De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

EEN BAKEN IN ZEE

4 minuten leestijd

Het gebeurde van de laatste weken in centraal-Europa moge voor het Nederlandsche volk tot leering zijn.
Evenals Japan eenige maanden geleden zonder oorlogsverklaring het niet tot den oorlog voorbereide China te lijf ging, zoo liep 't ook met Oostenrijk 14 dagen geleden. Duitschland stelde op zeer korten termijn aan het Oostenrijksche volk een ultimatum en concentreerde tegelijkertijd zijn troepen aan de grenzen.
Dat ultimatum stelde Oostenrijk voor het feit om zonder eenige tegenspraak de eischen van Duitschland in te willigen, op straffe van bij niet inwilliging der eischen zijn zelfstandigheid te verliezen.
Dat was onrecht!
Doch wat daarna plaats had, deed de deur dicht. Het was het onrecht in 't kwadraat, dat, toen aan de eischen werd gevolg gegeven en het Duitsche deel der Oostenrijksche bevolking, welk deel ongetwijfeld een minderheid was, tegen de Regeering van Oostenrijk in, de tusschenkomst van Duitschland inriep, de Duiitsche legermacht op Weenen aanrukte en het land bezette.
Hier werden de beginselen van het Volkenrecht ter zijde gesteld en de bepalingen van het Oorlogsrecht met voeten getreden. En de Staten van West-Europa lieten dit alles zonder een ernstig protest toe.
Zeiden wij onlangs te veel, toen wij in een artikel van ons blad over de collectieve veiligheid concludeerden, dat aan de waarborgen, die de Volkenbond aan de volken voor hun veiligheid geeft, geen waarde is te hechten?
En hoe zal het dan gaan, wanneer Duitschland te eeniger tijd — en wij leven snel — zijn blikken gaat richten op het Westen, of wel, dat er moeilijkheden gaan rijzen tusschen Duitschland en Engeland en daarbij onze zeehavens als strategische punten in 't geding komen?
Zal er dan zelfs nog wel een ultimatum gezonden worden?
Wat dr. Clolijn in zijn radio-rede van Dinsdag 17 Maart zeide : dat het gebeurde in Centraal Europa een diepen indruk heeft gemaakt ; onze zorgen en moeiten doen vermeerderen en de woorden van den Engelschen Minister-President tot de zijne maakte : dat het gevoel van onzekerheid en onveiligheid in Europa in sterke mate is verhoogd, is alleszins juist.
Bij het aanhouden der spanningen moet de bezorgdheid ongetwijfeld toenemen. Nederland's ligging te midden van de groote rijken van Europa is een gevaarlijke.
Ook Zwitserland's positie, begrensd door Frankrijk, Duitschland en Italië, is een moeilijke. Maar het voordeel, dat Zwitserland boven Nederland heeft, is, dat eerstgenoemd land door zijn hooge bergen en smalle passen voor vijandelijke troepen moeilijk begaanbaar is, terwijl ten onzent het land geheel open ligt en door zijn lange grenzen en door zijn ondiepte moeilijk te verdedigen is.
Daarom rijst wel eens de vraag, of de verdediging van Nederland niet eischt, dat langs de grenzen een breed kanaal wordt gegraven, teneinde als eerste weerstandslinie te worden gebruikt. Thans ligt de eerste gevechtslinie achter de Maas in Limburg en achter de IJsel in Gelderland, wat een gevaar, bijzonder voor de buitenprovinciën oplevert.
Doch, hoe dit zij, de verdediging des lands moet blijvend aller aandacht hebben.
Het beschikbaar hebben alleen van troepen, door de dienstplichtigen nog zes maanden onder de wapenen te doen blijven, lijkt ons niet voldoende. Ook aan de grensbewaking dient te worden gedacht.
Er zullen nog grootere offers, zonder dat overhaaste dingen gedaan worden, door ons volk moeten worden gebracht. Zelfs kan geen offer te groot zijn, indien het om de onafhankelijkheid van het land gaat,
Men herinnerde er dezer dagen aan, dat Engeland voor zijn defensie 15.000 millioen gulden besteedt. Als Nederland naar evenredigheid eenzelfde bedrag voor zijn weermacht voteerde, dan zou dit 1500 millioen moeten zijn. Echter is van dat bedrag nog geen tiende deel, dat is 150 millioen, voor de landsverdediging beschikbaar.
Intusschen wordt met uitsluitend personeele en financieele offers het land niet gered.
Er moet nog iets anders gedaan worden, dat veel belangrijker is. Mocht ons volk ook daaraan eens aandacht schenken. Naast het werken moet verootmoediging komen. Het laatste moet zelfs aan het eerste voorafgaan.
Het vertrouwen van ons volk moet in de eerste plaats niet op paarden en wagenen, maar op den Heere God zijn, die alle dingen beschikt naar Zijn Raad.
Alleen geloofsvertrouwen geeft geloofsrust. En als dat geloofsvertrouwen door den Heere gewekt wordt, dan hebben wij het lot van land en volk in Gods handen te stellen ; Die zegt : Mijn raad zal bestaan.
 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's