Financiën

Deze keer hadt ge niet verwacht, dat de Penningmeester iets van zich zou laten hooren. Daarvoor moet dan ook wel eenige oorzaak zijn. 'k Zal het u zeggen, hoe het zit.

Daar kwam nu Vrijdag in mijn brievenbus een couvert, dat mijn aandacht al dadelijk op zich vestigde. Daarop was, naast de vereischte postzegels, nog iets aangebracht, n.l. dat alleen op de aangeteekende stukken vereischt wordt.

Mijn eerste gewaarwording was een vraagteeken. Wat zou het zijn ? Waarom deze bizondere aanteekening ? Zou het ten gunste of ten ongunste uitvallen ?

De ervaring van den dag is deze, dat verreweg het meeste wat wij niet kennen, ons tegenvalt. Ja, ik zal het deksel van het geheim toch maar even oplichten. Het adres is door een hand geschreven, dat in de juiste richting wijst. Het eerste gezicht verraadt een deel van het geheim. Daar zat een bankbiljet in.

Zoo wordt het mij opeens duidelijk, waarvoor die aanteekening op het adres dienen moest — veiligheidshalve aangebracht door afzender.

Doch nu zal de opmerking door meer dan éen van u gemaakt worden : is dit nu zoo belangrijk om daarvan gewag te maken in de rubriek „Financiën" ?

Natuurlijk is hiermede, wat ik te zeggen heb, pas ingeluid. Ik noem geen plaats van afzending, ook niet de som, welke werd overgemaakt, en zooals geheel vanzelf spreekt, geen naam.

Het eerste begin ligt in eene stille overdenking, welke opwelde in een moederhart. 't Is al een heele tijd geleden, dat het weduwe-kleed om haar schouders werd gelegd. De Heere had heel veel van haar weggenomen, toch ook nog veel gelaten. Haar kinderen was haar rijkdom. Natuurlijk vorderde ieder van deze zijn eigen zorg en bijstand. De jongste had eenige steunpunten meer noodig dan de andere. Zoo deed zich dit verschijnsel voor, dat hij, die van zijn prille jeugd afaan groote begeerte had gekoesterd om tot het predikambt te worden opgeleid, hierin moeilijkheden ondervond, zooveel, dat uiteindelijk werd besloten hiervan te moeten afzien.

Zoo ontmoetten wij elkander. Op een van de donkerste momenten kruisten onze wegen.

Hoe donker ook die weg mocht wezen — de Heere gaf genadiglijk Zijn bijstand.

't Was zelfs zoo, dat als door een onzichtbare hand geleid, zijn weg voorspoediger was dan van velen. Zie, daarop was dit aangeteekende schrijven met inhoud nu het antwoord. Moeder kon niet nalaten hare erkentelijkheid jegens dit alles te uiten en onder dit geheele verloop uit te spreken : Gods groote goedheid.

Mag ik deze gelegenheid gebruiken om mijn bizonderen dank te uiten ?

De Heere is een Waarmaker van Zijn Woord: „Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden". Zegene Hij ên Moeder èn kinderen ook nu nog tot roem van Zijnen Naam.

Hierbij zal ik nog een paar posten voegen, welke bij mij inkwamen in deze dagen.

Van ds. Bousema kreeg ik uit Zuid-Beijerland aan contributie, welke hij voor mij inde ƒ 14.— Verder had hij nog een tientje er bijgevoegd. Van ds. Timmer onder lett. S. uit Utrecht ƒ 2.50 Van den heer de K. te Harmeien als contributie voor 1947 ƒ 2.50

Mogen wij onze vriendelijke dank betuigen ook aan de leden, die mij de contributie overmaakten. Alleen een klein verzoek, ook aan de secretarissen van de Afdeelingen : zou men mijn taak willen verlichten door naast de namen der leden mij de straatnaam en het huisnummer te willen toevoegen ? Dit met het oog op de kaarten-kast, waaraan gewerkt wordt.

Voorloopig mijn vriendelijken dank !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen