KERK,SCHOOL, VEREENIGING

NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.
Drietal:
te Assen N. R. Hefting te Eelde, D. T. Los te Heerenveen en E. J. F. Smits te Aduard — te Breukelen H. B. Spijkerboer te Woudsend, H. Y. Talens te Sloten (Fr.) en L. Knier te Vianen.
Beroepen:
te Pingjum en Zurich cand. A. Donker te Alphen aan den Rijn — te Balk C. J. Schweitzer te Amerongen — te Sneek A. Kentie te Haamstede — te Noordwijk G. J. Gerrits, cand. te Vlagtwedde
Aangenomen:
naar Wezep B. van Ginkel Gz. te Renswoude — naar Amstelveen J. van Kuiken te Uithuizermeeden — naar Alkmaar J. H. Klein Wassink te Culemborg — naar Paramaribo C. A. Paap te Bolsward — naar Biggekerke cand. C. de Ru, hulppred. te De Koog op Texel.
Bedankt:
voor Grijpskerke cand. C. de Ru, hulppred. te De Koog op Texel — voor Jutphaas G. de Vries te Heerde — voor Assen P. H, Kapteyn Jr. te Blij ham.

GEREFORMEERDE KERKEN.
Beroepen:
te Ottoland cand. A. J. Radder te Dedemsvaart — te Stadskanaal R. J. v. d. Meulen te IJmuiden.
Aangenomen:
naar Ottoland cand. A. J. Radder te Dedemsvaart — naar Arum cand. Y. v. d. Woude te Jislum (Fr.).
Bedankt:
voor Steenwijk H. Zandbergen te Drachten.

CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK.
Beroepen:
te Dedemsvaart-Lutten cand. W. Ruiter te Putten — te Noordeloos cand. J. C. Maris te Zwolle — te Gouda, Werkendam, en Vlaardingen cand. H. Visser te 's-Gravendeel — te Ede en te Meerkerk cand. E. du Marchie van Voorthuysen te Apeldoorn.
Aangenomen:
naar Bunschoten cand. H. Visser te 's-Gravendeel.
Bedankt:
voor Boskoop, Gouda, Maassluis, Werkendam en Vlaardingen cand. H. Visser te 's Gravendeel — voor Oudewater J. H. Mulder te Giessen Ouden Nieuwkerk.

NED. GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Bedankt:
voor Rotterdam G. J. van Vliet te Vlaardingen.
Bevestiging en intrede.

Drogeham.
M. H. Bolkestein, cand. tot den H. Dienst te Apeldoorn hoopt Zondag 5 September zijn intrede te doen in de Ned. Hervormde Gemeente te Drogeham', na bevestigd te zijn door prof. dr. Th. L. Haitjema van Groningen.

Afscheid A. B. Roosjen.
De heer A. B. Roosjen, leeraar aan de Hervormde Kweekschool te Amsterdam, maar nu gekozen als A.R. lid van de Tweede Kamer, heeft aan het einde van den cursus afscheid genomen van bestuur, leeraren en leerlingen, aangezien hij zich geheel aan zijn ambt als volksvertegenwoordiger wil wijden. Bij gelegenheid van zijn afscheid heeft de heer Roosjen, die 20 jaren aan genoemde onderwijsinrichting is verbonden geweest, hartelijke blijken van belangstelling ondervonden, ten bewijze van de uitmuntende onderlinge verstandhouding. Ieder zag den scheidenden leeraar noode heengaan. Hij blijft te Amsterdam wonen.

Candidaat H. S. J. Kalf.
H. S. J. Kalf, cand. tot den H. Dienst zal D.V. 24 Augustus den leeftijd hebben bereikt, waarop hij beroepbaar is in de Ned. Hervormde Kerk. Zijn adres is : Hugo de Grootkade 3, Amsterdam West.

Emeritaat ds. N. P. E. G. van Uchelen.
Emeritaat ds. N. P. E. G. van Uchelen. Het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland heeft eervol emeritaat verleend aan den nestor der predikanten van de Ned. Hervormde Gemeente van Hilversum ds. N. P. E. G. van Uchelen. Ds. van Uchelen werd 15 Maart 1896 predikant te Renswoude, welke gemeente hij in 1901 verwisselde met die van 's-Gravenland, om zich 12 Juni 1904: te verbinden aan zijn tegenwoordige gemeente.
Ds. van Uchelen is praeses van den ring Naarden en sec.-lid van het Classicaal bestuur van Amsterdam.

Dr. J. Lammerts van Bueren. Gaat met emeritaat.
Aan dr. J. Lammerts van Bueren, directeur van de Heldringgestichten en predikant van de Vluchtheuvelkerk te Zetten, is na een diensttijd van 40 jaar eervol emeritaat verleend.
Dr. Lammerts van Bueren werd 7 Febr. 1872 te Utrecht geboren en in 1896 candidaat in Zeeland, om 28 Febr. 1897 te Bunnik in het predikambt te worden bevestigd. In 1901 vertrok hij naar Rotterdam en datzelfde jaar promoveerde hij tot doctor in de theologie op een dissertatie, getiteld : „Het Nieuw-Malthusianisme en de Christelijke zedeleer'". In 1905 vertrok dr. Lammerts van Bueren naar Amsterdam, waar hij tot 1914 predikant is geweest. 25 Oct. van laatstgenoemd jaar werd hij predikant van de Vluchtheuvelkerk en directeur van de Heldringgestichten, beiden te Zetten.
Dr. Lammerts van Bueren heeft op het terrein der bestrijding van de openbare onzedelijkheid groote verdiensten. Hij heeft het werk van wijlen dr. A. Pierson te Zetten met groote kracht voortgezet en verder opgebouwd. Daarnaast heeft hij zich doen kennen als een krachtig bestrijder van het Nieuw-Malthusianisme, waarover hij. in 1Ö09 een werk in het licht gaf en aan het werk leiding gegeven als voorzitter van de Nederlandsche Middernachtzendingsvereeniging.

Ds. C. Koenekoop f
Op 50-jarigen leeftijd is te Meppel overleden ds. C. Koenekoop, oudste predikant der Ned. Hervormde Kerk aldaar. Ds. Koenekoop is in 1914 candidaat geworden. Zijn eerste gemeente, tot 1920, was Karnperland, zijn tweede Biggekerke. Sedert 2 December 1923 was hij te Meppel in de tweede predikantsplaats.
De overledene was scriba van de Classis Meppel.

De Reorganisatie-voorstellen.
Bij het besluit der thans zitting houdende Alg. Synode van de Ned. Hervormde Kerk, om op 12 Januari 1938 een buitengewone zitting te beleggen ter behandeling van het voorstel der Reorganisatie-commissie, teekent het orgaan van „Kerkopbouw" aan, „dat Kerkopbouw dit aanbod van de Synode gaarne zal aanvaarden om ook haar oordeel over dit nieuwste reorganisatieontwerp te geven. Het ligt in de bedoeling van de redactie, om het September-no. geheel aan dit nieuwe ontwerp te wijden, terwijl hét Moderamen in het begin van September haar houding zal bepalen. We kunnen deze openbaarheid van de Synode slechts toejuichen, want hierdoor heeft de Kerk thans reeds gelegenheid zich uit te spreken vóór de beslissende vergaderingen. In de komende maanden zal de actie van „Kerkopbouw" wederom bepaald worden door de reorganisatie en in deze maanden zullen belangrijke beslissingen vallen over de toekomst der Kerk".

Leerlingenaantal Bijzondere Scholen.
Volgens de nieuwe bepalingen van de L.O.-wet, worden de leerlingen van Bijzondere Scholen, die ter plaatse onder één bestuur staan, voor de exploitatievergoeding als één geheel gerekend, wat te voren niet het geval was.
Scholen voor gewoon l.o. en voor u.l.o. mogen daarbij niet gecombineerd worden.
Deze nieuwe berekening per totaal aantal is overeenkomstig de berekening van het totaal aantal leerlingen aan de Openbare Scholen in dezelfde gemeente.
Voor het eerst in 1938 zal moeten worden geteld op drie teldagen, n.l. 16 Jan., 16 Mei en 16 Sept., inplaats van op de bekende vier teldata.

Giften en legaten.
Door wijlen mej. E. W. Jansen—Holtink te Silvolde, is een legaat van ƒ 1000.— geschonken aan de Ned. Hervormde Diaconie aldaar.

Oranje-avond in Rotterdam-West.
D.V. op Vrijdag 27 Augustus a.s. organiseert de Ned. Herv. Jongelingsvereeniging op Gereform. grondslag „Tot Onderling Nut en Genoegen" („Toneg") te Rotterdam-Delfshaven, een groote Oranje-avond in de Mathenesserkerk aldaar.
Het programma vermeldt o.m. een rede van ds. B. E. J. Bik, den bekenden Lutherschen dominé uit Enkhuizen, die als onderwerp koos : „Volksbehoud".
Eén onzer Herv. Geref. predikanten zal den avond leiden.
Nadere berichten volgen in de bladen.
Hebt u de datum al genoteerd ? Houdt dien avond vrij ! U moet er beslist bij zijn !

Geen vrouwelijke diakenen.
In de Zaterdag te 's-Gravenhage voortgezette zitting van de Algemeene Synode der Ned. Hervormde Kerk, heeft ds. P. de Bruijn, van Driebergen, rapport uitgebracht over de consideraties in betrekking tot de vrouwelijke diakenen.
De Prov. Kerkbesturen hebben in meerderheid gunstig over deze zaak geadviseerd, maar van de Classicale Besturen hebben van de 45 zich 27 tegen verklaard.
Van de door de Classicale Besturen aangevoerde bezwaren noemen we, dat de vrouw als diaken deel uitmaakt van den kerkeraad en dus in die regeering der Kerk wordt opgenomen. Gewezen werd op het feit, dat de vrouw reeds thans op diaconaal gebied grooten invloed uitoefenen kan, wijl het college van diakenen zich immers bij zijn arbeid door mannelijke zoowel als vrouwelijke leden, die meerderjarig zijn, kan doen bijstaan.
De commissie zelve is in haar gevoelens eveneens verdeeld. Twee leden wenschen het voorstel af te wijzen, terwijl één der leden, hoewel persoonlijk voorstander, tegen is op grond van de consideraties der Kerk. Twee andere leden willen het voorstel aannemen en onderwerpen aan de hoofdelijke stemming van de Prov. Kerkbesturen en de Waalsche Commissie.
De Synode nam de conclusie der meerderheid aan met 11 tegen 8 stemmen. Deze 8 stemmen waren vóór de vaststelling van het voorstel. Het voorstel tot verkiesbaarheid van de vrouw tot diaken is daarmede dus van de baan.

Prof. Berkelbach naar Edinburgh.
De president der Synode richtte in de vergadering van Zaterdag j.l. een woord van afscheid tot den praeadviseerend hoogleeraar prof. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel, die de conferentie te Edinburgh gaat bijwonen en nu zal vervangen worden door prof. dr. M. J. A. de Vrijer.

Het aantal theologische studenten.
Uit het verslag 1936—1937 : Te Leiden werden 129 studenten ingeschreven, onder wie 12 vrouwelijke, 35 werden voor de 1ste maal ingeschreven, onder wie 4 vrouwelijke (vorig jaar 128).
Er werden 19 examens afgenomen. Eenmaal werd iemand afgewezen. 10 voorstellen werden gehouden. Voor het einde van den cursus volgen nog 3 examina en vermoedelijk 7 voorstellen.
Te Utrecht hebben zich 1226 theologen doen inschrijven. 45 deden zulks voor de 1ste maal. Een vrouwelijke student werd ingeschreven. Het kerkelijk voorbereidend examen werd afgelegd door 4i8 candidaten. Afgewezen werden er 7. 44 voorstellen werden gehouden. (In Leiden 11).
Te Groningen werden 74 studenten ingeschreven, van wie 17 voor de 1ste maal en een 4-tal vrouwelijke. 8 kerkelijk-voorbereidende examens werden afgelegd, waarbij één examen voor de tweede maal door denzelfden candidaat.
Het collegebezoek en de ijver en, ernst der studenten viel over het algemeen te
roemen.

De nieuwe Kerkelijke Hoogleeraar.
Dr. Semmelink zal D.v. 5 October a.s. zijn inaugureele rede houden te Groningen.
De Academische opleiding.
Uit het verslag 1936—'37 : Te Utrecht gaven dr. Alb. C. Kruyt en dr. F. J. van Oostrum Soede ieder twee colleges over de Zending op Java en de Zending der Indische Kerk. Begin Mei organiseerden de Hoogleeraren voor theologische candidaten van de Utrechtsche Universiteit een week-end op kasteel Hemmen, waarin een bezoek werd gebracht aan de Zettensche inrichting en door de hoogleeraren een pastoraal en een homiletisch onderwerp werd ingeleid.
Het verslag van Groningen wijdt, zooals vanzelf spreekt, allereerst een woord aan de nagedachtenis van wijlen prof. dr. A. van Veldhuizen, , die in zijn laatste levensjaren door een onzegbare lijdensschool moest heengaan, voor hij in den vollen vrede des geloofs ontsliep. Dankbaar wordt gememoreerd de medewerking van prof. dr. M. J. A. de Vrijer in den loop van het jaar bij de examens.
En verder stelden op uitnoodiging van de Alg. Synodale Commissie zich beschikbaar tot het houden van colleges, tot tijdelijke voorziening in de vakken, die aan prof. Van Veldhuizen waren toevertrouwd, prof. dr. E. D. Wiersma : over de beteekenis van de psychiatrie voor den predikant ; dr. J. C. Roose : over de bediening des Woords tusschen de menschen ; dr. K. H. Miskotte : over de verkondiging der theocratie in het boek Richteren ; dr. J. H. Adriani: over de plaats en de taak der Diaconie naast die van de organen, welke van overheidswege tot steunverleening zijn aangewezen, en dr. F. J, van Oostrum' Soede : over de Indische Kerk.
Aan predikanten werd door prof. dr. Th. L. Haltjema een zestal uren ver volgcollege gegeven over de beide Sacramenten, Doop en Avondmaal.

De Vrijzinnig Hervormden in Friesland.
Enkele jaren geleden zond de provincie Friesland twee orthodoxe leden naar de Synode. Daarna is dat omgeslagen naar den vrijzinnigen kant, waarover vooral dr. Niemeyer, van Bolsward, zich hartelijk verheugde. Nu staan de zaken weer anders. De vrijzinnige meerderheid b.v. in de Classis Franeker is al zwakker en zwakker geworden en nu met het vertrek van ds. J. J. Bleeker, van Dronrijp, gaan ze weer achteruit. Kerkvoogden en notabelen te Dronrijp hebben van 't begin afaan geweigerd den aanslag van den Raad van Beheer te voldoen, en dus staat het niet te bezien dat na 1 October a.s. deze vacature spoedig zal worden vervuld.
Door de vrijzinnige meerderheid in de Classis Franeker was het Prov. Kerkbestuur van Friesland in meerderheid modern en konden ook twee vrijzinnige afgevaardigden naar de Synode worden verkozen. Friesland heeft vijf Classes, en ook Heerenveen en Leeuwarden waren vrijzinnig.
De vrijzinnige meerderheid in de Classis Franeker ging echter verloren, ook al doordat verschillende gemeenten vacant werden, die weigerden den aanslag .van den Raad van Beheer te betalen ; O.a. Dongjum, Ried en Boer, Schingen, Wynaldum, Kimswerd. AI deze gemeenten zijn vrijzinnig.
Het gevolg van een en ander is, dat het Prov. Kerkbestuur van Friesland, dat thans nog een vrijzinnige meerderheid heeft (van 4 tegen 3 stemmen) met 1 Januari 1938 zal hebben een rechtzinnige meerderheid (van S stemmen tegen 2), waaruit dan weer volgt, dat Friesland in 1938 rechtzinnigen zal afvaardigen ter Synode, waar dus de vrijzinnige minderheid (dit jaar zijn er 6 vrijzinnige leden der Synode tegen 13 rech'tzinnigen) weer 2 leden zal verliezen.

Wezen en taak der Kerk.
Op de Conferentie te Oxford is gesproken over Wezen en taak der Kerk. Verschillende vertegenwoordigers uit verschillende landen hebben inleidingen gehouden.
Bij de weergave van het wezen der Kerk stelde prof. Zankow op den voorgrond, dat eenige definitie omtrent het wezen der Kerk noch in de oude Kerk, noch in de Kerk onzer dagen kan worden gegeven. Zij blijft een mysterium. Zooals het voor ons een mysterium is hoe in den. persoon van Christus zich twee naturen vereenigen, zoo blijft het ook een mysterie voor ons, hoe in de Kerk de God-mensch Christus zich met den Christen, het Goddelijke zich met het menschelijke, de Onzichtbare zich met den zichtbare vereenigt.
De spr. stond geruimen tijd stil bij het principieeie onderscheid, dat er is tusschen eenige Vereeniging en de Kerk. Hij stelde de geheel eenige positie in het licht van de Kerk als lichaam van Christus met Christus als haar Hoofd en Zijn jongeren als haar leden.
Vervolgens behandelde prof. Zankow uitvoerig de volgende algemeene punten : a. de Kerk is eenig ; b. de Kerk is heilig ; c. de Kerk is katholiek ; d. de Kerk is apostolisch.
Voornamelijk bij de behandeling van het laatste punt kwam het kerkelijk-dogmatische standpunt van den inleider typisch naar voren.
Rev. William Pason, die arbeidt in de Zending, begon met vast te stellen, dat hij onder de gemeenschapsvormen van het Oosten niets had aangetroffen, dat ook maar eenigermate met de Christelijke Kerk kon worden vergeleken. Het wezenlijke van de Christelijke Kerk verschilt principieel van den inhoud van iedere andere idieele gemeenschap. Kort samengevat gaf de spreker als het wezen der Kerk aan, dat zij door de liefde Gods de werelddragende werkelijkheid Gods is. Deze werkelijkheid, ons geopenbaard in onzen Heiland, heeft ons een waarde toegekend, waardoor wij allen in Christus gelijk zijn. „Jood, noch Griek", of tegenwoordig „Ariër, noch Semiet". De broederschap in de Kerk is universeel. Spreker haalde in dit verband aan het woord van dr. S. K. Datta, van Lahore: „Ik ben niet een lid der Indische Christelijke gemeente, maar een Indiër, die een lid is van de Christelijke Kerk". Komend tot de kern van zijn rede, betoogde ds. Pason, dat de Kerk door haar aard nooit de Kerk van een bepaald volk of een bepaald ras kan zijn en dat voorts een van de wezenskenmerken van de Kerk is, dat zij een gemeenschap is, die Gode, en niet den menschen gehoorzaam is. De Kerk kent voor haar terrein slechts één meester, namelijk Christus, haar hoofd. Deze spreker bepaalde zijn gehoor bij het beschamende, dat het Jodenprobleem allerwege in de wereld nog voor de Christelijke Kerk inhoudt. In het bijzonder de positie der Christelijke Joodsche broederen is er eene, die in vele landen een permanente aanklacht vormt tegen het toonaangevende Christendom.
Tot slot gaf dr. Nixon een uiteenzetting, welke op de essentieele punten zich dekte met die van den voorafgaanden spreker, maar de typisch Amerikaansche visie — o. a. uitkomend in den principieelen afkeer van iedere hoogkerkelijkheid — in het licht stelde.

Kerk en Staat.
Op de Conferentie te Oxford is een rapport uitgebracht inzake de verhouding van Kerk en Staat. Het was verdeeld in twee hoofdstukken: beginselen en consequenties.
Bij het uitgangspunt wordt het uitgesproken, dat ons getuigenis zijn grondslag moet vinden in de Openbaring, zooals die óns is gegeven in Jezus Christus, den Zoon van God. Getracht moet worden om zich gehoorzaam, te voegen naar Zijn wil, zooals die blijvend bekend is in de Heilige Schrift.
Omtrent den Staat wordt erkend:
Dat wij aan de zonde onderworpen zijn en dientengevolge ons medeverantwoordelijk moeten gevoelen voor de misstanden van onzen tijd en wij tot de vraag naar de verhouding tot den Staat alleen met het boetekleed mogen treden. Vervolgens luidt het:
Wij erkennen den Staat als een historisch gegeven werkelijkheid, welke in naar eigen werkingssfeer de hoogste autoriteit is, doch welke onder Gods autoriteit staat en aan Zijn wil is gebonden.
De Staat heeft het van God gestelde doel, in zijn sfeer recht en orde te bestelen en het leven van het binnen zijn grenzen vereenigde volk (of volken) te dienen, en zijn deel bij te dragen in het gezamenlijke leven van alle volkeren.
Tegelijkertijd erkennen wij, dat de Staat als een bijzondere vorm en als een bijzonder scherpe uitdrukking van het leven der menschen in deze wereld der zonde juist door zijn macht een werktuig van daemonische krachten kan worden.
Aangezien wij aan God als de bron aller gerechtigheid gelooven, beschouwen wij den Staat niet als laatste bron van recht, maar als Gods dienaar. De Staat is niet meester der gerechtigheid, maar dienaar der gerechtigheid. Er kan voor den christen geen andere laatste autoriteit bestaan dan God alleen.
Op het stuk van de plichten van de Kerk tegenover den Staat wordt — verkort weergegeven — gezegd :
I. voor den Staat te bidden ; II. den Staat te gehoorzamen ; III. met den Staat samen te werken om de welvaart der burgers te bevorderen ; IV. op den Staat critiek uit te oefenen in zoover hij zich van de normen der gerechtigheid, zooals deze in Gods Woord zijn gegeven, verwijdert; met name wordt hier gerept van de mogelijkheid van den plicht tot ongehoorzaamheid tegenover den Staat; V. er voor waken, dat in de wetgeving en de uitvoerende macht niet zoodanige maatregelen worden genomen, dat de waardigheid van den mensch als beelddrager Gods wordt geschaad ; VI. het geheele publieke leven met den geest van Jezus Christus doordringen.

Over de vrijheden der Kerk wordt gesproken.
Wat het rapport zegt ten aanzien van de vrijheid der Kerk is in de navolgende punten samen te vatten :
De Kerk moet ruimte worden gelaten : a. in vrijheid haar geloof en haar belijdenis te bepalen ; b. in vrijheid te prediken, te onderwijzen en haar godsdienstoefeningen in te richten ; c. vrijheid in de Kerkorde en de opleiding harer ambtsdragers ; d. vrijheid in alle charitatief werk en in het werk der Zending; e. vrijheid om met andere kerken samen te werken ; f. vrijheid om de beschikking over al haar leden te hebben bij de bereiking van bovengenoemde doeleinden.
In het bijzonder behandelt het rapport de positie van kerken, die zich in een wettelijke minderheidspositie bevinden en wier leden staatsburgers van den tweeden rang zijn (Protestanten in Oostenrijk; Duitsche kerken in Polen).

Toelichting en bespreking.
Vóór de behandeling van het rapport gaven de voorzitter der sectie, prof. dr. Max Kater, uit Zurich, in het Duitsch; prof. dr. W. Adams Brown, uit New-York, in het Engelsch, en ds. M. Boegner, uit Parijs, in het Fransch, een toelichting op het uitgebrachte rapport.
Prof. Huter lichtte nog eens uitvoerig toe dat het voor den Staat essentieel is dwang toe te passen ; zonder middelen tot machtsoefening gaat men in dezen Staat de ontbinding tegemoet. Voorts legde hij er den nadruk op, dat het zondig is den Staat op zichzelf onafhankelijk van andere Staten te beschouwen. De Staat heeft een verantwoordelijkheid niet alleen tegenover zijn onderdanen, maar ook tegenover andere Staten met wie hij in de gemeenschap der volkeren leeft.
Op het rapport volgde een zeer lange discussie, daar de in het rapport behandelde vragen voor ieder deel van de wereld weer verschillende beteekenis hadden.Kerk en Staat in Duitschland.

Ds. Roehricht over den Kerkstrijd.
Tijdens den dienst in de kerk van Dahlem heeft ds. Roehricht verklaard, dat zich op het oogenblik zestig dominé's of leden der Belijdeniskerk in hechtenis bevinden. Alleen in de parochie Dahlem, zoo voegde hij hieraan toe, zijn drie van de vier dominé's gearresteerd, n.l. ds. Niemöller, ds. Muller en ds. Hildebrandt. Men moet zich afvragen, aldus ds. Roehricht, waarheen deze maatregelen zullen leiden. „De Belijdeniskerk heeft slechts één wensch : Christus. Hoe kan men veronderstellen, dat Christus een gevaar beteekent voor Staat of volk ? "

Waarvan ds. Niemöller beschuldigd wordt.
Naar het Duitsche Nieuwsbureau meldt, heeft het Openbaar Ministerie bij de bijzondere recht­ bank te Berlijn tegen den predikant ds. Martin Niemöller uit Berlijn-Dahlem, die sedert 1 Juli in preventieve hechtenis is, een aanklacht ingediend wegens overtreding van de wet op „arglistige aanvallen", wegens het misbruik maken van den kansel, wegens opruiing tot ongehoorzaamheid jegens verordeningen en wegens overtredhig van de ministerieele verordening van 18 Februari 1937.

Kerkblad verboden.
Naar gemeld werd, is het officieel orgaan der Gereformeerde Kerken in de Graafschap Bentheim en Oost-Friesland voor den duur van drie maanden verboden.
Dit verbod is opmerkelijk, omdat dit blad niet een orgaan van een der Duitsche Belijdeniskerken is, doch van een tot de Gereformeerde Kerken in Nederland behoorende kerkengroep.

Paters gearresteerd.
De Dominicaner paters Elgar Hagemann en Ignaz Eschmann zijn, volgens een Havas-bericht uit Keulen, gearresteerd onder beschuldiging in hun preeken critiek te hebben uitgeoefend op de nationaal-socialistische instellingen.
De vicaris Gross, uit Frauenburg, is om soortgelijke oorzaak tot 8 maanden gevangenisstraf veroordeeld.

De Zang predikant. Een nieuw ambt.
De Duitsche Evangelische Kerk in Bohemen, Moravië en Silezië, heeft een nieuw , ambt'" geschapen, n.l. dat van den zangpredikant (der „Singpfarer"). Dr. Wehrenpfennig te Gablonz, president van het Kerkbestuur, noemt in het desbetreffend besluit als gronden tot dezen stap, dat de gemeenten in Tsjecho-Slowakije reeds uit zeer verschillende kringen met diverse talen stammen, dat het groote aantal toetredenden uit al deze volkskringen de diversiteit voortdurend groot doet blijven en dat door den eeredienst en de kerkmuziek in de eerste plaats een gemeenschapsband uitwendig en inwendig gelegd kan worden. Taak van den „Singpfarrer" is, om den schat van evangelische liederen der Kerk in zooveel mogelijk gemeenten levend te maken, de eenheid der liturgie te bevorderen en voorte alles te doen, wat het doel naderbij brengt.

Geen velerlei godsdiensten, maar één.
Mr. Groen van Prinsterer beleed : „In onzen Catechismus luidt de eerste vraag niet: hoe velerlei godsdiensten zijn er ? Maar : welke is uw eenige troost in het leven en in het sterven". Volgens hem heeft de tempel, niet met handen gemaakt, tot opschrift niet slechts : „Komt allen tot Mij, gij die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven", maar ook „Niemand komt tot den Vader dan door Mij". Velerlei godsdiensten zijn er, vooral bij het subjectivisme van onzen tijd. Tallooze godsdiensten van filosoof en ongodist beiden ; maar van ons, exclusivisten als wij zijn, is er één godsdienst slechts, die niet „in een of ander boek", maar in de Heilige Schrift, in den Bijbel, in het Boek, geopenbaard is".
 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen