De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

...„Vrede zij ulieden”...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

...„Vrede zij ulieden”...

8 minuten leestijd

Johannes 20: 19

De bedeling, die, na de opstanding van Christus, voor de kerk is aangebroken, is één van de meest merkwaardige, die de geschiedenis van het Godsrijk kent. Ze is, naar het woord van de apostel Petrus, op de eerste Pinksterdag: Het laatste der dagen. Het is merkwaardig, dat de kerk dat altijd zo slecht heeft verstaan. Voor zover we deze term niet uitgeleverd hebben aan de secte, weten we er niets beters mee te doen, dan haar alleen maar te gebruiken voor de onbestemde tijd, vlak vóór de wederkomst van Christus. Maar, dat we er vandaag aan de dag, al midden in zitten, is iets, wat het overgrote deel zich eenvoudigweg niet duidelijk maken kan, of wil. Toch ware het te wensen, dat we, ook in deze dingen eens wat duidelijker leerden denken. Het zou, voor de plaatsbepaling ontzaggelijk veel nut opleveren!

Het laatste der dagen. .. . Dat is, in het Oude Testament, niet alleen, de tijd, waarin de jongelingen gezichten zien en de ouden dromen dromen, maar ook de bedeling van afbraak en strijd, waardoor de dag des Heeren zich baanbreekt in de wereldgeschiedenis! Het is de tijd van de apocalypse, van het beest uit de afgrond en de volharding der heiligen! Die moet niet alleen kómen, daar zitten we ook na Pasen, 1959, midden in!

Waar de gemeente weet te leven in dat laatste der dagen, is de gezapigheid er af en staat ze midden in de strijd! Midden in het belijden van de opgestane Christus, midden in de verdrukking en midden in de haast en het reikhalzen naar Zijn wederkomst!

Hoe kan dan Gods kind leven, in de warreling van dit laatste der dagen ? Is het niet, omdat de gemeente leeft bij het grote goed van de erfenis, die de Opgestane Zijn disicipelen, op die eerste opstandingsdag heeft geschonken, toen Hij op hen toe kwam met de vredegroet? Het is,  alsof de evangelist Johannes ons. goed duidelijk wil maken, hoe belangrijk deze vredegroet voor de discipelen is geweest! Drie maal achtereen verhaalt hij, hoe Christus hen dit heeft gezegd! Dat is iets zeer bijzonders!

Ge zoudt dat op 't eerste gezicht niet zeggen. Want het Woord, dat de Opgestane hier gebruikt, is in het Oosten niets anders, dan de normale groet, die iedereen zou geven, als hij de ander ontmoette. Ge moet er echter, even doorheenzien, om de geweldige vulling te verstaan, die Christus, hier, aan deze woorden heeft gegeven.

Vrede, dat betekent in het Hebreeuwse taaleigen, iets heel anders, dan wat wij, westerlingen er onder verstaan. Voor ons is het alleen maar: Het afwezig zijn van iets, oorlog b.v., of, in het kleinere verband: een twist. Zijn dergelijke verstoringen er niet, dan hebben we het over vrede. Maar voor het Oosten is de groet: Schaloom—vrede, iets veel groters, dan alleen maar dat negatievel Wanneer men elkaar vrede wenst, dan zouden wij dat het best kunnen vertalen, met de wens, die men op nieuwjaarsdag nog al eens hoort: Veel heil en zegen! Niet het negatieve dus, van het afwezig zijn van het kwaad, maar: het aanwezig zijn van het goed! Het ongestoorde geluk, het vol-zijn van het leven. Dat is, natuurlijk nooit te verwezenlijken, dat is, met Oosterse overdrijving, alleen maar iemand toe te wensen, Zoals men de koning toewenst: O, koning, leef in eeuwigheid.

Maar, het is DIT, dat door de opgestane Christus, zijn klank en kleur krijgt, op een manier, die oneindige vergezichten doet opengaan voor Zijn discipelen! Dit werkelijke ongestoord zijn van het leven, dat zelfs niet gestoord zal kunnen worden door die dingen op de wereld, die het leven in zijn uiterste brengen, dat is het toch, wat Hij nu juist heeft verworven!

En gróndig heeft verworven, omdat Hij het niet alleen — zelfs niet in de eerste plaats — in het horizontale vlak heeft tot stand gebracht, maar: in het verticale!!

De werkelijke ongestoordheid, het heil en de zegen van het leven, begint immers niet in de verhouding van mensen onderlinlg, maar: in de verhouding van een mens tegenover zijn God! En het is deze vrede, waarvoor Hij op de aarde was gekomen! Deze gestoorde verhouding van de Adam! Daarvoor heeft Hij aan het kruis gehangen en daarvoor is Hij gestorven, als de tweede Adam! En, dan komt het andere, er achter aan: Waar de verhouding met de hemel weer in orde is, wordt een mens apart en Zijn gemeente, als geheel, vredemaker, op deze aarde! Het zweeft niet alleen hoog in de lucht, maar het wandelt ook echt, met alle twee voeten op deze aarde!

Het is met dit geweldige woord, met deze geweldige kracht, dat Hij de Zijnen na Zijn opstanding 'begroet! Omdat Hij de werkelijkheid van deze vrede hééft, neen, meer, omdat Hij deze vrede zelf is!! In Zijn mond is het niet één of ander goed bedoelde wens, maar leven en kracht, waaruit Zijn discipelen mogen leven! En ze zullen het nodig hebben, straks, als ze, in het laatste der dagen gekomen zullen zijn! Als ze staan zullen voor koningen en stadhouders, als de brand van de haat — aangewakkerd door de vaart van het evangelie — hen zal gaan zengen! Als ze dwars door een wereld moeten, die zich tot het uiterste tegen de glorie van het Opstandingsevangelie zal verzetten!

Ze zullen, met die vrede, dwars door oorlog en strijd, door vervolging en afval en rouw, door de arena's van het keizerrijk heen moeten! De Heere zij dank dat ze ermee doorheen kunnen!

En, zo is het niet alleen in die eerste eeuwen! Zó staat het, vandaag de dag, nóg, met Gods gemeente en Zijn kind! Die moet, hoe meer het laatste der dagen zijn einde naderen gaat, steeds beter verstaan, dat het overwinnend evangelie van de opgestane Christus, voert en voeren zal, dwars door de oorlogen en geruchten van oorlogen, dwars door de liefde, die verkouden zal, dwars door de afval en de ongehoorzaamheid, door de koudheid en de onverschilligheid! Daar zal steeds meer, voor de gemeente Gods, het marturium: het be- LIJDEN van het evangelie in het leven komen te staan!

En ze kan alleen maar door dat torment, als ze leven mag uit die vrede, die alle verstand te boven gaat en door de opgestane Christus, ook nu, wordt geschonken! Want het is toch waarlijk niet zó, dat die vrede er alleen geweest is, in de eerste tijd, maar dat ze er nu nog mag zijn en blijven zal tot aan de jongste dag! Wat hier, in de eerste opstandingsdag, aan de discipelen is geschonken, het gaat toch nooit meer weg, omdat Christus nooit meer uit het leven van Zijn kerk is geweken! Waar Hij is, is die vrede, en zo is ze nóg de kracht, waaruit geleefd kan en mag en móét worden!

Maar. .. dat is moeilijk. Ik heb vaak sterk de indruk, dat de kerk, in zijn geheel, deze vrede wél wat al te gemakkelijk , , claimt"!

We moeten goed beseffen, dat ze er alleen is, waar de levende en opgestane Christus is! En ze wordt ook alleen maar gerealiseerd, in de ontmoeting met de Levende! En ik meen, daar mangelt het vaak, in de kerk! Want de levende Christus ontmoet ge alleen maar in Zijn Woord en door Zijn Geest! En, waar dat Woord niet wordt gehoorzaamd en ingeruild tegen menselijke meningen. daar is Christus niet en de kerk dood en de vrede verdwenen...! Daar mag elke leer, die geen ernst maakt met het levende Woord zelf, dat in Christus vleesgeworden is, duchtig om denken. En is het niet één van de grootste zonden, ook van de eigen kerk, dat het daar juist zo mangelt? ? Zodat vaak het staal van déze vrede mist, ondanks vele mooie woorden?

Maar... is het ook vaak niet de ergerlijkheid van een orthodoxie, die met de mond ernst maakt met het woord, en, intussen, door haar daden de ontmoeting met de Opgestane verhindert? Of, zou de gespletenheid, die er ook in de orthodoxie heerst, een voordeel zijn, in de ontmoeting van de kerken, met haar Heer? ?

En, liggen, ook in het persoonlijk leven, juist in het persoonlijk leven, daar ook niet de gevaren ? Zal de kerk leven, dan doet ze dat alleen maar bij de gratie van het persoonlijke geloofsleven van haar leden! En, waar in ons persoonlijk leven, dank zij de leer, of ondanks de leer, en, hoe dan ook, dank zij onze zonden en persoonlijk ongeloof en kleingeloof, de ontmoeting met de Opgestane er niet, of ternauwernood is, zal de gave en opdracht van déze vrede, in ons leven, er ook niet, of ternauwernood zijn! En is het dan een wonder, dat waar een mens die vrede mist, hij ondergaat in deze boze tijd? ?

Het gaat, in uw leven, om de persoonlijke ontmoeting met de opgestane Christus, om de ervaring van Zijn vrede, in uw eigen leven!

En het moge ons dringen tot de vraag, hoe het met deze ontmoeting staat!

Of — en ondanks' alles, wat is dat heerlijk!! — het gaat om de hér-ontmoeting, elke dag weer! En het moge ons dringen tot het onderzoek van ons geloofsleven, hoe het met deze herontmoeting staat!

En, God, de Heere, geve ons, persoonlijk en als kerk, Zijn Heilige Geest, in dat onderzoek! Want dat hebben we bitter hard nodig!!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

...„Vrede zij ulieden”...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's