De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

JEZUS ALLEEN, DE DISCIPELEN ALLEEN

6 minuten leestijd

Mattheüs 14 : 22, 23

Wanneer wij de geschiedenissen lezen, die plaatsgevonden hebben tijdens de rondwandeling van Jezus op aarde, dan kunnen we wel eens jaloers worden op de discipelen, die zich zo dicht bij de Heere bevonden, en dus ooggetuigen waren van alles, wat door Hem werd gesproken en gedaan. Alleen maar, we vergissen ons zeer, wanneer wij denken, dat hun leven gedurende deze jaren slechts bestond uit hoogtepunten, vol van vreugde en geluk.

Nee, juist omdat zij discipelen dat wil zeggen leerlingen en volgelingen van de Heere Jezus waren, daarom worden zij ook wel eens gebracht in uren van grote nood en verlatenheid. Maar dan niet, opdat zij daarin zouden omkomen. Maar opdat zij des te meer en des te indrukwekkender getuigen zouden worden van de trouw en de almacht des Heeren.

Duidelijk komt dit naar voren in de geschiedenis van Matth. 14 : 22 v.v.

Even geleden heeft de Heere Jezus alle mensen en ook zijn discipelen verbaasd doen staan van zijn grote daden, toen Hij een schare van niet minder dan 5000 mannen met enkele luttele broden en visjes had gespijzigd. Ja, dat was nu weer zon hoogtepunt. Wat zullen de gezichten van de discipelen gestraald hebben, toen zij met de volle korven door de menigte heenliepen, overvloedig uitdelend naar een ieders behoefte. Zo moest het eigenlijk altijd kunnen blijven: blijdschap en overvloed, en dankbare men­sen. Maar de Heere weet zelf het beste, dat dit niet kan. Daarom wacht Hij er ook niet lang mee om Zijn discipelen nu in de diepte te brengen. Want terstond (staat er) dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan en vóór Hem af te varen naar de andere zijde. M.a.w. de Heere dwingt Zijn jongeren om zonder 'Hem verder te gaan. Zonder Hem moeten zij het schip op.

Zonder Hem moeten zij de zee op. Zonder Hem komen zij straks terecht in de storm.

Zonder Jezus! Ja, dat moet toch wel een wrede overgang voor de discipelen geweest zijn. Eerst met Jezus delen in de overvloed. Dan, onmiddellijk daarna, zonder Jezus verkeren in de storm op zee. De hoogtepunten en de dieptepunten liggen dus vlak naast elkaar. En toch is het de uitdrukkelijke wil des Heeren. Want er staat, dat Hij hen er toe dwong. We mogen dus veronderstellen, dat de discipelen er helemaal geen zin in gehad hebben. Zij hebben waarschijnlijk geprotesteerd, natuurlijk, want ze vonden het wat fijn tussen die etende schare. Maar schijnbaar stoort de Heere zich niet aan hun wensen. Ze moeten doen, wat Hij wil. Dit is: zonder Hem de zee op, de storm, de nood, de ellende in.

Wat zijn de wegen des Heeren vaak ondoorgrondelijk. Ook nu nog. Want ook nu kunnen de hoogtepunten soms zo abrubts gevolgd worden door de dieptepunten. Er kunnen periodes zijn, waarin wij het heel goed hebben, in natuurlijke maar ook in geestelijke zin. Dan is de Heere dicht bij ons. En wat zouden we nog meer wensen.

Bleef het altijd maar zo. Maar dan soms zo ineens die ommekeer. De Heere stuurt ons alleen verder. Ons levensschip moet zonder- Hem de zee op, de onstuimige gevaarlijke levenszee. En er hoeft maar weinig te gebeuren, of de wind steekt op en we zitten midden in de nood. En dan zonder Jezus. Dat is eigenlijk het ergste. 

Maar waar is Jezus dan gebleven? Wel, die heeft zich intussen afgezonderd op de 'berg, waar Hij alleen is om te bidden. Dat was voor Jezus een uitgezochte plaats.

Alleen, en op de berg, dicht bij de hemel, dicht bij Zijn Vader. Dat moet voor Hem wel een zalig moment geweest zijn. Denk u even in, waar Hij vandaan kwam. Uit de hemel immers, uit de directe gemeenschap met de Vader. Toen daalde Hij op aarde neer. De aarde, poel van ellende en ongerechtigheid. Ja, wij hadden het net over een abrupte overgang, die de discipelen moesten maken. Maar dat is nog maar een flauwe afschaduwing geweest van de overgang, die Jezus moest maken. Want 'bestaat er grotere tegenstelling, dan tussen de hemel en de aarde, dat is toch als tussen het licht en de duisternis, het leven en de dood? Die overgang heeft Jezus doorgemaakt. Maar nu, heel even, mag Hij zich ervan losmaken. Hij klimt de berg op. Hij 'laat de aarde achter zich, het duister der zonde. En Hij is alleen, heel dicht bij Zijn Vader.

Ja, dat is heerlijk voor Hem geweest. Toch dit niet alleen. Want ook hier blijft Hij verkeren in de staat van Zijn vernedering. Ook hier vallen de schaduwen van zijn a.s. lijden en sterven over Hem heen. Want is dit alleen-zijn niet profetie van Zijn alleen-zijn, straks? Eigenlijk is Hij altijd alleen, ook al staat Hij temidden van de scharen. Maar straks zal dat ten volle blijken. Wanneer Hij de Hof van Gethsemane ingaat. De discipelen blijven achter, ook de laatste drie. En Jezus is alleen, nu alleen met Satan, die Hem bevecht. En Hij is echt alleen, want de discipelen slapen. Zij hebben nergens weet van.

En dan gaan mijn gedachten nog verder. Jezus' eenzaamheid reikt immers nog dieper op Golgotha? „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? "

Jezus weer alleen. Nu ten diepste. Want nu is Hij alleen. Wij belijden: nedergedaald ter helle. Dat is het moment van Jezus' diepste eenzaamheid.

En nu stel ik ze tegenover elkaar: de discipelen alleen op zee, Jezus alleen op de berg, en daarachter liggen Gethsemane en Golgotha.

Ik vraag u: Welke eenzaamheid zal dieper reiken? Of anders: Zal de eenzaamheid der discipelen werkelijke eenzaamheid zijn, als zij een Meester en Heere hebben, die zo alleen is geweest? Nee, dat is geen werkelijke eenzaamheid meer. Dat is geheiligde eenzaamheid, die, om het zo eens te zeggen, ons geen kwaad meer kan doen. Omdat zij overstraald wordt door de eenzame Christus. Want door Zijn eenzaamheid is de prikkel, de vloek uit onze eenzaamheid weggenomen.

O, dat u dan in uw bang alleen-zijn maar veel moogt zien op Hem. Misschien hebt ook u de wind tegen. Misschien bevindt ook u zich in nood van de baren. Maar zie daar eens op de berg: Jezus, alleen, biddende, voor u biddende alleen. En zie naar't Gethsemane, dat daarachter ligt: Jezus alleen, worstelende, voor u worstelende alleen. En richt uw blik ook op Golgotha: Jezus alleen, smartlijdende, voor u de smartlijdende, alleen.

Dan moet het alleen zijn van de discipelen wel met heel kleine letters geschreven worden. Maar Jezus' alleen zijn met grote stralende letters.

De discipelen alleen —JEZUS ALLEEN. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's