De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

KERK, SCHOOL, VEREENIGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK, SCHOOL, VEREENIGING

19 minuten leestijd

Nederlandsche Hervormde Kerk.
Beroepen: te Saaksum cand. G. J. Paul te Assen — te Blokzijl H. Nobel te Reitsum (toez.) — te Nieuw-Amsterdam (toez.) P. J. Mackaay te Westerhaar (Ov.).
Aangenomen : naar Vorchten Th. C. Frederikse, cand. en hulppr. aldaar — naar Eindhoven (toez.) H. J. F. Wesseldijk te Schoonebeek.

Gereformeerde Kerken.
Aangenomen: naar Ooltgensplaat cand. H. A. L. van der Linden te Amsterdam.

Gereformeerde Gemeenten.
Bedankt : voor Westzaan A. van Stuyvenberg te Benthuizen — voor Leiden A. van Stuyvenberg te Benthuizen.

Christelijke Gereformeerde Kerk.
Beroepen te Wormerveer cand. M. v. d. Klis te Gouda.
Aangenomen :
naar Noordeloos cand. R. Slofstra te Drachten — naar Maarssen cand. M. van der Klis te Gouda.
Bedankt : voor 's-Gravenmoer, Papendrecht, Rozenburg en Wormerveer cand. M. van der Klis te Gouda — voor Almelo, Dokkum, Rijnsburg en Steenwijk cand. R. Slofstra te Drachten.

EVANGELIST.
Tot Evangelist bij de Ned. Herv. Gemeente te Scheemda is benoemd de heer J. Feenstra, godsdienstonderwijzer te Groningen.

HULPPREDIKERS.
De heer A. de Kleine, cand. te Groningen, heeft zijn benoeming tot hulpprediker bij de Ned. Herv. Gemeente van Nijehaske en Haskerdijken aangenomen.
De heer W. P. J. Osinga, cand. te Hilversum, is benoemd tot hulpprediker bij de Ned. Herv. Gem. te Huizum voor de Evangelisatie.

BEROEPINGSWERK.
Aangezien de kerkelijke colleges besloten hebben een voorstel van den Raad van Beheer op de Predikantstractementen te aanvaarden, kan de Ned. Herv. Gemeente van Aalst, na 18 jaar vacant te zijn geweest, het beroepingswerk weer ter hand nemen.

AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
Muiderberg—Kampen.
Ds. W. Willemse hoopt Zondag 24 Sept. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Muiderberg en Zondag 1 Oct. zijn intrede te doen te Kampen, na bevestgd te zijn door ds. H. W. Waardenburg, van Meppel.
Nootdorp.
Cand. W. J. Schouten, hulppred. te 's-Gravenhage, hoopt Zondag 17 Sept. zijn intrede te doen bij de Ned. Herv. Gem. te Nootdorp, na bevestigd te zijn door dr. M. M. den Hertog, van 's-Gravenhage.
Oosterwolde (Fr.).
Overgekomen uit Arum, deed ds. G. Cadée Zondagmiddag zijn intrede bij de Ned. Herv. Gem. te Oosterwolde (Fr.), na des morgens bevestigd te zijn door ds. W. G. van der Lecq, van Boyl, met den tekst Lukas 9 vers 62. Ds. Cadée had tot intreetekst Joh. 14 vers 6b : „Niemand komt tot den Vader dan door Mij". Verschillende toespraken volgden, o.m. van ds. D. Colenbrander van Peperga, namens Classis en Ring, ds. K. J. de Groot, van Buitenpost, voorheen te Oosterwolde, en ds. Van der Lecq, als consulent.
Tjamsweer (Gr.).
Na des morgens bevestigd te zijn door ds. A. Offeringa, van Scheveningen met een predikatie over r Petrus 5 vers 2, deed Zondag cand. F. Offeringa zijn intrede bij de Ned. Herv. Gem. te Tjamsweer (Gr.), sprekende over Rom. 15 vs. 29, 30. De nieuwe leeraar werd toegesproken door ds. E. Syperda, ds. H. Marra, ds. A. van der Most, namens den ring, den heer H. van Niel namens het Coll. Theol. Jahwe Nissi, en door ds. A. W. Tonsbeek, als consulent. Toegezongen werd Gezang 91 vers 3.
Vroomshoop—Lisse.
Ds. J. Th. van Veenen hoopt op 3 Sept. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Vroomshoop en Zondag 10 Sept. intrede te doen te Lisse, na bevestigd te zijn door den consulent, ds. J. P. E. C. Eerhard, van Hillegom.
Dussen en Haak.
Drs. J. C. Hooykaas, die het beroep naar Benschop heeft aangenomen, preekte Zondag afscheid in de Ned. Hervormde Gemeente van Dussen en Haak. Des morgens, in Haak, was zijn tekst Psalm 35 : 3b : „Zeg tot mijn ziel : Ik ben uw heil". Den predikant werd toegezongen Psalm 134 : 3, na een toespraak door ouderling Colijn.
's Middags was het afscheid in de hoofdkerk te Dussen. Tekst: Hebr. 13:5b: „Want Hij heeft gezegd : Ik zal u niet begeven. Ik zal u niet verlaten". In dezen dienst was van de ringcollega's tegenwoordig dr. G. Tjalma van Veen, een persoonlijk vriend van den scheidenden leeraar. Deze sprak toe namens kerkeraad en ring en liet zingen Psalm 121 : 4. Ook de heer H. Pellekaan voerde het woord. Beide diensten waren zeer bezet. Geëindigd werd met Psalm 48 : 6.
Bergen op Zoom—Alkmaar.
Ds. P. Prins van Wijngaarden hoopt 10 September a.s. afscheid te nemen van de Ned. Hervormde Gemeente te Bergen op Zoom en 17 September zijn intrede te doen te Alkmaar, na bevestigd te zijn door ds. A. J. Werver van Deventer.

Dr. J. D. DE LIND VAN WIJNGAARDEN f
23 Aug. j.l. is te De Bilt overleden dr. J. D. de Lind van Wijngaarden, in leven predikant der Ned. Hervormde Gemeente te De Bilt. De overledene, die in 1862 geboren werd, werd in 1891 door het Prov. Kerkbestuur van Drenthe toegelaten tot de Evangeliebediening in de Ned. Hervormde Kerk. 3 Jan. 1892 verbond hij zich aan zijn eerste gemeente Oud- Alblas. Achtereenvolgens diende hij de gemeenten Utrecht (1895—1907), Renkum (1907—1908), Putten (1908—1913), Feijenoord (1913—1929) en sedert 2 Oct. 1920 stond dr. De Lind van Wijngaarden te De Bilt.
De overledene was praetor van den ring Tienhoven en assessor van het Classicaal Bestuur van Amersfoort.

Ds. A. W. FEENSTRA OVERLEDEN.
In den ouderdom van 58 jaar is onverwachts overleden ds. A. W. Feenstra, predikant bij de Ned. Hervormde Gemeente van Lollum—Waaxens.
Ds. Feenstra werd op 9 Januari 1881 geboren en in 1905 candidaat in Overijssel. 20 Januari 1907 trad hij op als hulpprediker bij de Ned. Hervormde Gemeente te Alphen aan den Rijn, in welke kwaliteit hij ruim 3 jaar is werkzaam geweest. 10 April 1910 aanvaardde hij te Oudenhoorn (Z.-H.) het predikambt in zijn eerste gemeente waar hij bijkans 16 jaar is werkzaam geweest.
Hier mocht ds. Feenstra een nieuwe kerk en een nieuw orgel in gebruik nemen. Tijdens zijn verblijf aldaar was de overledene praeses van het classicaal bestuur van Brielle en praetor van den ring Geervliet. Hij stichtte ook de vereeniging Kinderzorg in de classis Brielle in 1919. Voorts was .hij kerkvisitator voor Zuid-Holland en gaf hij zijn krachten aan den evangelisatiearbeid op Voorne en Putten vanwege de vereeniging voor Inwendige Zending. 21 Maart 1926 deed ds. Feenstra intrede te Lollum en Waaxens. Hij maakte deel uit van het classicaal bestuur van Franeker en diende den ring Bolsward als praetor.

Ds. P. J. WAUTERS f
In den ouderdom van 82 jaren is te Brussel overleden ds. P. J. Wauters, em.-predikant van de Ned. Herv. Gemeente van Kleverskerke (Z.).
Pieter Jozef Wauters werd in 1857 geboren en studeerde aan de Vlaamsche Opleidingsschool te Brussel. In 1880 trad hij in dienst van de Belgische zendingskerk voor den evangelisatiearbeid met standplaats Brugge. Daarna volgde zijn benoeming aan de Stadsevangelisatie van ds. N. de Jonge te Brussel. In 1887 bevestigde ds. de Jonge hem als predikant van de Vlaamsch-Holl. Gemeente te Roubaix in Frankrijk. Na coll. doctum voor het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland werd ds. Wauters beroepbaar verklaard in de Ned. Hervormde Kerk nier te lande. 16 Februari 1890 deed hij zijn intrede ïn zijn eerste Gemeente te Goedereede, sprekende over Hand. i : 8a. In 1892 vertrok de overledene naar Rozenburg en in 1896 kwam hij te Ter Aar. In 1916 deed hij intrede te Hoofdplaat en in 1920 te Kleverskerke waar hij in 1927 eervol emeritaat bekwam en zich metterwoon te Brussel vestigde, waar hij geboren werd. 6 jaar maakte ds. Wauters deel uit van het classicaal bestuur van Leiden.

Ds. J. J. HOMBURG 70 JAAR.
Zaterdag 26 Augustus a.s. viert ds. J. J. Homburg te Goes, em.-predikant der Ned. Herv. Gemeente aldaar, zijn 7osten verjaardag.
Ds. Homburg werd 26 Augustus 1869 te Middelburg geboren. Hij ontving zijn opleiding aan de gymnasia te Doetinchem en te Middelburg en studeerde te Utrecht theologie. In 1896 werd hij candidaat in Overijssel, om 23 Augustus van dat jaar het predikambt te aanvaarden te Biervliet, wa; ar ds. G. W. A. de Veer, van Middelburg, hem bevestigde en aan welke gemeente hij zich verbond, sprekende over Joh. 1 : 43a. In 1902 vertrok ds. Homburg naar Groede, waar hij intrede deed met Coll. 3 : 4m, om zich November 1908 aan zijn laatste gemeente te verbinden, waar zijn collega, ds. P. J. Steinz, hem bevestigde en waar hij intrede deed met Jes. 52 : 7. Deze gemeente diende hij tot aan zijn emeritaat op 14 April 1937.

Ds. P. BONGERS 80 JAAR.
A.s. Zaterdag viert ds. P. Bongers, em.-predikant der Ned. Hervormde Kerk, wonende te Utrecht, zijn Bosten verjaardag.
Ds. Bongers werd 26 Augustus 1859 te Nieuw- Lekkerland geboren. Hij bezocht het gymnasium te Doetinchem en studeerde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht theologie.
In 1884 candidaat geworden in Gelderland, aanvaardde ds. Bongers 12 April 1885 het predikambt te Ameide en Tienhoven, sprekende over Rom. 1 vs. 16. In 18S8 vertrok hij naar Eemnes-Buiten, welke standplaats hij in 1890 met Zevenbergen verwisselde. In 1894 werd ds. Bongers predikant te Kamerik, waar hij is werkzaam geweest, totdat het Prov. Kerkbestuur van Utrecht hem op zijn verzoek met ingang van i October 1933, na een diensttijd van ruim 48 jaar, eervol emeritaat verleende.
Ds. Bongers heeft in vroeger jaren in het Herv. kerkelijk leven een zeer vooraanstaande plaats ingenomen.
24 jaar maakte hij deel uit van het Prov. Kerkbestuur van Utrecht, waarvan hij 10 jaar president was. 18 jaar was hij lid van het Prov. college van toezicht op het beheer van de kerkelijke goederen en fondsen en 10 jaar was ds. Bongers ook lid van de Algemeene Synode der Ned. Hervormde Kerk, terwijl hij eenige jaren deel uitmaakte van de commissie tot behartiging van de geestelijke belangen der Hervormden in de Mijnstreek. Ook was hij lid van de commissie van voordracht voor de benoeming van kerkelijke hoogleeraren. De ring Mijdrecht diende hij 32 jaar als praetor-quaestor. Onder groote belangstelling mocht de 80-jarige in 1935 zijn gouden ambtsjubileum vieren, bij welke gelegenheid hij in zijn eerste gemeente een gedachtenisrede hield.

JAARLIJKSCH BEZOEK VAN DE KONINGIN AAN AMSTERDAM.
Doop van Prinses Irene op 14 September. Naar wij vernemen, zal het jaarlijksche officieele bezoek van de Koningin aan Amsterdam dit jaar plaats hebben van Dinsdag 12 tot Maandag 18 September.
Tijdens dit bezoek zal, zooals bekend is, in de Nieuwe Kerk de doopplechtigheid van Prinses Irene geschieden, waarschijnlijk op Donderdag 14 Sept. De hofprediker, prof. dr. H. Th. Obbink, is uitgenoodigd dezen dienst te leiden.

OVER DEN SABBATSSTRIJD.
Onlangs is aan de Vrije Universiteit te Amsterdam cum laude, d.i. met lof, tot doctor in de theologie gepromoveerd ds. H. B. Visser, predikant der Gereformeerde Kerk te Noordwijk-Binnen, ^ op een proefschrift getiteld : „De geschiedenis van den Sabbatsstrijd onder de Gereformeerden in de I7e eeuw". In zijn 430 pag. tellende dissertatie, bij Kemink en Zoon te Utrecht uitgekomen, behandelt dr. Visser het dispuut over den Sabbat, wat hij beperkt tot Nederland en dan binnen de grenzen van de 17de eeuw.
Na in zijn inleidingen de verschillende Sabbatsbeschouwingen gereleveerd te hebben, wordt in het eerste hoofdstuk het uitbreken van den strijd in Zeeland over de opvatting van den Zondag geschetst en de behandeling van de Sabbatskwestie op de Synode van Dordrecht.
In het volgende hoofdstuk wordt de eerste periode van den Sabatsstrijd behandeld, waarbij het gevoelen van verschillende theologen, o.a. Voetius en Gomarus en het standpunt van onderscheidene particuliere Synoden wordt belicht.
In de hoofdstukken drie en vier worden geschetst de tweede en de derde periode in dezen strijd, resp. de strijd in Leiden en de strijd in Utrecht en in Groningen.
In hoofdstuk V komt de vierde periode aan de orde : het dispuut over den Sabbat als onderdeel van de Cartesiaansch-Coccejaansche twisten tot omstreeks 1675.
Na in het daaropvolgende hoofdstuk een samenvatting te hebben gegeven van het dispuut tusschen Koelman en Vlak en nog het gevoelen van een aantal theologen uit de laatste helft van de 17de eeuw gereleveerd te hebben, bespreekt dr. Visser in het 7de hoofdstuk het beroep op de historie en geeft hij in het laatste hoofdstuk een overzicht van de verdedigde opvattingen en gebruikte argumenten.
Dr. Visser heeft ook eigen opvatting over de in zijn 400 blz. tellend proefschrift behandelde materie kenbaar gemaakt. Hij merkt op, dat over de vraagstukken inzake den Sabbat groote onzekerheid heerscht ; een vaste, wel omschreven belijdenis inzake het 4de gebod is er niet. Zijn meening is, dat het „Sabbatsgebod moet gehandhaafd worden als één van de tien geboden der moreele wet ; in hoofdzaak althans van hetzelfde karakter als de andere negen geboden ; Coccejus gaf aan het vierde gebod een uitzonderlijke plaats in de wet des Heeren, maar dat werd door de woordvoerders der Gereformeerde opvatting afgewezen.
De onderscheiding tusschen moreel en ceremonieel in dit gebod, werd door de meesten aanvaard, n.l. als men onder ceremonieel verstaat veranderlijk. Dat dit gebod geheel ceremonieel is en met Christus' verschijning afgeschaft, en dat de viering vart den Zondag dus op heel andere gronden berust, is een meening, die in dezen strijd door de Gereformeerden volstrekt is verworpen".
Voorts wijst dr. Visser er op, dat niet zonder meer kan gezegd worden, dat het Calvinisme niet één dag voor den godsdienst vraagt, maar alle dagen. „Evenmin, dat voor den Calvinist Sabbat houden is : navolgers Gods te worden in ons heele leven. De Calvinistische Sabbatsbeschouwing mag niet uit Calvijn worden opgesteld, en dan zeker niet uit den Calvijn van de Institutie. Gerekend moet worden met de ontwikkeling van de Sabbatsbeschouwing bij de Gereformeerden.
Indien we dat doen, zullen we, althans in ons land, zulk een scherpe tegenstelling tusschen de Puriteinsche en de Calvinistische Sabbatsbeschouwing niet maken. We zullen de Puriteinen de eere toekennen, dat zij voor de handhaving van het vierde gebod hebben gewaakt. Wel moet hun te wettische opvatting van de Zondagsviering als niet-Gereformeerd worden afgewezen".
Aan het slot van zijn boek komt dr. Visser met een „Besluit", dat hij eindigt met de opmerking, dat de Gereformeerde Kerken in onze dagen goed zullen doen, in hun beschouwing over het vierde gebod aan de resultaten, die de Sabbatsstrijd in de 17de eeuw heeft gebracht, niet voorbij te gaan, al waren die resultaten alleen maar het stellen der kwestie en het aanwijzen der consequenties van bepaalde opvattingen.
Dat dr. Visser met zijn dissertatie daartoe alles in het werk heeft gesteld, zal zeker door allen, die het dispuut van den Sabbat willen volgen, ten zeerste gewaardeerd worden.

DE SYNODE EN HET BEHEER.
Een zeer belangrijke zaak is aan de orde geweest dit jaar in de Synode, en wel de bevoegdheid der Synode inzake de regeling van het beheer. In 1938 was een reglement ten deze aangeboden, 't welk werd afgewezen op gronden, bij die aangeboden regeling aangevoerd. Over de vraag naar de bevoegdheid zelf liet de Synode van 1938 zich echter niet uit. Thans was er een rapport ter tafel, 't welk die bevoegdheid behandelde, naar aanleiding van ingekomen vragen en moties uit verschillende Classicale Vergaderingen. De conclusie luidde nu, op duidelijk aangevoerde rechtsgronden, dat de Synode bevoegd was het beheer te regelen.
Die conclusie is nu aangenomen door de Synode. De eerste stap op den weg, om tot andere toestanden te komen inzake de verhouding van bestuur en beheer, is gezet, waar nu meer dan honderd jaar over deze zaak is gesproken en geschreven. Waar de Synode nu haar bevoegdheid uitsprak, zal van alle kanten uit de Kerk de vraag opkomen, om dan nu ook tot een regeling van het beheer over te gaan en de daad bij het woord te voegen.
De Synode wil echter niet overhaast handelen, maar ernstig in overleg treden met bepaalde instanties. Een commissie is benoemd om hierbij voorbereidend werk te verrichten, ook met overleg van bekende juristen.

ZENDINGSMIDDAG TE HARDERWIJK.
Begunstigd door bijzonder fraai zomerweer werd op 16 Augustus in het Gemeentebosch „De Stadsdennen", een Zendingsmiddag gehouden voor de Classicale Zending, ring Harderwijk, van den G.Z.B. Het openings- en het slotwoord waren toebetrouwd aan ds. L. van Mastrigt van Harderwijk. De burgemeester van Harderwijk, de Ed.Achtb. heer J. de Jong Saakes, sprak een inleidend woord, terwijl voorts optraden ds. J. J. Timmer van Ermelo met „Laat de heidenen weten, dat ze menschen zijn", ds. K. van der Pol van Wierden met „De blijde boodschap voor een zoekende ziel", ds. J. W. van der Linden van Kootwijkerbroek met „Wisselende zangen" en ds. A. H. J. G. van Voorthuijzen van Hierden met „De Heere zal komen tegen den sterke".
De sprekers hadden allen een aandachtig gehoor, dat uit een 400 personen bestond, voor het grootste deel uit den omtrek ; de mutsen verraadden ook nog vrouwelijk bezoek uit Genemuiden en Huizen, dus van ver buiten den Ring, echter blijkbaar wel verwant met en aangetrokken tot dezen tak en vorm van arbeid voor onze Zending. Dat door het voorafgegane tijdperk van voor den roggeoogst minder gunstig weder, nu nog velen bij dezen arbeid betrokken waren, zal ongetwijfeld van invloed geweest zijn op het niet overgroot aantal bezoekers. De stemming was er echter, naar wij vernamen, niet minder goed om en de collecte bracht ruim ƒ 103.— op. In de pauze was gelegenheid iets ter verfrissching te nuttigen, waarvan door velen een dankbaar gebruik werd gemaakt, die ook op deze wijze bijdroegen aan het financieel resultaat van den middag, dat met entree's rijwielstalling en zitplaatsenhuur op ongeveer ƒ 200.— is te begrooten. Al met al meenen we te mogen gewagen van een goedgeslaagde samenkomst, waarop 's Heeren zegen in rijke mate moge rusten.

VRIJZINNIGE ONVERDRAAGZAAMHEID.
De toestanden in de Ned. Herv. Gemeente te Oude- en Nijehornè (Fr.), waar de predikant ds. Pijnacker Hordijk rechtzinnig is, maar de Kerkeraad en de Kerkvoogdij vrijzinnig (wat altijd beteekent „ruim van opvatting" en „verdraagzaam", zooals b.v. de Openbare School ook wordt getypeerd, omdat we immers allen „kinderen van één Vader" zijn ) zijn al jaren lang zóó in-treurig, dat er haast geen woorden voor te vinden zijn.
Met prikkeldraad hebben de heeren Kerkvoogden de pastorie afgezet (die hebben immers zeggenschap over de gebouwen !). En de heeren Kerkvoogden zorgen er ook voor, dat het orgel gesloten is, als de rechtzinnige dominé preekt, zoodat het orgelspel gemist wordt bij het zingen der gemeente ! Zoo zorgen dus de heeren Kerkvoogden voor pastorie en kerk, overal en altijd, waar ze maar eenigszins zeggenschap hebben !
Ook de Kerkeraad gedraagt zich onhebbelijk. De leden van den Kerkeraad, behalve één diaken, komen nooit bij ds. Pijnacker Hordijk ter kerk. Zij komen alleen als zij bevestigd worden en blijven dan verder weg.
De Synode van 1938 had zich reeds de zaak aangetrokken en het Prov. Kerkbestuur van Friesland aangeschreven het Classicaal Bestuur van Heerenveen (in meerderheid vrijzinnig) op te dragen, in de bestaande toestanden ter plaatse regelend op te treden. Het Classicaal Bestuur van Heerenveen was zéér slap in de uitvoering van de hem opgedragen taak. En zoodoende vorderde de zaak niet. Ook het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland (tot voor kort in meerderheid vrijzinnig — wat nu anders is) deed niets.
De Synode heeft nu, in hooger beroep, ingaande op een klacht van 66 lidmaten der gemeente Oudeen Nijehornè, besloten in te grijpen en aan het Prov. Kerkbestuur op te dragen, naar Art. 30 Regl. Opzicht en Tucht te handelen. D.w.z., gezien de slappe houding van het Classicaal Bestuur van Heerenveen. nu zelf de zaak ter hand te nemen.
Er zal dan nu waarschijnlijk eindelijk iets gebeuren.

UIT : DE KLEINE CATECHISMUS VAN ZACHARIAS URSINUS.
We nemen — willekeurig — hier een klein stukje uit De Kleine Catechismus van Zacharias Ursinus over :
53. Door welke middelen en werktuigen werkt, voedt en bevestigt de Heilige Geest het geloof in ons ?
Door de prediking van het Woord Gods en het gebruik der Sacramenten.
54. Wat zijn Sacramenten ?
Het zijn plechtigheden (ceremoniën) door God ingesteld, opdat Hij daardoor als door zichtbare panden en openbare getuigenissen alle geloovenden aangaande de genade, hun in het Evangelie beloofd, vermane en bevestige; en opdat zij hunnerzijds daardoor zich tot het geloof en een heilig leven verplichten en zich van de ongeloovigen onderscheiden.
55. Kan iemand zonder het gebruik der Sacramenten de zaligheid deelachtig of van haar zeker zijn ?
Niemand, die in het versmaden van die Sacramenten volhardt. Zoo iemand toch mist het waar geloof en sluit zichzelf buiten het volk en verbond Gods. Wie evenwel van de Sacramenten buiten zijn wil beroofd wordt, deze is niettemin de genade, aan de geloovenden en hun zaad beloofd, deelachtig.
56. Hoeveel Sacramenten heeft Christus ingesteld ?
Twee : den Doop en het Avondmaal.
57. Wat is de Doop ?
Het is een afwassching, die door water geschiedt in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, door Christus ingesteld, opdat Hij hierdoor, als door een zichtbaar pand en openbaar getuigenis, ons allen, die in Hem gelooven, gedurende ons gansche leven vermane en bevestige, dat niet alleen anderen, maar ook ons ieder in het bijzonder door Zijn bloed en Geest de zonden afgewasschen zijn ; en waardoor wij onzerzijds verplicht worden om dag aan dag te vorderen in de ware bekeering.
58. Wat is : afgewasschen te worden door het bloed en den Geest van Christus ?
Het is, vanwege het vergoten bloed van Christus, vergeving van zonden ontvangen en met den Heiligen Geest begiftigd worden, door Wiens kracht wij meer en meer probeeren en vermogen de zonden tegen te staan en God in nieuwheid en heiligheid des levens te dienen.

HET HERSTEL DER JESUïETEN-ORDE.
Maandag 7 Aug. was het 125 jaar geleden, dat de Jesuïeten-Orde door Paus Pius VII in haar vroegeren toestand werd hersteld bij de bulle „Sollicitudo omnium ecclesiarum".
Blijkens het laatst verschenen statistisch overzicht der Orde, bedraagt het aantal leden thans 25.683, van wie 11.631 priesters, 8783 scholastieken en 5269. broeders. Op de Jesuïeten-scholen worden 117.000 leerlingen in den geest der Orde opgeleid. Toch is haar ontwikkeling ook in deze laatste 125 jaar niet zonder schokken geschied. Herhaaldelijk werd zij in verschillende landen verboden. Wat Nederland betreft, heeft de Orde zich tengevolge van de godsdienstvrijheid volledig kunnen ontplooien. De Nederlandsche provincie der Sociëteit van Jezus telt thans 712 leden, van wie er 162 in Ned-Indië werkzaam zijn. Behalve verschillende parochie-kerken, waar de Jesuïeten de bediening uitoefenen, bezitten zij hier te lande o.m. diverse middelbare onderwijsinrichtingen, t.w. het St. Ignatius-college te Amsterdam, het St. Canisius-college te Nijmegen en het St. Aloysius-college en Huize Katwijk, beide in Den Haag.
Ruim 40 jaar waren uitsluitend de Jesuïeten belast met de missioneering van geheel Ned.-Indië. Eerst in 1904 kregen ook verschillende andere Orden den Indischen Archipel als arbeidsveld. Sindsdien werken de Jesuïeten aldaar in hoofdzaak op West- en Midden-Java. Thans bezitten zij er reeds 400 scholen met meer dan 40.000 leerlingen. Het Petrus- Canisius-seminarie aldaar telt ongeveer 90 studenten, van wie 70 Javanen zijn. Meer dan 40 Javanen werden in de Sociëteit van Jezus opgenomen.
Thans worden plannen beraamd om het volgend jaar het vierde eeuwfeest van de stichting der Orde te herdenken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

KERK, SCHOOL, VEREENIGING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's