Evangelisatie taak der Kerk
Gevraagd over het bovenstaande iets te : schrijven, heb ik geen ogenblik geaarzeld. Is het niet nodig, dat wij ons vandaag aan de dag steeds meer gaan bezinnen op de taak, die God vóór alles aan Zijn Kerk heeft toevertrouwd, een taak die met haar wezen overeenkomt, eigenlijk automatisch met het „kerk" zijn gegeven is ? Het is eigenlijk ontstellend, dat de kerk eerst nu weer oog gaat krijgen voor evangelisatie, en dat wij het vreemd vinden, nu opeens deze zo nodige tak van arbeid voor ons te zien gesteld. Immers, waaróm vinden we het vreemd ? Eenvoudig hierom, omdat wij zijn opgegroeid in een tijd, waarin de kerk zelfs niet aan evangelisatie dacht, waarin dit onmisbaar werk zó verwaarloosd werd, dat wij het niet eens als zonde zagen. Zeker, daar werd nog wel aan evangelisatie gedaan, maar ging ze van de kerk uit, dus van de gemeente en de kerkeraad ? Verre van dat! Integendeel, men stond critisch, zo al niet afwijzend tegenover allen die meenden de wereld op te moeten eisen voor het Koninkrijk Gods. Ik denk hier aan het Leger des Heils, met zijn drang tot evangelisatie, met zijn grote ijver anderen te brengen tot het heil, dat in Christus is.
Welnu, hoe was en is de reactie der kerk ? Zij stond afwijzend, ze had en heeft allerlei aanmerkingen, ze kan een zekere minachting niet onderdrukken. En zeker, ook wij hebben aanmerkingen, wij hebben zelfs veel bezwaren tegen het Leger als zodanig, maar als zij ons tegenroept: „Gij staat wel afwijzend tegenover ons werk, maar wat doet gij dan om de wereld te redden, die God niet kent en reddeloos te gronde gaat als zij niet wederkeert ? "Wat moeten wij als kerk dan zeggen ? Moeten wij dan niet met bloedrode kaken de hand op de mond leggen en beschaamd afdruipen ? Wij hebben als kerk onze roeping verwaarloosd, wij zijn hopeloos in gebreke gebleven. Wij hebben de wereld maar gelaten, zo zij was. Wij hebben niets verstaan van de roeping, die met het „kerk" zijn als vanzelf is gegeven. Wij hebben er zelfs niet aan gedacht, dat wij nog zo'n roeping hadden, erger nog, wij hebben er anderen lelijk om aangekeken als ze het wèl deden. Is dat niet ontstellend ? .
Daarom ben ik zo blij, dat de laatste tijd een kentering is waar te nemen, dat langzamerhand de kerk zich haar roeping bewust wordt, en wij een streven gaan opmerken om de evangelisatie kerkelijk te maken, d.w.z. uit te doen gaan, niet van enige vrienden, of van een vereniging, maar van de kerk zelf.
Welnu, zullen wij.dat streven niet aanwakkeren ? Is het niet nodig, dat wij ons op de roeping der kerk telkens bezinnen, telkens opnieuw bezinnen ? Wij willen het ook nu doen op deze plaats. En dan zeggen wij eerst: Evangelisatie is niet de taak van de enkeling, nog minder de taak van alles wat zich buiten de kerk om beweegt, maar is vóór alle dingen de taak van de kerk zelf, en wel hierom, omdat ten eerste aan haar de verkondiging van het Woord Gods, van het evangelie is toebetrouwd en in de tweede plaats, omdat zij het instrument, het voertuig Gods is, waarmee Hij Zijn Koninkrijk te voorschijn roept en tot de volkomenheid brengt.
In de eerste plaats dus is evangelisatie taak der kerk, omdat zij het is, aan wie de verkondiging van het Woord Gods is toebetrouwd. Wie zal dit laatste durven ontkennen ? In laatste instantie is er maar één, aan wie God de prediking des Woords heeft toevertrouwd, en dat is niemand anders dan de kerk. Haar koos God naar Zijn welbehagen tot deze taak uit. Zij geniet dat voorrecht, zij heeft de verplichting, zij alléén. Niet moeilijk is het, dit te bewijzen. Het bewijs vindt ge in Matth. 28 vs. 19, het : „gaat dan heen, onderwijst alle de volkeren, dezelve dopende in de Naam des Vader en des Zoons en des Heiligen Geestes, lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb". Welnu, wie zijn het aan wie Jezus die opdracht geeft ? Gij zegt: Jezus' discipelen, en 't is waar, gij hebt gelijk. Alléén maar, wat gij hier zegt is een halve waarheid, want de gehele waarheid is, dat de elven, die hier om Jezus staan vlak voor Zijn hemelvaart, de kerk van Christus op aarde vertegenwoordigen, door wie Hij Zijn gezegende arbeid gaat voortzetten. De verkondiging van het evangelie, de prediking van het Woord Gods wordt hier niet aan enkele discipelen, maar aan de kerk toevertrouwd. Welnu, als dat zo is, is dan evangelisatie niet taak der kerk ? Of gaat de arbeid der evangelisatie soms.buiten de prediking des Woords om ? Wij weten wel beter. Als wij zelf, die naar de kerk komen nog, dank zij de trekkende en opzoekende liefde Gods, het altijd weer moeten hebben van het gepredikte Woord Gods, dan toch zeker ook zij, die zo ver van de Heere, die zo ver van de rechte weg zijn afgedwaald. De wijze waarop dat Woord gebracht wordt, moge in zekere mate verschillen van de gewone wijze, waarop wij het horen, in wezen is er geen verschil. God brengt tot levensverandering, door de verkondiging van het Woord, maar dan is het ook aan de kerk vóór alle anderen om aan evangelistatie te doen, dat Woord te brengen aan alle volken, dat is aan de volken van verre en van dicht bij, in Celebes en in Nederland. De zending, en dus ook de Inwendige Zending, dat is de evangelisatie, is Gods opdracht aan de kerk, en daarnaast aan elke gemeente, aan elke kerkeraad. Wie God zegt, en met God van doen krijgt (en wie kent dat meer dan de kerk ? ) krijgt ook met zijn medemens van doen en heeft in ieder die hem ontmoet een mens te zien, door God zelf op zijn levensweg geplaatst, van God hem toegezonden om hem deelgenoot te maken van hetzelfde heil, dat hij kent.
Het is goed, dat wij zó onze naaste bezien, vooral nu we nog zo gemakkelijk als christen en als kerk geneigd zijn, de wereld te laten wie zij is. Niets is echter verkeerder dan dat. Zullen wij zonder meer toe mogen zien, dat een ander, eveneens een schepsel Gods, zich te pletter loopt op de rotsen der eeuwigheid ? Daar staat een woord in onze Bijbel, dat wij ook als kerk nooit vergeten mogen, en zeker niet als de Kaïnsgeest ons te pakken heeft, en dat is dit : „Vervloekt is hij, die een blinde laat dwalen op de weg". Voelt gij de betekenis er van, ook de geestelijke betekenis ? Het is deze : zoals vervloekt hij is, die een blinde stumper, die de weg niet vinden kan en volkomen dreigt vast te lopen, niet helpt en de weg wijst, zo is vervloekt hij, die een geestelijk blinde maar laat voorthollen op de weg, het verderf tegemoet. Zijn bloed wordt straks van hem geëist. Neen, wij hebben onze medemens, wie hij dan ook is, te zien als een mens Gods, voor wiens geestelijk welzijn wij mede verantwoordelijk zijn, voor wie wij het waarachtig levensgeluk, dat in Christus ligt, altijd weer hebben te zoeken. Als christen hebben wij getrouw te zijn in ons getuigen van de grootheid en heerlijkheid van Christus, waar wij dan ook zijn, op fabriek, op kantoor, in gezelschap of op de weg. En als kerk hebben wij de opdracht Gods om, waar dan ook, dus ook vlak bij, het evangelie te prediken, dat is : aan evangelisatie te doen. Evangelisatie is geen taak voor de enkeling alléén. Evangelisatie is ook geen liefhebberij, zoals misschien velen hebben gedacht. Evangehsatie is opdracht Gods aan de kerk, aan wie vóór alles de verkondiging des Woords is toebetrouwd. Dat de kerk vooral aan evangelisatie heeft te doen, en dat zij, wil het goed zijn, met al de liefde en de kracht die in haar is, zich op deze arbeid heeft te werpen, blijkt nog uit iets anders. Sedert wanneer bestaat er evangelisatie ? Is dat iets van de laatste tijd ? Wij denken het misschien, doch dan denken wij toch totaal verkeerd. Ik heb pas geleden de evangelisatie ook horen noemen, het handelen Gods in deze wereld, het telkens weer afkomen en werken Gods in onze wereld om Zijn Koninkrijk in het leven te roepen, op te bouwen en naar de volmaaktheid te voeren. Evangelisatie is hier het overwinnend geschieden van het Woord Gods in deze wereld, die Hem niet kent en Hem niet wil. En als wij het zo bezien, is de evangelisatie dan niet eeuwen oud ? Dan is de evangelisatie er sedert God begon met Zijn heilswerk, sedert het ogenblik, dat het Woord des Heeren zijn loop begon in deze donkere wereld. Heerlijk werk, dit evangelisatiewerk Gods in deze wereld. Wie geeft weer, hoeveel zielen door dit handelen Gods al gewonnen zijn voor het Koninkrijk ? Wie telt de schare, die in de loop der eeuwen is toegedaan tot de gemeente die zalig wordt ? Wie zal tellen de overwinningen, die het Woord Gods al heeft behaald ? De wereld ziet het niet. Zij ziet slechts afbrokkeling, achteruitgang, hopeloos failliet. Maar Johannes op Patmos, hij zag het.
Hij zag het hoe de ruiter op het witte paard voortging van overwinning tot overwinning. Hij zag de zegeloop van het evangelie door alle beroeringen heen, niet te stuiten in zijn loop. Hij zag hoe alles : oorlog, honger, pestilentie, daaraan dienstbaar werd gemaakt. Zo was het en zo is het nog. Wij denken wel eens, dat de zaak Gods achteruit gaat, meer en meer, maar ik zeg u : Gods evangelisatiewerk gaat voort! Hij zal zorgen, dat het evangelie zijn zegeloop volbrengt, dat harten worden bekeerd, dat Mannasse's worden toegebracht, dat de Lydia's zullen acht geven op wat gesproken wordt.
Gods evangelisatiewerk gaat voort, ook nu.
Wie geeft weer, hoevelen God ook nu nog tot bekering brengt in Europa, Azië, Amerika, over 't rond der aard ? God zorgt, dat Zijn Woord zal inslaan, levenwekkend, hartveranderend, levensvernieuwend. Ziehier wat God aan het doen is, ook nu in onze tijd. God geve, dat wij het zien mogen, dat wij ook in onze dagen weer oog krijgen voor dat overwinnend voortschrijden van het Woord Gods in onze wereld. Is er iets, dat meer vreugd verschaft , aan hen, die niets liever willen dan dat maar velen toevloeien tot des, Heeren goed, aan hen, die uit de grond van hun hart leerden bidden: „Uw Koninkrijk kome" ?
Kampen, voorjaar 1948. (Slot volgt).
Berichten en verslagen en in het algemeen alles wat voor opname in de redactionele kolommen van „De Waarheidsvriend" bestemd 3S, zende men aan de Hoofdredacteur, Prof. Dr. J. Severijn, Kamstraat 10, Utrecht. Wat rechtstreeks aan de drukkerij wordt gezonden kan niet worden opgenomen. Advertenties zende' men uitsluitend aan: Adniin. De Waarheidsvriend, Postbus 18, Maassluis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1948
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1948
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's