Het Heilig Avondmaal.
Gedicht
Eet, drinkt, dit is Mijn lichaam en Mijn vergoten Bloed. 'k Spijs, 'k laaf u allen heilzaam met 't allerhoogste Goed.
Gij komt met leege handen. Ik vul ze met dit Brood. Gij komt, gekneld in banden, Ik red u uit dien nood.
Geen heiligen begeer Ik ; slechts een verbroken hart. Komt allen nu, zoo leer Ik, gestild wordt hier uw smart.
Gij zegt: ik durf niet komen. Zoo gróót weet ik mijn schuld, Ik roep : wil toch niet schromen Als u berouw vervult.
Met uitgestrekte armen blijf 'k in uw midden staan. Met oogen vol erbarmen zie Ik Mijn kind'ren aan.
Geen schuld is Mij te machtig geen zonde Mij te groot, geen satan Mij te krachtig, 'k Verwon voor u den dood !
(Overgenomen).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1940
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1940
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's