De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

ZIE HET LAM GODS

8 minuten leestijd

Johannes 1 vers 36 b. Deze woorden verplaatsen ons in gedachten naar de oever van de Jordaan te Beth-Abara.

ZIE HET LAN GODS

Johannes 1 vers 36 b. Deze woorden verplaatsen ons in gedachten naar de oever van de Jordaan te Beth-Abara. Daar staat hij, Johannes de Dooper, die evenals de profeet Eiia, omgord door den Geest en de kracht des Heeren is uitgegaan tot zijn tijdgenooten om het hun toe te roepen : , Bekeert u, bekeert u, want het Koninkrijk Gods is nabij gekomen".

En niet te vergeefs is zijn prediking onder hen geweest! Velen hebben aan deze stem des roependen in de woestijn gehoor leeren geven en zijn hem als discipel gevolgd. Dit waren echter niet de rijken en aanzienlijken, maar voor een deel zij, die genoemd kunnen worden „de stillen in den lande" en voortkwamen uit de arme visschersbevolking aan de zee van Tiberias, behoorende tot de „anawim", de verdrukten of verbrokenen van hart. Zij verwachtten de vertroosting Israels, zagen uit naar den Messias en waren vol heilige begeerte naar den Heere en Zijn kennis. Zij hebben de roep van Johannes vernomen en zijn hem gevolgd, hun zonden belijdend voor het aangezicht des Heeren! Zij zijn afgedaald in de wateren der Jordaan tot vergeving en afwassching hunner zonden en bij Johannes gebleven, wachtend op den aangekondigden Messias. En van die discipelen ontmoeten we er hier twee! Ze staan tezamen met Johannes aan de oever van de Jordaan. De één wordt hier met name genoemd, n.l. Andreas, de broeder van Simon Petrus. De ander wordt algemeen gehouden voor Johannes, den schrijver van dit Evangelie, den discipel dien Jezus liefhad en die het diepst is ingewijd geweest in de zielsgeheimen van zijn Heere en Heiland.

Het is mogelijk, dat er op dezen dag nog wel meer hoorders geweest zijn, maar het komt vooral aan op deze twee, omdat zij als eersten werden toegevoegd aan de Nieuw-Testamentische Gemeente, waarvan Jezus Christus de uiterste hoeksteen is. Want wat was het geval ? Terwijl Johannes daar predikt, ziet hij Jezus van verre wandelen. Christus gaat daar heen en weer, wachtend op de gegevenen Zijns Vaders, evenals Hij daarop ook nu nog wacht in het heden der genade, totdat de Zijnen Hem zullen worden toegebracht, getrokken door de eeuwige verkiezende liefde Gods, want niemand kan tot Hem komen, tenzij de Vader hem trekke.

Johannes ziet den Heere Jezus en begrijpt terstond waarop Hij wacht. En daarom houdt hij zijn discipelen niet bij zich; neen, als gezant van dien Koning is zijn werk beëindigd en weet hij dat het- oogenblik is aangebroken, waarop het Vleeschgeworden Woord in Zijn heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader, door de eerstelingen zal worden aanschouwd.

Dit is voor Johannes de dag, waarop de eerste vruchten op zijn arbeid worden gezien. Daarover verheugt hij zich, evenals een vriend des Bruidegoms, die staat en hem hoort, zich met blijdschap verheugend over de stem des Bruidegoms! En zoo roept hij het zijn discipelen dan ook toe, dit woord, vol genade en waarheid: „Zie het lam Gods".

Zie het Lam Gods!

Dus niet: „Zie, uw Meester, Dien ge nu in alles gehoorzamen moet''; dus niet : „Zie uw Leidsman, Dien ge voortaan te volgen hebt", neen: „Zie het lam Gods". Het volk van Israël begeerde ook een Messias, maar dan als een aardsch Koning, die hen verlossen zou van het juk der Romeinen. Het begeerde wél een Messias, maar niet ais het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, niet een Gebondene, opdat Hij hen zou ontbinden, niet Iemand, die ontallijke smaadheden geleden heeft, opdat zij nimmermeer te schande zouden worden, niet een Onschuldig ter dood veroordeelde, opdat zij voor het Gericht Gods zouden worden vrijgesproken, . niet een Gekruisigde, opdat Hij het handschrift hunner zonden aan het vloekhout zou nagelen!

't Moet echter gaan. om het Lam Gods, dat geslacht is en door Zijn Bloed den Engel des verderfs doet voorbijgaan, omdat het de verzoening verworven heeft en des Heeren slaande Hand doet afwenden.Op zulk een Lam komt het aan voor den zondaar, die het rechtvaardig heeft leeren achten, dat de Heere hem zou verstooten van voor Zijn Aangezicht. Op zulk een Lam komt het aan voor den aan zichzelf ontdekten mensch, wanneer het moet worden beleden :

'k Wou vluchten, maar kon nergens heen, Zoodat mijn dood voorhanden scheen. En alle hoop mij gansch ontviel. Daar niemand zorgde voor mijn ziel!

Maar, o goddelijk wonder der genade, zulk een Lam is er voor dezulken. Luister maar naar dit woord van Johannes, die het zegt: „Zie , het Lam Gods".

„Zie.het Lam Gods''.

Kort is het woord, maar groot de rijkdom die er in ligt opgesloten, omdat wij er den weg des lieils in mogen beluisteren. Door de zonde is de dood in de wereld gekomen. Niemand der menschenkinderen was in staat om het oordeel Gods : „Ten dage dat gij daarvan eet, zult gij den dood sterven", af te wenden. Wel had de Heere onder het Oude Testament voor Zijn volk de offerdienst ingesteld, maar dat bloed der offerdieren was toch op zichzelf niet in staat om de zonden te verzoenen! Het was slechts een heenwijzing naar dat groote offer des Lams, door God in Zijn eeuwig Raadsplan gegeven voor de verkorenen uit het verloren menschdom en door den Zoon vrijwillig op zich genomen. Immers, brandofferen noch offers voor de schuld voldeden aan Uw eisch noch eer. Toen zeide Ik : „Zie, Ik kom, in de rol des Boeks is van Mij geschreven'. En wanneer Hij dan in de volheid des 'njds gegeven wordt, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij als het Lam Gods de zonden der Zijnen zou wegdragen, dan mag Johannes Hem als zoodanig ook prediken aan Zijn discipelen met de woorden : „Zie het Lam Gods".

Zie het Lam Gods.

Lezer, zoodanig is Hij ook u gepredikt en hebben uwe oogen in Hem reeds de zaligheid gezien? Ook tot u gaat de prediking van dit Lam uit, telkens weer. En in het bizonder hebt ge het mogen beluisteren op het achter u liggende Kerstfeest, waarop Zijn komst als het Lam Gods in het vleesch werd herdacht. En nu zijn we misschien wel allen hoorders van dat woord geweest, maar zijn wij door Gods genade reeds tot daders geworden ? Slechts wanneer wij evenals deze twee discipelen zien mogen met verHchtt, oogen en hooren met een geopend oor door des Heeren Geest, zullen wij iets van Zijn heerlijkheid, die er voor het schuldige hart in Hem is, hebben aanschouwd en iets van de prediking van dat Lam, dat geslacht is, hebben mogen verstaan en ervaren. Wij worden er dan werkzaam mede en er door uitgedreven tot dien Christus. '

Wat daartoe noodig is ?

Zie het bij Johannes !

Hij was als boeteprediker gekomen tot het volk met het oordeel Gods : ., De bijl ligt alreede aan den wortel der boomen ; alle boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen!"

En wanneer Hij dat door Zijn Geest in het hart des menschen doet indringen, opdat men zich als een zondaar voor God leert kennen, het oordeel waardig zijnde, dan wordt daar door Johannes de blijde boodschap gebracht voor dezulken : „Zie het Lam Gods".

Zoo was het en zoo is het!  Oordeel en genade!

En wanneer gij nog leeft zonder de verzoening van dit Lam, de bijl ligt alreede aan den wortel, Gok voor u ! Maar nog is daar het heden der genade, waarin het Lam Gods mag worden aangeprezen. Smeek den Heere dan in allen ootmoed dat Hij de hemel scheure en neerkome met de kracht Zijns Geestes om uw steenen hart te verbrijzelen en u bij dat Licht toone wie gij zijt.

En weet dan dit, verbrijzelde van hart. Hij lenigt dan ook uw smart, want eerder dat Hij de zonde ongestraft, liet blijven, heeft Hij ze gestraft aan Ziin Zoon, aan dat Lam, dat de zonde wegneemt. Blijf dan niet van verre staan, schuchtere zondaar, meenend dat uw zonde te groot en uw schuld te zwaar is!

Een ieder die tot Hem komt zal Hij geenszins uitwerpen. Wat antwoordde Jezus die twee discipelen ? Wijst Hij ze af ? Neen ,Hij ontvangt hen vol genade en barmhartigheid met het woord : " Kom en zie !"

Aan degenen die Hem waarlijk zoeken, zal Zijn borggerechtigheid worden geopenbaard, en zulke zoekers worden tot vinders !

En dan zal er in het volgen van dien Heere en Heiland, wel veel afdwalen zijn, veel strijd tegen de macht der duisternis, die uw oogen van Hem wil afwenden, maar laat dan steeds dit woord als het ware met de griffel van des Heeren Geest in uw hart zijn ingegrifd: „Zie het Lam Gods".Dat is dan uw éénige Troost in leven en sterven beide!

Uw éénige Troost in het leven !

Bij iedere struikeling : Gods". „Zie het Lam Gods" Bij iedere val : „Zie het Lam Gods".

Bij de bergen van schuld die u aanklagen, steeds weer : „Zie het Lam Gods''.

Uw éénige Troost ook in het sterven !

Alles ontvalt ons in de stervensure, maar Jezus gaat mede. Al gaat gij dan ook in het dal van schaduwe des doods, Hij zal niet begeven noch verlaten, wat Hij gewrocht heeft. Als hier uw loop vervuld is, dan zal uw geloof verwisseld worden in aanschouwen aan de Bruiloft des Lams, waar geheel Zijn duurgekochte Gemeente zal worden vergaderd, aanheffend het lied der gezaligden :

„Hem die op den troon zit en het Lam, zij de dankzegging en de eer en de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid".

Amen.

Waspik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's