De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

De vrucht van de prediking

5 minuten leestijd

Handelingen 2:37 en 38: „En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in hunne harten en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? En Petrus zeide tot hen: Bekeert u en een iegelijk van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen".

Het was een krachtig woord, dat de apostel Petrus sprak, toen de spotters het werk van God aantastten. Neen, zij waren niet dronken van wijn, die getuigden van de grote werken Gods. Het was immers genoeg bekend, dat de offerwijn niet voor het middaguur werd uitgedeeld. Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft n.l. deze Jezus, die gij gekruist hebt. Dit was de hoofdinhoud van zijn rede. Zo iets was nimmer gehoord n.l. dat een gekruisigde door God de Heere tot Koning en Heere is gemaakt, voor wie eenmaal alle knie zich zal buigen en wiens Koninkrijk geen einde nemen zal. Ontzettende gedachte: Gods eigen Zoon gekruisigd te hebben. Hij die zij doornageld hebben, Hij is thans de Koning, gezeten aan de rechterhand der majesteit Gods in de hoogste hemelen. Dit woord trof de schare, het was als een tweesnijdend scherp zwaard, dat door merg en been doordringt. Het maakte door Gods genade een diepe indruk. Men kreeg er een gezicht in van wat men had bedreven. Verslagenheid en ontroering grijpt hen aan en zij vragen aan Petrus en de apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders?

Als zij dit hoorden. Het was dus de rede van de apostel, die door de werking des Heihgen Geestes een gezegende uitwerking had. Zo wordt bevestigd wat in de brief aan de Hebreeën geschreven staat: „Want het Woord Gods is levend en krachtig en scherpsnijdender dan een tweesnijdend scherp zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes en der samenvoegselen en des mergs en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten". Het is in overeenstemming mfet wat Jeremia heeft gesproken: „Is Mijn Woord niet alzo als een vuur? en als een hamer, die een steenrots te morzel slaat? "

Het woord verslagenheid betekent eigenlijk de pijn des lichaams, die door het steken van één of ander scherp voorwerp veroorzaakt wordt. Zij werden machtig en onweerstaanbaar aangegrepen, diep in hun hart getroffen door de werking des Heiligen Geestes. Droefheid greep hen aan als zij bedachten welk een verschrikkelijke misdaad zij hadden gepleegd tegen God de Heere en Zijn Zoon Jezus Christus. Deze verslagenheid des harten wordt in Gods Woord genoemd, een droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. Dan roept men het uit met de stokbewaarder: Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde.

Zij vragen raad, zij roepen de hulp van de apostelen in. Wat moeten wij doen mannen broeders, om de straf te ontgaan die wij verdiend hebben?

Zijt ook gij lezer bekend met deze verslagenheid des gemoeds?

Petrus bleef het antwoord niet schuldig. Bekeert u en een iegelijk van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus tot vergeving der zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Deze woorden bevatten een vermaning en een belofte. Bekeert u. Reeds in het O.T. khnkt deze vermaning: De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten, en hij bekere zich tot de Heere, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Ook Johannes de Dooper kwam met de prediking: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Dit was ook de prediking van Jezus: Bekeert u.

Nu houdt bekering twee dingen in: zich afkeren van het kwade en zich toekeren tot God. Gij slechte, hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen? En de spotters voor zich spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten? Keert u tot Mijne bestraffing. Dan komt er een haten en vlieden van de zonde maar ook een naderen tot de Heere om van Hem vergeving der zonden af te bidden en wordt vrede gezocht in het bloed des kruises.

En laat u dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving der zonden. De doop toch is een teken en zegel van de vergeving der zonden. In de Catechismus geeft de christen als antwoord op de vraag: Hoe wordt gij in de Heilige Doop vermaand en verzekerd, dat de enige offerande van Christus aan het kruis geschiedt, u ten goede komt? Alzo dat Christus dit uitwendig waterbad ingezet en daarbij toegezegd heeft, dat ik zo zekerhjk met Zijn bloed en Geest van de onreinigheid mijner ziel, dat is van al mijn zonden gewassen ben, als ik uitwendig met het water, hetwelk de onzuiverheid des lichaams pleegt weg te nemen, gewassen ben.

De apostel spreekt ook van een heerlijke toezegging: Gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Zij zouden ontvangen de Heihge Geest, die zou hen in alle waarheid leiden zoals de Heere belooft: Ziet Ik zal Mijn Geest u overvloedig uitstorten; Ik zal Mijne woorden u bekend maken.

Zagen we wat de Heilige Geest door het Woord werkte en welke gezegende vruchten dit opleverde voor tijd en eeuwigheid, hoe dikwijls is dat Woord ook onder ons gepredikt. Van nature staan wij allen aan dezelfde misdaad schuldig, ook wij hebben de Heere Jezus gekruisigd door onze zonden. Hoevele jaren zijn voorbij gegaan die in de dienst der ongerechtigheid zijn doorgebracht, hoevele waarschuwingen zijn in de wind geslagen, hoeveel geestelijke schade heeft men zich zelf berokkend. Hoe lang hebben wij met Gods genade gespot. Als Gods Geest echter het hart aanraakt, zal men tot een vreselijke ontdekking komen dat men tegen een goeddoend God heeft gezondigd en bij die erkentenis geleid door de leiding des Geestes, schreit de ziel over de diepte zijner ellende en komt de taal van de tollenaar op zijn lippen: O God, wees mij arme zondaar genadig.

Worden bij u, lezer, ook al vruchten gezien van geloof en bekering? Veel zaad zal verloren gaan, maar ook een deel zal vallen in een goed toebereide akker en het zal vruchten voortbrengen tot verheerlijking van God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's