MEDITATIE
DE ERGERNIS AAN HET KONINKRIJK
De Zoon des mensen is gekomen, etende en drinkende, en gij zegt: Ziet daar een Mens, die een vraat en wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en zondaren.
De meeste Joden hebben het al gauw bekeken: er was bijzonders in het optreden van de Heere Jezus. Zijn woorden hebben hun aanvankehjk ontzag ingeboezemd, maar nog meer hebben zij op Zijn gangen en Zijn daden gelet. Kijk, daar zijn ze hevig door ontsteld geworden. Want dat hebben ze nog nooit meegemaakt, dat een rabbi het huis ingaat van een tollenaar. En dat Hij daar bovendien nog deelneemt aan een maaltijd, waar nog vele anderen van dat soort aanwezig zijn — dat geeft hen te denken!
De Farizeeën, de geestelijke leiders van het volk, hebben in het verborgen hier hun afkeuring al over uitgesproken. Wie met tollenaren en zondaren aan één tafel gaat zitten, wie dus met deze mensen bevriend wil worden, die kan Gode niet behagen. Die wordt automatisch ook zélf met de zonde besmet. Immers, het blijft niet alleen bij eten en drinken, er komt nog veel meer bij! Dat de Heiland dat verschrikkelijke van de zonde aldoor over het hoofd ziet, dat wordt Hem hoogst kwalijk genomen.
Let wel, deze grief is nog steeds niet tegenover Jezus zélf uitgesproken. Men komt er niet mee voor de dag, openlijke kritiek durft men niet aan. Maar in stilte zijn de meeste Joden diep geschokt. En dit is de Heere niet ontgaan. Ja, we moeten het nog anders stellen: Christus kent en doorgrondt deze mensen. Dat wordt hier heel duidelijk openbaar. Want voordat zij er toe komen hun gedachten uit te spreken, is de Heere hen een slag voor. Hij brengt hun aanstoot onder woorden. In de tekst, die wij boven deze meditatie schreven, ligt uitgedrukt de ergernis aan Gods Koninkrijk.
Ik meen, dat ook de hedendaagse kerkmens hieruit wel iets kan leren. Want de bediening van het Woord des Heeren heeft altijd uitwerking. Door de kracht van dat Woord wordt een appèl gedaan op ons hart: wat dunkt u van de Christus? Daar mochten wij wel eens wat meer aan denken, dat de Heere van tevoren ons antwoord al weet. Hij heeft ons al lang door, om het zo eens te zeggen. En dit maakt, dat Hij ons in de praktijk van het geestelijk leven steeds nét een slag voor is. Wanneer we daar mogen inkomen, dan heeft het Woord dus een ontdekkende uitwerking. Dan is het precies, alsof er een sluier voor ons wordt weggeschoven. En wat krijgen we dan te zien? Een God, die ons goed wil doen ... en wij (is dat niet erg? ) wij, die daar niet van gediend zijn. Hier heeft een botsing plaats; wij stoten ons aan Hem, die reddend tot ons komt.
Immers, dat wil de Heere hier de Joden duidelijk te verstaan geven. Hij komt tot hen als de Gezondene des Vaders, Hij is gekomen als de Zoon des Mensen. Zo was Hij in een gezicht vroeger reeds aan Daniël aangekondigd, en zo heeft de Heiland zich ook menig keer voorgesteld. Hij is de Mensenzoon, door Zijn Vader bekleed met het heerlijk ambt van de Koning, die gekomen is tot het Zijne.
Met de naam Zoon des mensen bedoelt Christus dus zichzelf. Nu is het de vraag, hoe de mens deze Gezondene ontvangt! Laten we wel beseffen, dat Hij als Rechthebbende tot ons komt. Hij maakt aanspraak op ons. Maar wat blijkt? Van Gods rechten willen we niet weten! Het kan zelfs gebeuren, dat we met onze godsdienstigheid of met onze vroomheid de Heere in de weg staan. In ieder geval hebben we ons verheven en verschanst op een hoge toren. En dit staat vast: daar moeten we nu af! Ja, we zien, dat die val naar beneden erg groot wordt. Vandaar dat verzet van ons, vaak tot het einde toe. In Gods Woord wordt dit hardnekkigheid of onbekeerhjkheid genoemd.
Daarom de grote ernst van Jezus, waarmee Hij de Joden van dit kwaad wil terughouden. Weet u wel, met Wie u te doen hebt? Ja, Ik ken de overleggingen van uw harten. Wat een ergernis leeft daar, omdat Ik eet en drink met de zondaren. Maar dit is nog niet de diepste aanstoot. De eigenhjke bron der ergernis is, dat de mens afkerig staat tegenover alles, wat van God komt. Dat is de reden, dat de Heiland geen geloof bij de Joden aantreft.
Bij de Joden alleen? Ach, diezelfde afkeer wordt in élk mensenhart aangetroffen. En daar is van onze kant geen verandering ten goede te verwachten. Wanneer God het niet tegenhoudt, dan neemt de kracht van ongeloof juist steeds meer toe. En wanneer we ook letten op het grote geheel ia de wereld, dan krijgt het Woord, dat de Heiland in een ander verband uitspreekt, diepe zin: de Zoon des mensen, als Hij (weder)komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?
We zijn dus tegen alles, wat van God komt. Want de Joden hebben niet alleen iets tegen de Heere Jezus gehad, ook aan Johannes de Doper hebben ze zich gestoten. Hoe streng heeft Johannes de zonde toch gehekeld. En hij nam er amper de tijd voor om te eten en te drinken. Hij greep in de woestijn, wat het meest voor de hand lag: sprinkhanen en wilde honing. Jezus echter heeft meestal wél gedacht aan eten en drinken. En nu Hij dat ook doet in het gezelschap van de zondaren, nu is het wéér mis. Johannes en Jezus hebben ieder op eigen manier geprobeerd de mens tot God te lokken, maar ze worden beiden veracht en verworpen.
En toch, ondanks deze afkeer, tóch is het Koninkrijk niet tegen te houden. Al is het Woord voor degenen die verloren gaan, een dwaasheid, voor hen die behouden worden is het een kracht Gods tot zaligheid. Neen, de Heere gaat de Farizeeën niet zonder meer voorbij. Want in de geschiedenis, die volgt, neemt Jezus deel aan een maaltijd in ... het huis van Simon de Farizeeër! Maar wie ontmoet de Heiland daar ook? Ook de vrouw, die een zondares was, wist daar binnen te komen. En alléén tot haar heeft de Heere kunnen zeggen: uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede.
Ziet u, de Zoon des mensen blijkt alleen maar wat te kunnen beginnen met mensen, die door de kracht van Zijn woord de doodschrik gekregen hebben, en zo als zondaar tot Hem vluchten. Daar is de aanstoot verdwenen, daar mag gezien worden de nog enige mogelijkheid tot redding! Het Lam Gods, dat de zonden wegneemt! De Zoon des mensen, die gekomen is, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren is!
(Hei en Boeicop)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1960
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1960
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's