KERKNIEUWS
Beroepen te:
Vlaardingen, a.s. vak. wijkgem. Grote Kerk 2), (toez.), L. Kievit te Putten — Zwijndrecht (wijkgem. Oost), (toez.), J. C. Stelwagen te Woudenberg — Heemstede (wijkgem. West), F. E. v. d. Zee te Egmond aan Zee — Delft (als studentenpred.), J. W. Falkenburg te Brielle (de huidige studenten-pred. W. P. ten Kate wordt belast met arbeid onder de afgestudeerden) — St. Philipsland, A. Lam te Op- en Neder-Andel — Rotterdam (toez.), dr. B. Klein Wassink te Gorinchem — Middelharnis, C. van Bart te Ter Aa — Utrecht (pred. bijz. opdracht: voorganger vrijz. herv. Utrecht e.o.), G. M. Spelberg, pred. voor vrijz. chr. studenten aldaar — Opheusden, J. Catsburg te Genderen.
Aangenomen naar:
Heteren (toez.), P. Posthouwer te Goudswaard — Wassenaar (toez., vak. H. Beker), J. A. G. van Zanten te Bussum — Amersfoort (wijkgem. 9), Ph. Loggers te Leeuwarden — Uithoorn (2e pred.pl.), W. A. Kalkman te Enter — Wedde (Pr.), C. Kleinman, bijstand in het pastoraat aldaar — Schaarsbergen (toez.), B. Bordewijk, leraar godsdienst m.o. te Eindhoven.
Bedankt voor:
Oosterbeek (toez.), H. K. Stauttener te Pijnacker — Boven-Hardinxveld, J. Jongerden te Bruchem en Kerkwijk — Bennekom (toez., vak. C. Vos), W. Vroegindeweij te Barneveld — Tholen, J. Kruyt te Lexmond — Oosterbeek (3e pred.pl.), drs. R. H. Wissink te Schipluiden — Katwijk aan Zee (7e pred.-pl.), J. H. Cirkel te Hulzen (N.H.) — Eemnes-Buiten, L. Doppenberg te Wilsum (O.) — St. Annaland, J. Jongerden te Bruchem en Kerkwijk.
Oosterwolde.
Donderdag 21 juni j.l. werd te Oosterwolde (Gld.) de verbouwde kerk in gebruik genomen. Het bestaande kerkgebouw, dat dateert uit de negentiende eeuw, heeft een kruisvorm gekregen. Door deze uitbouw zijn er ruim twee honderd zitplaatsen bij gekomen.
De president-kerkvoogd W. v. d. Brink droeg namens kerkbestuur en gemeente de kerk over aan de kerkeraad. Na het voorspel tot de bouw gememoreerd en de uitvoerders arch. A. C. Kammeijer en aannemer G. v. d. Zande gedankt te hebben, bracht hij bovenal dank aan de Heere, die deze uitbreiding mogelijk heeft gemaakt en sprak de hoop uit, dat dit Huis des Heeren dienen mocht tot Zijn eer en tot heil van de gemeente. Hierna werd het woord gegeven aan de burgemeester van de gemeente Doornspijk W. J. Post. Deze sprak namens het gemeentebestuur zijn vreugde uit, dat het Woord Gods in de gemeente Oosterwolde een brede loop heeft; ds. B. G. A. V. d. Wiel van Elburg, sprekende namens de classis Harderwijk en de ring Elburg, merkte op, dat het een grote gebeurtenis mag heten om in deze tijd een kerkgebouw uit te breiden; architekt A. C. Kammeijer dankte voor het vertrouwen in hem gesteld en de goede samenwerking met kerkbestuur en aannnemers; de heer H. Verwey, Hoofd der Chr. School, bood gelukwensen aan namens de jeugdverenigingen en sprak de hoop uit, dat de lokaliteiten achter de kerk voor de verenigingen spoedig gereed mogen komen; ook de vroegere predikant van Oosterwolde, ds. J. G. Abbringh van IJsselmuiden sloot zich aan bij de gelukwensen en de hoop, dat in het nieuwe kerkgebouw de Naam van het enige fundament onzer zaligheid, Jezus Christus, tot in lengte van dagen verkondigd mag worden.
Na het zingen van Psalm 118 vers 1 en 10 werd een korte inwijdingsdienst gehouden, waarin voorging de plaatselijke predikant, ds. J. T. Cazander. Als tekst was gekozen Genesis 26 vers 22: „daarom noemde hij zijn naam Rehoboth en zeide: want nu heeft ons de Heere ruimte gemaakt, en wij zijn gewassen in dit land". De naam door Izaak gegeven aan de nieuwe waterput wijst op de blijdschap van de aartsvader, dat zij nu water kunnen drinken in vrede. Vrede in de voorwaarde om van het Water des levens te kunnen genieten, moge deze onderlinge vrede in de gemeente blijvend gekend worden. Rehoboth betekent de Heere heeft ruimte gemaakt. Zo de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs bouwen de bouwlieden daaraan. Hem alleen komt daarvoor de dank toe. Als de Heere ruimte heeft gemaakt, dan mag en moet zij ook getrouw gebruikt worden om hier te drinken van het Water des Levens, dat onder de bediening van het Woord wordt uitgereikt. Daarbij is het Gods bedoeling, dat ons hart worde verruimd door de genade van de Heere Jezus Christus. Hij, die in Zijn ruimte staat is pas vrij van de macht der zonden en heeft het eeuwige leven. Izaak spreekt het vertrouwen uit, dat zij nu ook zullen wassen en toenemen. Moge dit Rehoboth ons doen wassen en toenemen in de kennis, de genade en het geloof van onze Heere Jezus Christus. Dan heeft de vergroting van de kerk aan Gods bedoeling beantwoord.
Na de dienst hebben velen de gedenksteen naast de kansel aangebracht, bezien, waarop het woord Rehoboth staat gegrift.
Proefpreken.
Onder voorzitting van de Hoogeerw. Hooggeleerde Heer Prof. Dr. S. v. d. Linde, hoopt de heer C. Snoei, kand. theol., zijn proefpreek te houden op vrijdag 6 juli 1962, des avonds 7.30 uur in de Geertekerk, Geertekerkhof 22 te Utrecht.
Paranymphen: ds. J. M. de Raad en mr. H. Bolle.
Onder voorzitting van de Hoogeerw. Hooggeleerde Heer Prof. Dr. S. v. d. Linde, hoopt de heer J. Bogaard, kand. theol., zijn proefpreek te houden op zaterdag 7 juli 1962 D.V., des namiddags te half vier, in de Geertekerk, Geertekerkhof 22, te Utrecht.
Paranymphen: T. Langerak, v.d.m. en H. D. Bremmer, cand.
ISRAEL-NIEUWS
De oude stad Chorasin, die bekendheid heeft gekregen, doordat Jezus Christus zijn "wee u!" over haar heeft uitgesproken, lag tot nu toe woest en verlaten. Alleen de ruïnes getuigen nog van de verontwaardiging des Heeren over de stad die ongeacht de tekenen, die Hij in haar midden gedaan heeft nochtans ongelovig bleef, Matth. 11 vers 21-23; en hun getuigenis was als een afschrikwekkend bewijs van de waarheid van de evangelische boodschap. Deze plaats zal straks tot nieuw leven herrijzen.
Naar het bericht uit de Talmoed was de omgeving van Chorasin zeer vruchtbaar. Vooral rogge groeide daar in overvloed. Het spreekt vanzelf, dat het ondoenlijk is, dit land op de duur onbewoond en onbewerkt te laten. Het Joods nationaal Fonds heeft nu besloten dit eens zo vruchtbare land weer te koloniseren en tot landbouwcentrum van Noord-Israël te maken. Een reeks dorpen zullen verrijzen, waarvan het eerste reeds gesticht is op de heuvels enkele kilometers ten westen van de Jordaan. Het zal bewoond worden door de zgn. „Nahal-groepen, d.w.z. semimilitaire jeugd-eenheden, die tevens voor de bewaking van de grens, waar nogal vijandelijke overvallen geschieden, zullen zorgen. De plaats zal dezelfde naam dragen als in de Evangeliën, namelijk Chorasin.
De oude synagoge van Chorasin, die sinds 1928 blootgelegd is, waarin ook een zgn. „zetel van Mozes" gevonden is, alsook de overblijfselen uit het stenen tijdperk, die daar in overvloed te vinden, zijn, zullen door de Israëlische overheid zorgvuldig intakt worden gelaten.
EEN NIEUWE GEWOONTE IN JERUZALEM
Op zaterdag 25 maart jl. was Jeruzalem getuige van een gebeurtenis, die zeker heel wat beroering bracht in de vrome gemoederen van velen harer inwoners.
Een grote autobus met touristen stopte des ochtends van die zaterdag vóór de pas klaar gekomen Reform-Synagoge aan de King Davidstraat. Een dertigtal reizigers stapte uit en ging de synagoge binnen, waar zij aan het ochtendgebed deelnamen. Na het gebed stapten zij weer in de autobus en gingen terug naar hun hotel. Het waren Amerikaanse Joden, leden van de Reform-Synagoge „Rodef Shalom" in Philadelphia, die zelf hebben bijgedragen tot het instand komen van de Reform-Synagoge in Jeruzalem en nu zelf in Jeruzalem toevende, hebben zij daar op genoemde zaterdagochtend onder leiding van hun rabbi hun zaterdag-gebed in de pas klaar gekomen synagoge gehouden. Maar de wijze waarop zij dat deden, zal wel geen genade hebben gevonden in de ogen van de vrome Joden in Jeruzalem. Terecht schrijft het Israëlische blad „Maariv", waaraan wij dit bericht ontlenen; „Een nieuwe gewoonte (namelijk het komen per wagen naar de synagoge op Sabbath) in Jeruzalem, de Heilige Stad "
Uit een brief van wijlen keizer Wilhelm II, nu in openbaarheid gebracht door de Israëlische bankier Hermann Ellern, blijkt, dat de laatste Duitse keizer het Zionisme nog wel goed gezind was.
Het is een brief van Wilhelm II aan zijn oom Friedrich Groothertog van Baden. Daarin schrijft de keizer o.a. dat „de grondgedachte van het Zionisme hem sympathiek is". Terwijl hij verder zijn gedachten hierover Iaat gaan zegt hij: „Ik ben overtuigd, dat het bevolken van het heilige land door de kapitaalkrachtige en vlijtige Joden het land tot ongewone bloei en zegen zal worden".
Hij zegt zelfs, dat indien nodig, hij de Zionisten onder zijn bescherming zal nemen. Interessant is echter wat verder in die brief staat over de Joden. Men leze het zeer nauwkeurig en late het tot schande dienen van de Duitsers uit Hitlers tijd. Hij schrijft: „Dat de Joden de Heiland hebben omgebracht, dat weet de lieve God nog beter dan wij en Hij heeft hen dienovereenkomstig gestraft. Maar noch de anti-semieten, noch wie ook, noch ikzelf zijn door Hem aangewezen en bestemd om deze mensen nu op onze wijze te onderdrukken ad majorem dei gloriam. Ik geloof, dat hier moet gezegd worden: „wie zonder zonde is, werpe de eerste steen". Bovendien is het „hebt uwe vijanden Hef" hier toch wel van toepassing". Maar er is ook wel een heel klein addertje onder het gras als hij schrijft: „En van wereldlijk realistisch standpunt mag men niet uit het oog verliezen, dat bij de geweldige macht, die het internationale Joodse kapitaal nu eenmaal in al zijn gevaarlijkheid vertegenwoordigt, het toch voor Duitsland een buitengewone winst zal betekenen, wanneer de wereld van Hebreeërs met dank tot haar (namelijk: Duitsland) zal opzien...."
Zo droomde in 1898 de Duitse keizer Wilhelm II van een vrij Joods volk, dat Duitsland dankbaar zal zijn voor de steun, die het ondervonden heeft. Maar 35 jaar later zal dezelfde keizer, nu in ballingschap in Doorn, het nog beleven, hoe een ander bezit zal nemen van Duitsland en door zijn behandeling van de Joden het er toe gebracht heeft dat „de wereld der Hebreeërs" datzelfde Duitsland met vloek en verwensingen gedenken zal. Maar door de wonderbare leiding van Israels God het Joodse volk juist dat verworven heeft, waartoe Wilhelm II ondanks zijn sympathie niet in staat was iets bij te dragen. Precies 50 jaar na boven aangehaalde ontboezemingen is de staat Israël opgericht.
Uit: Kerk en Israël, mei 1962
Vonnis
Hieronder volgt een uittreksel uit het vonnis van de Spaanse soldaat Redero, die, zoals wij reeds eerder vermeldden, veroordeld is tot 3 jaar gevangenisstraf, omdat hij weigerde de voorgeschreven militaire eer te bewijzen aan het misoffer.
Het vonnis zelf is een erg lang stuk, en de moeilijke juridische taal is niet overal even gemakkelijk weer te geven; hetgeen voor ons van belang is volgt hierna.
MILITAIR GERECHT VONNIS MELILLA
Strafzaak 1187—61
De krijgsraad, bijeen te Melilla op 3 november 1961 om te beoordelen strafzaak 1187 van het jaar 1961 betreffende soldaat Genaro Redero Prieto, van het 2e regiment infanterie, geboren te San Felices de los Gallegos, provincie Salamanca, wonende te Manresa, 22 jaar, ongehuwd, van beroep kapper, van goed militair gedrag en met blanco strafregister, beschuldigd van dienstweigering, en in voorlopige hechtenis sinds 12 juli 1961, gehoord de voorlezing van het proces-verbaal met de beschuldiging en het pleidooi van de verdediger, alsmede de verklaringen van de beschuldigde zelf, enz.,
zijnde op 12 juli 1961, tijdens het heilig offer van de mis, gecelebreerd te Rostrogordo, ter gelegenheid van de militaire ceremonie bij het beëindigen van hun diensttijd, heeft genoemde soldaat, die zich in militair verband onder de wapenen bevond, geweigerd de voorgeschreven eer te toewijzen op toet ogenblik van het reglementaire trompetgeschal van de heilige eucharistie, maar is blijven staan, en heeft in deze houding volhard, niettegenstaande de herhaalde orders die hem ter plaatse en persoonlijk op luide toon werden gegeven door de kapitein van zijn compagnie. De reden van zijn houding is gelegen in het feit, dat hij behoort tot de protestantse sekte, die de verering van het allerheiligste sacrament aan zijn leden verbiedt.
Genoemde soldaat had op regelmatige wijze verzocht vrijgesteld te worden van het bijwonen van de mis, welk verzoek geweigerd was.
Uit het militaire dossier blijkt, dat hij bovengenoemde godsdienst belijdt, en dat men in zijn compagnie daarvan op de hoogte was. enz. Verder blijkt dat men hem medegedeeld had, dat hij niet gehinderd zou worden in zijn geloof, en dat men hem op feestdagen zou vrijstellen van deelname aan de mis, enz.
Dit zijn de feiten, die de krijgsraad toewezen acht.
De krijgsraad besluit:
overwegende dat genoemde feiten uitmaken het misdrijf van dienstweigering, aangezien genoemde soldaat geen uitvoering heeft gegeven aan een hem gegeven bevel, enz.,
overwegende dat in tegenstelling tot de mening van de verdediger, die wees op het geloof van de beschuldigde, een gewetenszaak een kwestie is van dogmatiek, die niet nader onderzocht wordt, enz.,
overwegende dat deze zaak beoordeeld moet worden, uitspraak van het Militair Hooggerecht, dat voorschrift dat het roomse karakter van onze staat zich uitstrekt over alle burgerlijke en militaire ceremoniën, zodanig, dat de ceremonie van de mis voorgeschreven is voor alle militaire formaties, en dat alle soldaten, van welk geloof ze ook zijn, hebben te gehoorzamen aan alle bevelen overeenkomstig het reglement op de Militaire Eerbewijzen, dat elke militair verplicht deel te 'nemen aan alle diensten voorgeschreven door de roomse kerk,
overwegende dat men zich bij overtreding van deze wettelijke voorschriften niet mag beroepen op het niet-rooms zijn, want zulk een onderscheiding is in de militaire dienst niet toegestaan, aangezien militaire plechtigheden, overeenkomstig het godsdienstig karakter van onze staat, de traditie en de universaliteit van ons relegieus Credo, voorafgegaan of gevolgd kunnen worden door een heilige mis,
overwegende dat het een bewijs van onverdraagzaamheid is van de zijde van de beschuldigde door te weigeren de verplichte eerbied te bewijzen overeenkomstig zijn militaire plicht, waardoor hij zijn gebrek aan eerbied voor het geloof van anderen getoond heeft, hetgeen een verderfelijke invloed heeft op de eerbiedige houding van de soldaten, enz.,
overwegende dat geen verzachtende omstandigheden in aanmerking genomen dienen te worden zoals de verdediger verzocht, enz.,
gelet op de wettelijke voorschriften enz., te veroordelen de beschuldigde soldaat als bedrijver van genoemde misdaad van dienstweigering tot drie jaar militaire gevangenisstraf.
De krijgsraad vestigt eerbiedig de aandacht van de uitvoerende instanties op het feit, dat op de veroordeelde de toepassing is het gratiebesluit van 11 oktober 1961 ter gelegenheid van de 25-ste verjaardag van de regeringsaanvaarding van onze Caudillo, enz.
In tegenstelling met hier te lande, neemt men in Engeland de gevangenneming van Redero hoog op.
Hieronder volgt de brief, die de Engelse Protestantse Alliantie gericht heeft aan Z. Exc. Generalissimo Don Francisco Franco in Madrid.
Het is in opdracht van de Protestantse Alliantie, dat ik u schrijf met betrekking tot de zaak van de Spaanse protestantse soldaat Genaro Redero, die op het ogenblik drie jaar gevangenisstraf uitzit in de militaire gevangenis Rostro Gordo in Melilla, Marokko.
Wij vernamen dat de misdaad, waarvoor deze oprechte en moedige jongeman veroordeeld is, enkel deze is, dat hij weigerde te knielen tijdens een roomse misbediening.
Het christelijke volk van Groot-Brittannië is zeer ontstemd door de barbaarse manier, waarop deze jongeman behandeld is, en ik doe daarom een beroep op u aan deze zaak wel uw persoonlijke aandacht te willen wijden, en zijn invrijheidstelling te willen gelasten.
De meest elementaire menselijke vrijheden zijn vastgelegd in het Statuut der Verenigde Naties, en het is ons onbegrijpelijk hoe een van de leden daarvan een dergelijke schending van de rechten van de mens toelaat.
Uw eigen kerk lamenteert steeds over het ingrijpen van wereldlijke machten in godsdienstige zaken. U zult dus moeten toegeven, dat Genaro Redero wel heel slecht behandeld is, en wij dan ook te mogen verwachten, dat Uwe Excellentie deze smaad op de naam van Spanje zal uitwissen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 1962
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 1962
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's