERKEN.
Drietal :
te Ten Post H. J. Heersink, cand. en hulppred. te Beilen, J. v. d. Linden, cand. te Leeuwarden en K. J. Schaafsma, cand. te Gasselternijeveen.
Tweetal:
te Zaandam (3e pred. plaats) dr. P. G. Kunst te Deventer en dr. H. N. Ridderbos te Eefde-Gorssel — te Zevenbergen-Roosendaal cand. G. R. Visser, hulppred. te Roosendaal en cand. J. S. V. d. Weg te Dubbeldam.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Beroepen:
te Bruinisse J. Vreugdenhil te Kampen — te Stad aan 't Haringvliet K. Bokma te Waardhuizen — te 's-Gravenhage-West (vac. van Sant) J. Meynen te Den Helder.
Bedankt:
voor Bierum P. H. Wolfert te Mariënberg (Ov.) — voor Oosterbeek D. Wouters te Soest — voor Rijssen J. Vreugdenbil te Kampen.
CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK
Beroepen:
te Harlingen P. W. Dam te Onstwedde-Mussel — te Nieuwpoort P. de Groot te Gorinchem — te Zwaagwesteinde W. Heerma te Aalsmeer.
Beroepbaar.
Candidaat L. Brasser, te Huizen (N.-H.), Alidalaan 12, is door het Prov. Kerkbestuur van N. Brabant met Limburg tot de Evangeliebediening toegelaten en stelt zich beroepbaar voor de Herv. Geref. Gemeenten.
Afscheid, bevestiging en intrede.
's-Gravenhage.
Zondagavond heelt in de stampvolle Groote Kerk te 's-Gravenhage de bevestiging plaats gehad van ds. H. J. Dijckmeester, gekomen van Arnhem, als geestelijk verzorger van Bronovo en opvolger van wijlen ds. van Leeuwen. De bevestiger, prof. dr. W. J. Aalders, van Groningen, sprak daarbij over Matth. 9 : 35—38. Voor de beantwoording van de formuliervragen door ds. Dijckmeester zijn intrede in de gemeente Ps. 134 : 1 en 2, daarna vers 3. Vervolgens sprak prof. Aalders den bevestigde, dien hij reeds drie maal bevestigd heeft, hartelijk toe.
Woensdagavond deed ds. Dijckmeester zijn intrede, ook in de Groote Kerk.
Polsbroek—Genemuiden.
Het afscheid van ds. T. v. d. Hee van de Ned. Hervormde Kerk te Polsbroek is bepaald op Zondag 27 Juni, terwijl hij Zondag 4 Juli zijn intrede hoopt te doen te Genemuiden.
Als bevestiger hoopt op te treden ds. P. Hakkesteegt van Mastenbroek, consulent.
Delft.
Zondag 9 Mei had de bevestiging en intrede plaats van ds. J. Fokkema, gekomen van Amstelveen, als predikant der Ned. Herv. Gem. alhier, in de vacature ds. Leenmans, die naar Ede is vertrokken.
In den morgendienst geschiedde de bevestiging door ds. J. H. F. Remme, van Amsterdam, die Gods Woord bediende aan de hand van Handelingen 1-6 VS. 14 : „En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons". Gewezen werd op den verborgen, geestelijken, goddelijken achtergrond in de prediking. De Gemeente werd opgewekt niet het oog te slaan op den leeraar, maar op God, dan is er contact met den goddelijken achtergrond. Aan het einde van de prediking richtte ds. Remme zich tot zijn vriend en ambtsbroeder ds. Fokkema, hem waarschuwende voor twee dingen : ontmoediging en ijdelheid. Vervolgens had de bevestiging plaats, waarna ds. Fokkema werd toegezongen Psalm 119 vers 9 (gewijzigd). Ds. Remme sprak daarna nog een persoonlijk woord tot den bevestigde en de gemeente van Delft, die hem lief is, omdat hij er in geboren is en geleefd heeft.
In den avonddienst deed ds. Fokkema zijn intrede, predikende over Joh. 1 vs. '29 (slot) : „Zie bet Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegneemt". In Zijn voorwoord merkte hij op, symboliek te zien in het feit, dat hij den Zondag na Hemelvaartsdag in Delft zijn herderlijken arbeid mag aanvangen, wijl Christus bij Zijn , hemelvaart Zijn apostelen uitzond. Hij bracht dank aan den Heere, Die zijn begeerte, Om predikant te worden, reeds vroeg in zijn hart had gewekt, en dat deze begeerte op tateren leeftijd mocht vervuld worden. Hij wenschte niets anders te prediken dan Christus en Zijn verdienste alleen. Tot thema van zijn tekst stelde hij': Het Lam Gods, en sprak achtereenvolgens over : den prediker, die den persoon van het Lam Gods aanwijst ; de prediking, die de strekking van het werk van dat Lam Inhoudt; en de hoorders, die aan dat Lam hun ontvangst bereiden.
Na deze drie gedachten ontvouwd te hebben, richtte ds. Fokkema eenige persoonlijke woorden o.a. tot den bevestiger, ds. Remme, tot ds. M. van Grieken, oud-predikant van Delft, tot den burgemeester, mr. G. van Baren, die in beide diensten namens bet Gemeentebestuur aanwezig was, en tot een 60-tal Amstelveenscbe vrienden. In zijn woord tot de gemeente verklaarde hij, zijn liefde aan den Gereformeerden Bond verpand te hebben ; als zoodanig heeft men hem ook beroepen, toch wilde hij trachten predikant van de geheele gemeente Delft te zijn. In beide diensten was de Oude Kerk overvol. De predikanten Brandt, Lekkerkerker en De Voogd, benevens de ringpredikanten Langman van De Lier, De Vries van Schipluiden en Bastiaanse van 't Woudt, woonden deze diensten bij.
Hantum.
Ds. G. van Veldhuizen, die het beroep naar de Ned. Herv. Gemeente te Kralingen heeft aangenomen, heeft Zondag j.l. afscheid genomen van zijn gemeente alhier, met een predikatie over Lukas il7 vers 10, waarin hij zijn aandacht verdeelde over de twee zijden van die betuigen; eenerzijds wat wij doen moeten, hebben wij gedaan ; anderzijds: wij zijn desondanks onnutte dienstknechten.
Na de preek heeft de scheidende leeraar toegesproken het Classicaal Bestuur, in het bijzonder ds. Luuring van Oudwoude, den voorzitter, den praetor van den Ring Holwerd, ds. Scholtens, van Foudgum, en de andere collega's. Hij dankte zijn kerkeraad, die in groote eensgezindheid, maar zonder ooit critiek te sparen, met hem had samengewerkt, en de kerkvoogdij. In het bijzonder groette hij ook de vele Ferwerder vrienden, met wie hij zulke goede maanden als consulent doormaakte ; voorts den organist, den koster, enz. enz.
Daarna zich richtende tot de vereenigingen, nam ds. v. Veldhuizen afscheid van de Friesche afdeelingen van „Kerkherstel", met name tot zijn opvolger als voorzitter, ds. Gerbrandy, van Leeuwarden ; van de Friesche afdeeling van de Confess. Vereeniging, waarvan hij bestuurslid was ; van den Werkmansbond, ring Hantum, van den Jongelingsring Friesland N.O., van de Classicale Evangelisatie-Vereeniging en van de afdeeling West Dongeradeel van het Ned. Bijbelgenootschap. Met verdriet legt bij bet voorzitterschap van deze vier Vereenigingen neer. In het bijzonder richt bij zich dan ook nog tot den hr. Ir. Rodenburg, directeur van de Chr. H. B-. S., en een aantal leerlingen van die instelling, die uit Leeuwarden waren overgekomen om ook hier afscheid te nemen van hun leeraar. Hij groette ook al de plaatselijke vereenigingen op allerlei gebied.
Eindelijk spreekt ds. Van Veldhuizen tot de hoofden van de Hervormde School te Hantum ca., tot dr. Elzinga, van Ternaard, tot buren, dienstbaren, vrienden en alle verdere meelevenden. Zijn laatste woorden zijn gericht tot de familie en tot zijn vriend, mr. Gispen, van Den Haag.
Na de toespraken voerden het woord de heer V. Leeuwen, Godsdienstonderwijzer te Holwerd, die ds. Van Veldhuizen toesprak en dankte voor zijn werk als mentor van de Herv. Evangelisatie aldaar. Vervolgens ds. Gerbrandy, van Leeuwarden, als voorzitter van „Kerkherstel" en namens de H.B.S. Daarna sprak de burgemeester van West-Dongeradeel. En tenslotte ouderling Joch. Smits. Op zijn verzoek zong de gemeente de zegenbede van Psalm 121 vers 4. Na den dienst sprak nog ouderling De Roest, van Ferwerd, en overhandigde een geschenk van die gemeente. Behalve de genoemde predikanten waren nog aanwezig ds. J. Hoekstra van Ternaard, ds. P. Krop van Ferwerd, ds. J. Kuipers van Wanswerd, ds. D. Knottnerus van Ee, ds. H. de Lange van Nes en Wierum en ds. H. Nobel van Reitsum. Het kerkgebouw van Hantum was bij deze gelegenheid meer dan dubbel gevuld, zoodat zeer velen met 'n staanplaats tevreden moesten zijn.
Rotterdam—Kralingen.
Zondagmorgen is ds. G. van Veldhuizen, gekomen van Hantum, bevestigd als predikant der Ned. Herv. Kerk van Kralingen, in de vacature, ontstaan door het (ziekte)emeritaat van ds. Joh. E. van der Valk. Ds. G. A. Pott, van Kralingen, hield een predikatie over Hand. 10 vers 33b, en ds. J. H. Stelma, de andere collega, verrichtte de bevestigingsplechtigheid. Hierna werd gezongen Gezang 224 vers 1 en 5. Ds. Van Veldhuizen had tot tekst voor zijn intreepredikatie gekozen Handel. 10 vers 34. Hij werd toegesproken door ds. Pott en hem is toegezongen Psalm. 134 vers 3. In beide beurten was de Hoflaankerk overvol, vooral des avonds.
Afscheid ds. Boers.
„De Standaard" brengt het volgende verslag van het afscheid van ds. B. Boers, te Roordahuizum.
„Zondagmorgen 2 Mei nam ds. B. Boers, Ned. Herv. pred. te Roordahuizum, aan wien op zijn verzoek emeritaat is verleend, afscheid van zijn gemeente, maar meer nog van z'n politieke vrienden. Gelijk men weet, is ds. Boers door het Classicaal Bestuur van Leeuwarden voor drie maanden geschorst geweest om zijn communistische propaganda op den kansel. Gewoonlijk zijn er — naar wij vernamen — nog geen tien hoorders des Zondags in de kerk, uit eigen dorp, maar uit bet Oosten der provincie komen meermalen bussen met communistische vrienden onder zijn gehoor. Ook dezen laatsten morgen waren er bussen uit Tijnje, Beets, Leeuwarden, alsmede een auto met communistische verkiezingsbiljetten. Velen zongen de Internationale. De kerk was meer dan bezet, zoodat er plaats zochten in de breede vensternissen, ja, zelfs boven op 't orgel waren er geklommen. Het middenpad was zóó vol, dat er geen doorkomen aan was. Even over tij'd kwam de predikant alleen de kerk binnen, met den hoed op. Gebeden werd er niet. Nadat gezongen was Gezang 337 vers 1 : „Wachter op de heil'ge muren ", begon ds. Boers met zijn preek, die niet ontleend was aan eenig woord uit den Bijbel, maar die geheel het karakter droeg van een felle propagandistische rede voor de Communistische Partij.
Spreker zeide een en ander over den „heilstaat" Rusland en over het „herboren Spanje". „Kiest dan partij" — riep spreker uit — ,, aanvaardt de consequenties van strijd en bloed, want de profeet van Nazareth is u voorgegaan. De laatste worsteling zal geweldig zijn. Als Christus thans leefde, zou hij u voorgaan. Hij zou 't geen vier jaar hebben uitgehouden op een kansel in de Ned. Hervormde Kerk". Als spreker het dan 37 jaar heeft uitgehouden, beteekent dit, dat hij zwak was. Toch hoort spreker reeds het tandenknarsen van den .mammon in zijn laatste worsteling. Spreker eindigde met een lied van mevrouw H. Roland Holst. , De Mei”.
Nadat Psalm 72 vers 2 door spreker was voorgelezen, waarbij hiji enkele aanvullingen gaf, die wie hoorders luid deed lachen, werd nog gedeclameerd een feilen strijdzang van den dichter Van Collum.
Reeds begaf men zich naar buiten, toen een kerkeraadslid ds. Boers nog dank bracht voor 't vele goede, dat hij' in het dorp heeft gedaan. Ds. Boers antwoordde : Gezwets, waarop dit kerkeraadslid zeide, dat het gemeend was. Nog drie vrienden van ds. Boers voerden het woord, telkens gevolgd door een luid applaus. Namens de Kerk, Gemeente, Classis of Ring, werd geen enkel woord gesproken. Met een: „Ik groet u" verlaat ds. Boers den kansel. Buiten schaarden zich zijn partijgenooten in een dubbele rij, om zoo nog persoonlijk afscheid te nemen.
Wanneer wij zulke dingen lezen, hebben we ons diep te schamen voor God, dat het met Zijn Kerk in dezen lande zóó ver gekomen is, wat geheel en al voor rekening komt van de Kerk, dat is voor rekening van óns. Daarom moeten we ons haasten, om des Heeren wil èn om der menschen wil, dat onze Hervormde Kerk terug keere van haar zonde-weg.
Leervrijheid.
Prof. dr. A. M. Brouwer maakt in „Kerkopbouw" enkele opmerkingen inzake leervrijheid : „Gesteld, dat een proponent, predikant geworden, allengs tot een andere overtuiging komt. Hiji vindt het heerschende Kerkbegrip onjuist en wil de eenheid der Kerk in den paus erkennen. Hij meent, dat Maria-vereering en aanroeping van heiligen bij de Godsvereering behoort. Gedachtig aan zijn proponentsformule, zal hij als eerlijk man zijn bediening neerleggen. Hij gaat alleen in het vuur voor wat hij zelf door de inwerking des Heiligen Geestes gelooft en getuigt. En daar dit geheel afwijkt van wat de Ned. Hervormde Kerk belijdt, kan hij niet meer namens die Kerk het Woord verkondigen. En nu het andere geval, waarover ik in mijn boekje over de Kerkorganisatie schreef. De jonge man, die van de Hervormde Kerk bevoegdheid tot prediking ontving, komt tot de overtuiging, dat Jezus nooit heeft bestaan ; dat wij alleen mogen spreken van een „Christus"-geest die, immanent in de wereld werkzaam, dus ook in eiken mensch aanwezig is (waarom dit Christus-geest moet heeten, is mij niet duidelijk) ; dat „wedergeboorte" beteekent, dat de mensch van zijn verstandelijke voorstellingen bevrijd wordt en komt tot het redelijk inzicht van deel te zijn van den zich overal openbarenden Algeest; dat hij slechts een tijdelijke verbijzondering van dien Algeest is en dus biji zijn dood als „persoonlijkheid" verdwijnt en tot het Al-eene terugkeert. Deze overtuiging gaat hij nu van den kansel verkondigen. Dit doet hij in de Ned. Hervormde Kerk, van wie hij de bevoegdheid tot die verkondiging ontving en die hem (b.v. als hij zich kwam te misdragen) ook die bevoegdheid ontnemen kan.-Na beweer ik, dat hij dat, van den kansel verkondigende, doet namens de Kerk. En dat acht ik een enormiteit.
Brouwer oordeelt, dat men het Protestantisme tot een bespotting maakt, indien ieder predikant onbeperkt zijn „innerlijke overtuiging" zonder meer zou mogen verkondigen, zonder verantwoordelijkheid te gevoelen of te erkennen ten aanzien van de verklaring en belofte, die hij met aanroeping van Gods Naam, met zijn onderteekening heeft bekrachtigd.
Provinciaal Kerkbestuur Gelderland.
Herkozen tot lid van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland dr. P. Smit te Heumen en tot diens secundus ds. J. J. O. Karres, Ned. Herv. pred. te Apeldoorn.
Tot vice-president van het Prov. Kerkbestuur van Gelderland is benoemd ds. J. C. van Paassen, te Zutphen.
Welke Christus?
Ds. W. A. Hoek, van Amsterdam, schrijft in „Kerktbeurtenblad" van 23 April j.l. weer een brief aan „Wist ik", waarin hij aandringt op kortheid, klaarheid en eerlijkheid bij 't gebruik van onze belijdenis, bij het spreken van „vrijzinnig" en „rechtzinnig", ook als we spreken over God en over Christus en over het Evangelie. Dan moeten onze woorden geen „rookgordijnen" zijn, maar we moeten weten van elkaar wat we bedoelen.
Hij vertelt van een boer in den Achterhoek, die den nieuwen vrijzinnigen dominee ontving en toen heel bedaard, maar ernstig zei: „U weet, dat wij rechtzinnig zijn ? " — Daarin lag een beteekenisvolle belijdenis des geloofs voor dien man ; 't was maar geen woord, geen klank, geen naam, maar een belijdenis des geloofs. Ds. Hoek vervolgt dan en zegt:
Ik zeg „God". Dat kan tegenover den ander en met dien ander een belijdenis zijn, die alles zegt. God is immers de Drieëenige, de Vader van onzen Heer Jezus Christus, die persoonlijk werkt door Zijn Heiligen Geest, en „er is geen andere God". Maar daar spreek ik den Naam der namen uit tegenover den pantheïst, voor wien God met Spinoza „de natuur is, die wel — door ons, menschen — bemind wordt, maar (ons) niet bemint. Mag ik nu maar verder praten over God, alsof er geen verschil en misverstand aan de lucht is ? Of moet Ik nader belijden, wie God voor mij is ? Natuurlijk moet ik dat, in dit geval!
Ik zeg „Christus". En daarmee zeg ik alles. Er is slechts één naam gegeven onder den Hemel, waardoor zondaars kunnen zalig worden. En toch moeten wij met prof. Gunning telkens van den „Christus der schriften" spreken. Alsof er, nog een tweede, een derde Christus bestond en dat „der schriften" feitelijk geen pleonasme, d.w.z. dwaze overbodigheid was !
Maar ook hier is de nood ons opgelegd. Er is slechts één Christus. En toch roepen de menschen : „zie hier, neen, zie daar is Hij". Men houdt er een „Christus" op na die niets meer dan de rabbi van Nazareth is, of een, die alleen uit de idee „Christus" bestaat. Er is slechts één Evangelie. Eto toch moest Paulus tegenover de dwaalleeraars spreken van „een ander Evangelie" en onmiddellijk weer zeggen, dat er geen ander bestaat. Men leze er het begin van Gala-, ten eens op na. Er is één Zoon van God, maar een eerlijk vrijzinnig collega, die er niet van hield, te misleiden en misleid te worden— ik eer er den man nog om na zijn dood — zei eens plotseling tot mij : „wij hebben het beiden over den Zoon van God, maar ik geloof, dat jij er de Godheid van Jezus Christus en dat ik er slechts Zijn goddelijkheid onder versta”.
Klaarheid! Geen woorden als rookgordijnen!”
Vrijzinnig en Orthodox.
„Nieuw Kerkelijk Leven", het orgaan van „Kerkherstel", deelt mede, dat te Bolsward de kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente naar aanleiding van een verzoek der Evangelisatie om een officieele bevestigingsbeurt der nieuwe lidmaten, aan het dagelijksch bestuur van de Vereeniging tot Evangelisatie de volgende vragen stelde:
1. Of men inderdaad bij de meening bleef, dat hier in de gemeente het Evangelie door de beide (vrijzinnige) predikanten niet verkondigd werd.
2. Of men erkende, dat de vrijzinnigen in overeenstemming met de kerkelijke wet volkomen rechtmatig lidmaat der Ned. Hervormde Kerk waren.
3. Of de vrijzinnigen, wanneer de leiding in de gemeente in rechtzinnige handen zou overgegaan zijn, zouden mogen rekenen op eenzelfde behandeling als de rechtzinnigen thans van hen genieten, met andere woorden, of in dat geval ook aan hen bijzondere beurten voor doop en bevestiging zouden worden toegestaan.
Op deze drie vragen werd door de Evangelisatie het volgende geantwoord :
1. Men kon niet erkennen, dat in de gemeente Bolsward het Evangelie verkondigd werd, omdat waar niet de lichamelijke opstanding en hemelvaart gepredikt worden, aan het Evangelie de grondslag is ontvallen.
2. Men erkende, dat onder de bestaande Kerkorde de vrijzinnigen volkomen rechtmatige leden van de Kerk waren.
3. Wanneer de rechtzinnigen in de gemeente Bolsward de leiding zouden verkregen hebben, zouden aan de vrijzinnigen geen beurten als bovenbedoeld worden afgestaan, omdat de rechtzinnige kerkeraad geen verantwoordelijkheid op zich zou kunnen nemen voor een prediking in vrijzinnigen geest.
De massa-moord in Rusland.
Lenin heeft in een document, dat in de Bolsjewistische Partijgeschiedenis bekend is geworden als het „testament van Lenin", opmerkingen gemaakt over Stalin, die een helder licht werpen op de Russische processen, die op het oogenblik aan de orde zijn en zoo'n droevig slot hebben.
De twee op Stalin betrekking hebbende passages uit dit „testament" luiden als volgt:
„Partijgenoot Stalin heeft, doordat hij algemeen secretaris is geworden, een geweldige macht in zijn handen geconcentreerd en ik ben in het geheel niet zeker, dat het hem steeds gelukken zal, deze macht met voldoende voorzichtigheid te gebruiken”.
„Stalin is te veel zonder bedenkingen, en wanneer deze fout ook in het verkeer tusschen ons communisten te verdragen is, zoo wordt zij in het bureau van het algemeen secretariaat der partij volkomen onduldbaar. Daarom, stel ik de partij genooten voor, een weg te vinden, Stalin van dezen post te verwijderen en een anderen man te benoemen, die zich echter in ieder opzicht van Stalin moet onderscheiden, in dien zin, dat hij geduldiger, loyaler, hoffelijker, opmerkzamer tegen partij genooten en niet zoo grillig is. Deze dingen kunnen onbelangrijke kleinigheden schijnen, maar met het oog op de verhindering van een partijscheuring zijn zij geen kleinigheden, of het zijn kleinigheden, die een beslissende beteekenis kunnen krijgen”.
De geschiedenis heeft Lenin wel zéér in 't gelijk gesteld. De proletarische dictatuur is geheel ontaard in bureaucratie en is-nu een bloedig regiem geworden. Koelbloedig worden „oude, beproefde revolutionairen" vermoord, en dan in naam van — het Socialisme!
In 1927 heeft Trotski reeds een boek geschreven: „De werkelijke toestand in Rusland", om te rechtvaardigen de oppositie tegen Stalin. Hij voorspelde, dat excessen als in de huidige processen onvermijdelijk waren. En hij heeft gelijk gekregen.
Trotski schreef:
„De directe taak, die Stalin zich heeft gesteld, is de versplintering van de partij, de verwijdering van de oppositie en het doen gewennen van de partij aan de methoden van terechtstellingen, vuistslagen en gevangenistralies. Deze fascistische methoden zijn niet anders dan de blinde en onbewuste uitvoering van door andere klassen gedicteerde bevelen”.
En elders in zijn boek leest men:
„Thans, nu de regeering steeds dieper in de oeconomische moeilijkheden, waarvoor de oppositie haar heeft gewaarschuwd, verstrikt raakt, tracht zij de schuld aan deze moeilijkheden op de oppositie af te schuiven. En wie weet, hoe spoedig zij tot een systeem van vervolgingen overgaat, dat zich van zijn slachtoffers eenvoudig door terechtstellingen ontdoet”.
In deze aanhalingen vindt men de voorspelling van wat thans bloedige werkelijkheid is geworden.
Toen in Januari 1928 Trotski verbannen werd, was dat, omdat Stalin den opposant vreesde en op deze manier onschadelijk wilde maken. Maar de oppositie is toch gekomen tegen de bureaucratie van Staatswege, wat men nu in een bloedbad en massa-processen probeert te bedwingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1937
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1937
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's