Meditatie
Het Kernwapen bij uitnemendheid!
David daarentegen zeide tot de Filistijn: Gij komt tot mij met een zwaard en met een spies en met een schild, maar ik kom tot u in de Naam van de Heere der heirscharen, de God der slagorden Israels, die gij gehoond hebt". (1 Sam. 17:45.)
U hebt waarschijnlijk in uw brievenbus gevonden de „Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf", afkomstig van de Minister van Binnenlandse zaken. En welke was uw reactie? Die laat zich gemakkelijk raden. Allerwege kwam de vraag op: „Zouden we zó dicht bij een nieuwe wereldoorlog staan? " Ja, de gestalte van het beest uit de zee, waarvan Openb. 13 spreekt, doemt, nadat die gestalte in de naoorlogse jaren en in deze welvaartstijd wat vervaagd was, ineens weer schrikwekkend op. Als we 't nog niet wisten of vergeten waren, worden we nu in ieder geval ons wel duidelijk bewust, dat er in deze wereld geweldige, demonische machten zijn, die ons doen sidderen; machten, die ons daarom zo doen sidderen, omdat zij het voorzien hebben op datgene, wat voor de gelovigen het heiligst is. Betekent dat echter, dat wij ons moeten laten overmeesteren door het gevoel, dat we tóch niets kunnen uitrichten en dat we er tóch niet tegenop kunnen?
Dan zouden we alleen maar gelijken op koning Saul en de mannen van Israël, die, toen de reus Goliath, dat demonische monster der Filistijnen, verscheen, alleen maar verschrikt werden en zeer bevreesd. Naar de mens gesproken was daar inderdaad ook wel alle aanleiding toe. Maar... moeten wij dan werkelijk slechts naar de mens spreken? Is dat niet juist de fout van Saul en de mannen van Israël, dat zij hun leven losmaken en losdenken van de Heere en van Zijn kracht en genade?
In Bunyan's „Christenreis" wordt gesproken van de „heuvel der moeilijkheden", die door „Christen" moet worden beklommen. Als „Christen" echter de top van die heuvel nog lang niet bereikt heeft, komen hem ineens twee mannen haastig tegemoet. De één heet „Vreesachtig", de ander „Mismoedig". Zodra „Christen" ze ziet, roept hij ze toe, dat ze de verkeerde kant uitgaan. Doch zij antwoorden, dat ze terugkeren vanwege de grote gevaren. Verderop de weg liggen een paar grote leeuwen, die hen vast en zeker in stukken zouden scheuren. Ach ja, wie zal ontkennen, dat ze er zijn, de leeuwen op onze weg? Het eigenaardige is echter, dat „Christen" tóch verder gaat. Hij spoedt zich naar „het huis vol schoonheid", doch... als hij de leeuwen bemerkt, wordt ook hij bevreesd. Maar de portier, die „Waakzaam" heet, roept hem toe: „Is uw kracht werkelijk zó gering? " „Hebt ge dan geen geloof? " „Zie, vrees niet, want deze leeuwen zijn geketend".
Een christen beschikt dus blijkbaar over geheime krachten om de heuvel der moeilijkheden over te komen. Dat wordt ons nu zo mooi getekend in de tekst hierboven, die een geloofswoord van David bevat.
Wat is het geheim van Davids kracht? De reus Goliath komt tot hem met een zwaard en een spies en een schild, tot de tanden gewapend dus! Wat moet nu zo'n eenvoudige herdersjongen daar tegenover stellen? Is David alleen maar een brutale waaghals, een overmoedige avonturier? Dat wordt hem wel verweten, eerst door z'n broer Eliab, en dan ook door Saul.
Tegenover deze demonische reus kan alleen maar iemand geplaatst worden, zo menen zij, die hem met gelijke munt kan betalen! David echter denkt er anders over. Hij kan zich in het harnas van Saul niet bewegen. Neen, hij heeft een heel ander wapen. Plechtig openbaart hij aan z'n tegenstander, die hem hoont, het geheim van z'n kracht, waardoor hij ook van de overwinning zeker is, als hij zegt: „Ik kom tot u in de naam des Heeren der heirscharen ..."
Die naam des Heeren was ia het geding. De strijd, die David te voeren had, was niet zijn eigen strijd, maar des Heeren strijd. En daarom komt hij nu ook tot Goliath in de naam des Heeren. Die naam is hèt kern-wapen bij uitnemendheid. Als die naam ons drijft, bezielt en leidt, dan is de strijd ineens zeer ongelijk geworden: want daar kunnen alle demonische machten niet tegen op! In het boek der Spreuken staat niet voor niets: „de Naam des Heeren is een sterke toren; de rechtvaardige zal daarheen lopen, en in een toevluchtsoord gesteld worden". (18:10.)
Ook vandaag hébben wij het nodig op die naam des Heeren ons te beroepen. En dan mogen wij nog wat verder kijken dan David. Want, dat God door het schijnbaar zwakke het stérke teniet doet, is dat niet op heerlijke wijze in vervulling gegaan in de strijd, die de grote Zoon van David, Jezus Christus, kwam strijden? Geen zwaarden en spiesen waren het, die Hém de overwinning over de macht van de boze bezorgden; neen, door de gehoorzaamheid aan Zijn Vader, die Hem bracht tot de dood des kruises, heeft Hij „de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zó over hen getriomfeerd".
Als u Hém kennen moogt. Hém, de Zaligmaker en Heiland, die gezegd heeft: „Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde", dan móógt u toch niet vreesachtig en mismoedig worden? Dan zijn immers de leeuwen op uw levensweg geketend! Dan zijn alle machten, óók de meest-afschrikwekkende, in Zijn macht! En . .. als dan in ons hart de bange vraag opkomt:
„Hoe lang, o God, zal in dit zwaar verdriet, de vijand ons zijn wrede trotsheid tonen? Zal hij Uw naam in eeuwigheid dan honen? " dan zij ons antwoord, met David:
„Neen, 't kan niet zijn; dat duldt Uw glorie niet".
Inplaats van met gelijke munt te willen betalen, roept God ons óp om te zien op Hem, die betaald heeft met de prijs van Zijn bloed, opdat wij tegenover alle geweldige, demonische machten, die ons bedreigen, deze uitdaging stellen: „ik kom tot u in de naam des Heeren der heirscharen". Nooit kan toch het geloof teveel verwachten!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 1961
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 1961
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's