De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

NIEUWE PSALMBERIJMING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NIEUWE PSALMBERIJMING

9 minuten leestijd

Bij circulaire van 6 maart 1959, gericht aan de kerkeraden, vroeg de generale synode van onze kerk aandacht voor de proeve van een nieuwe berijming van 110 psalmen, die werd aangeboden door de Interkerkelijke Stichting voor de Psalmberijming. Deze 110 proeven zijn tot stand gebracht door de Interkerkelijke Werkcommissie voor de Psalmberijming, die mede gebruik gemaakt heeft van de voor-arbeid, die ten deze was verricht door de Hervormde Commissie voor de Psalmberijming, die een subcommissie is van de Raad voor de Eredienst. De bedoeling van de uitgave en aanbieding dezer proeve was, in ruime kring de gelegenheid te openen de nieuwe berijming op haar waarde te beproeven, Wij hebben de indruk, aldus de synode, dat de u aangeboden proeve voortreffelijke kwaliteiten bezit, wat natuurlijk niet betekent dat niet nog een aantal verbeteringen op onderdelen zouden dienen te worden aangebracht.

De Interkerkelijke Werkcommissie staat echter ten volle open voor opbouwende kritiek.

Het komt mij voor dat in onze kring aan deze oproep, aan deze proeve en aan de zaak van een nieuwe psalmberijming in het algemeen tot heden te weinig aandacht is gegeven. Dat mag bevreemdend heten omdat wij ons wel heel bijzonder aan de psalmen Davids verbonden weten (ds. S. Gerssen in Theologia Reformata van maart 1959). Hoewel het niet eenvoudig is over deze proeve een gefundeerd oordeel te geven, maar zwijgen wellicht als instemming zou kunnen worden opgevat, volgen hieronder enige overwegingen inzake de tot heden in gebruik zijnde berijming van 1773, over de wenselijkheid van een nieuwe berijming en eindelijk over de aangeboden proeve, terwijl ook enige aandacht gegeven zal worden aan andere in de laatste tijd verschenen berijmingen.

Allereerst dan de „oude" berijming. Zo mag men die zeker noemen, want de bundel in zijn geheel is bijna twee eeuwen oud en verschillende psalmen ervan zijn zeker ouder. Wij, en dan bedoel ik de mensen van middelbare en oudere leeftijd onder ons, zijn bij deze berijming opgevoed en opgegroeid, en vele verzen ervan zijn ons dierbaar geworden, omdat zij op voortreffelijke wijze weergeven wat in de onberijmde psalm staat en weerklank vinden in ons hart. Niet ten onrechte is gesproken van „klassieke" psalmen, die welhaast tot kerkelijke volksliederen geworden zijn. Het zou ons zwaar vallen daarvan afstand te moeten doen en het in de plaats daarvan gebodene zal wel van heel hoog gehalte moeten zijn om ons enigermate te bevredigen. Wij gevoelen daarin toch ook iets van de erve der vaderen, die we maar niet zo voetstoots prijsgeven. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat in onze godsdienstoefeningen een belangrijk deel van de psalmen zelden of nooit gezongen wordt. Of dat aan de berijming ligt is voor mij de vraag. Men beperkt zich vaak tot een aantal van de meest bekende en zegt dan dat, wanneer een minder bekende psalm opgegeven wordt, de gemeente die zo slecht zingt. Maar als men ze nooit opgeeft leert de gemeente ze ook nooit zingen, Naar mijn indruk blijven speciaal de strijdpsalmen ongebruikt. Kent ons geslacht geen strijd meer en zijn we ingeslapen? De H. Schrift spreekt ons toch duidelijk genoeg van de strijd, die immer gaande is tussen het Rijk van God en het Rijk van Satan. In die strijd is het psalmgezang een machtig wapen. Satan wordt erdoor op de vlucht gedreven, zegt Luther. God, de Heilige, troont op de lofzangen Israels (Ps. 22 : 4). Dit is zeker dat wij, slechts een betrekkelijk klein gedeelte der psalmen zingend, grote schatten ongebruikt laten liggen. Wanneer een nieuwe berijming ertoe zou medewerken het psalmgezang weer meer in ere te brengen zou dat althans grote winst zijn.

Er is veel ongerechtvaardigde kritiek geoefend op de oude berijming. Het is onwaar dat zij niet Schriftgetrouw is. Integendeel heeft men er naar gestreefd zoveel mogelijk alle woorden, die in de onberijmde psalmen voorkomen ook in de berijming te plaatsen. Dit is mede oorzaak geworden van de lengte der berijming omdat men soms enige regels meer nodig had om alle woorden te kunnen plaatsen. Ons psalmboek is bijna twee maal zo dik als het Boek der Psalmen.

Elke berijming van de psalmen is mensenwerk, dus gebrekkig, en draagt het stempel van de tijd waarin zij ontstaan is. Nooit mogen wij haar vereenzelvigen met de H. Schrift, en menen dat er niets aan veranderd mag worden.

Er zijn integendeel meerdere redenen om te pleiten voor een nieuwe of althans voor een herziene berijming van de psalmen. De taal van onze berijming is op vele plaatsen verouderd en wordt, vooral door de jonge mensen, vaak niet meer verstaan. Dat is geen wonder want de taal is een levend element en verandert met de tijd. Wij spreken niet meer als onze voorouders van 200 jaar geleden en de taal van 400 jaar terug is voor ons bijna onverstaanbaar. Reeds uit dien hoofde is het streven naar een nieuwe of herziene berijming verklaarbaar en gewettigd. Wij moeten er oog voor hebben, dat de oude berijming het jonge opkomende geslacht niet meer zo aanspreekt als ons, en wij behoren voor vernieuwing van de vorm, met handhaving van de inhoud, open te staan.

Hieronder volgen een aantal uitdrukkingen, die wij in onze spreek- en schrijftaal niet meer gebruiken. Ik beperk mij tot de eerste tien psalmen:

1 : 1 waar zulken samenrotten. 2 : 4 'k Heb heden U geteeld. 2 : 5 O rechters, tot de stoel der eer gekoren. 3: 1 het saamgezworen rot. 3 : 3 en fel geprangd moog' wezen. 4 : 3 naar 't outer treden, 5 : 1 uit 's hemels koren. 5 : 9 hun tong tracht vleiend ons door treken naar 't hart te steken. 6 : 6 Ik voel uw slagen klemmen. 7 : 2 't onkreukbaar recht ooit hebb' gefnuikt. 9:1 Mijn tong zal mijn gemoed verzellen. 9 : 9 De Heer zal zijn een hoog vertrek. 10:1 in 't warnet breng' en schielijk om doe komen. 10: 2 Want op zijn wens beroemt zich 't godd'loos rot.

Deze voorbeelden zijn uit de volgende psalmen met vele andere te vermeerderen.

Dan is er in de oude berijming het veelvuldig samentrekken van lettergrepen en woorden (soms ook wordt een woord willekeurig verlengd):

1 : 3 waar 't vrome volk vergaart. 2 : 1 saamgekomen. 2 : 3 weerstand biên. 3 : 2 Hij wil mij niet versmaan. 4:1 gena. 4:4 koorn. 5:2 Sla ied're zucht... opmerkend ga. 5 : 9 hun keel is nooit verslindensmoê. 5 : 10 daar z' uwe wet zo stout vertreên. 7 : 4 volk'ren om U heen vergaren. 7 : 2 vreêgenoot. 7 : 6 glinst'rend wraakzwaard ... spant alreê zijn boog. 9: 14 blij te moê. 9 : 17 teruggekeren. 10 : 2 ... de neus omhoge steekt. 10 : 6 Bewijs ... gena; ter harte ga. 10 : 9 door uw godd'lijk recht behoên ... ter hulp spoên. 11: 2 ogenleden. 12 : 3 onderscheien. 13 : 2 tegenheên ... ontwerpen smeên .. . vertreên. De gloênde kolen uit 68 : 1 en de haar'gen schedel in vers 11 doen ons toch wel vreemd aan. En dat men in 60 : 5 van de schoen een schoe maakte, terwille van het rijm, kan niet door de beugel.

Hinderlijk is het vele gebruik van het stopwoord ai; in het bijzonder Ps. 119, overigens een pracht staal van rijmkunst, wordt er door ontsierd.

Kenmerkend voor de oude berijming is ook het overmatig gebruik van de apostrof, het weglatingsteken ('). Bijvoorbeeld in Ps. 10 : 4 de moeit' en 't zielsverdriet. Verzen waarin de apostrof 7 maal of meer voorkomt zijn er te over. Anderzijds wordt de stomme e kwistig toegevoegd: mijne, uwe, zijne, hunne, ene, ruste, hulpe, 't harte, vreze, wrake, hope enz.

Dit alles is te verklaren uit de tijd waarin deze berijming is ontstaan. Zij draagt ook op andere wijze het stempel daarvan. De 18de eeuw was de tijd van de Verlichting en van het Rationalisme, met de sfeer van plicht, deugd, rede en zede. Voorbeelden: 17 : 2 door beiden is hun plicht betracht; 19 : 6 Dus krijg ik van mijn plicht; 34: 6 ik leer, opdat g' uw plicht betracht; 1 : 4 rein van zeden . . . het pad der deugd betreden; 15 : 2 zich op de deugd met ijver legt; 19 : 4 Zijn wil... eist zuiverheid en deugd; 14 : 1 zij doven 't licht der rede.

De 18de eeuw was de tijd van de rederijkers en de letterlievende gezelschappen. Van retoriek en pathos zijn vele verzen in onze oude berijming niet vrij te pleiten: 4:2 op 't eenzaam bedde neergezegen; 5 : 3 oprechte boezemzuchten slaken; 6:6 en doe mijn bedde zwemmen in tranen al den nacht; 34 : 3 terstond verdween 't ondraagbaar wee uit zijn benepen hart; 65 : 9 halmen die van zwaarte schudden en lonen 's landmans zweet.

Wonderlijk zijn de benamingen die in de oude berijming aan God gegeven worden: het eeuwig Wezen, volzalig Wezen, Opperwezen, Opperheer, Oppervoogd, Oppermajesteit, Alzegenaar en Schutsheer aller goeden enz., altemaal namen die in de H. Schrift niet voorkomen. Hoewel die in sommige kringen geliefd is, lijkt mij de onzijdige aanduiding: het eeuwig Wezen of het Opperwezen voor de allerhoogste God, niet zonder bedenking. Het is zoiets zwevends als: het Lot of: een Hogere Macht.

Al deze bezwaren maken het begrijpelijk, dat de drang naar een nieuwe berijming steeds sterker wordt. Er is echter geen reden op de oude berijming neer te zien en er spottend over te spreken. Letterkundig (gezien in het kader van de tijd van ontstaan) kan zij stellig de toets der kritiek doorstaan. Meermalen is door bevoegde beoordelers van haar getuigd, dat zij een meesterwerk is. En, wat zeer belangrijk is, over het geheel is de tekst voortreffelijk aangepast bij de melodie, zodat de verzen goed zingbaar zijn. Het zal nog wel even duren eer er een nieuwe berijming is, die de oude in dat opzicht evenaart, laat staan verbetert. Men moet b.v. maar eens proberen de nieuwe berijining van Ps. 48 uit de „Proeve" te zingen. Al heel gauw zal men dan bemerken hoe veel beter de woorden van de oude berijming zich voegen naar de melodie.

De taal van de oude berijming is dus voor een belangrijk deel verouderd. Maar nu rijst de vraag: moet er een geheel nieuwe berijming komen of zou het mogelijk zijn de meest hinderlijke en gebrekkige dingen uit de oude berijming te veranderen en zo nodig bepaalde verzen te herdichten? M.a.w. nieuwbouw of restauratie? Bij de eerste werkwijze mag men wel zeer op zijn hoede zijn dat geen revolutiebouw ontstaat, die al spoedig zou blijken niet te voldoen. Een nieuwe berijming zal toch zeker ook weer geslachten lang moeten meekunnen. Dat de tweede werkwijze, althans voor bepaalde psalmen, mogelijk is bewijst Ps. 25 van de „Proeve". De meeste, zo vertrouwde, verzen bleven met enige wijzigingen gehandhaafd, en enkele werden opnieuw berijmd. Het geheel doet vertrouwd aan en invoering zal m.i. geen moeilijkheid opleveren. Het zou aanbeveling verdiend hebben meerdere psalmen op deze wijze te behandelen.

Natuurlijk kan men dan smalend spreken van een nieuwe lap op een oud kleed. Maar moet het oude, beproefde, weggedaan worden omdat het oud is. Dit klemt te meer als zou blijken dat aan de nieuwe berijming van 110 psalmen, die nu is aangeboden, ook heel wat bezwaren kleven, zoals ik hoop te laten zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

NIEUWE PSALMBERIJMING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's