De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Verzwijgen of belijden?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzwijgen of belijden?

Meditatie

7 minuten leestijd

Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd in mijn brullen de ganse dag. Want uw hand was dag en nacht zwaar op mij, mijn sap werd veranderd in zomerdroogten. Sela! Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor de Heere (Psalm 32 vs. 3-5a).

In Psalm 32 klopt toch bepaald de hartslag van de ganse Schrift: de vergeving van zonden. De vergeving van zonden, dat is de hoofdsom van al de beloften Gods. Daarin ligt de zaligheid, de zaligheid verklaart in de Naam Jezus: Hij maakt zalig en verlost van al onze zonden. (Heid. Catech. Z. 11). Kohlbrugge zei ervan: „Hieraan kennen wij God, dat Hij de zonden vergeeft. Dan weten wij eerst recht, dat God Gód is .... Dan weten wij eerst recht welk een groot Koning Hij is, wat Zijn gerechtigheid en Zijn genade vermag". Het staat er overigens niet best voor met de verkondiging van deze hoofdsom der beloften Gods in deze wereld. Enerzijds omdat het woord „zonde" steeds meer uit het woordenboek van de theologie verdwijnt en 't toch eigenlijk maar wat vreemd is dat iemand last heeft van zijn zonde.

Anderzijds omdat men niet meer tot het wezen van de zonde doordringt. Het alleen maar bij woorden blijft. Grote woorden, meer niet. Weten we nog wel wat zónde is? Dat zonde vijandschap tegen God is, regelrechte oorlogsverklaring aan God? En dat God dat nóóit op z'n belóóp kan laten ?

Nu, dat laatste is David wel aan de weet gekomen. Zou de jubel over de vergeving der zonden niet daarom zo intens zijn, omdat hij zo diep heeft moeten verstaan wat het betekent te leven onder de gramschap Gods over zijn zonden ?

De achtergrond van deze psalm, alsook van psalm 51, is onmiskenbaar de geschiedenis uit 2 Samuel 11: de zonde met Bathseba.

De zwarte bladzijde uit het leven van David, een bladzijde die er vandaag aan de dag nog zwarter uit zou zien. Deze zwarte bladzijde staat beschreven niet om ons te doen zeggen: „die David toch ... " maar tot ernstige waarschuwing. Wie meent te staan ...

David staat op de hoogte van zijn macht, het kan niet beter. Maar dan gebeurt het. Dan maakt hij een vreselijke tuimeling. David gaat langs de rand van de hel heen.

Begon het zo? Nee, zo begon het niet. Het was al éérder begonnen. De drie Hebreeuwse woorden voor zonde in deze psalm laten ons de ontwikkeling van de zonde in Davids leven zien. Het begon met een breken met God. David verloor de tere gemeenschap met God. Leefde niet meer bij de Bron. Zo begon het en zo begint het vaak. Dan wordt Gods kind een ópen stad en staat zij weerloos tegenover de vijanden. Kennen wij de verborgen omgang met God? Praten we alleen maar wat over God en spreken we niet meer met Hem in onze binnenkamer?

De volgende stap is: afwijken van Gods weg. David raakt 't spoor bijster, doordat hij eigen wegen gaat. Dat kan nooit goed aflopen als we eigengekozen wegen gaan. Onze wegen voeren tot de dood! Het gaat in de zonde van kwaad tot erger.

Tenslotte maakt David die vreselijke tuimeling. Doet alsof Bathseba zijn vrouw is. Die David ...

Wat zei de Heere Jezus : „wie een vrouw aanziet om haar te begeren ..." Zo begon het en zo eindigde het. Eindigde het daarmee? Nee, nog is het eindpunt niet bereikt. Op echtbreuk volgt de moord op Uria. Wil het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks.

En.... niemand weet er tóch van! Stel je voor! Ja, maar Gód heeft het gezien, David, God! De levende God. Hij ziet in 't verborgene. Hij beluistert onze heimelijke gesprekken.

Godsdienst is wat je in de eenzaamheid doet....

Maakt de zonde gelukkig? De zónde lijkt boeiend, maar doet in wezen niet anders dan de mens boeien. David, hij loopt in de boeien van de gramschap Gods. Wie gevoelt de gramschap Gods? Wie met God in z'n leven te doen gekregen heeft. Wie God kent als de Gód van het Verbond.

Juist dan!

Toen ik zweeg werden mijn beenderen verouderd in mijn brullen de ganse dag.

Wonderlijk: David zwijgt en toch schreeuwt hij het uit. Toch niet zo wonderlijk als het lijkt. David heeft wel gebeden tot God. Hij heeft het uitgeschreeuwd. Maar er kwam geen gebed door! Een koperen hemel. We kunnen het uitschreeuwen, we kunnen jammeren en klagen, maar dat is nog geen bidden. Dat wordt wel vaak voor bidden aangezien, maar dat is het toch niet. Bidden is voor God op de knieën gaan, nee, voor God dóór de knieën gaan.

Een jaar lang duurde het, voordat hij voor God door de knieën ging. Innerlijk en uiterlijk werd hij een gebroken man. Ook uiterlijk: het meest vaste deel, z'n gebeente, kwijnde weg. Z'n (levens)sap werd veranderd in zomerdroogten. „Mijn ziel en lichaam hijgen en dorsten naar U in een land, dat dor en mat van droogte brandt, waar niemand lafenis kan krijgen .. . ."

Wie God verlaat, de Springader van het leven, heeft smart op smart te vrezen. Hoe heeft David het een jaar kunnen uithouden ? Hoe lang kunnen mensen het uithouden en volhouden om in verborgen zonden te leven, een vrome schijn wellicht ophoudend ? Kon David zich dan nergens mee troosten ? Hij was toch een kind van God ? Geloofde hij dan niet in de volharding der heiligen ? Ach, alle beschouwingen, hoe goed ook op zichzelf, kunnen ons niet helpen in de nood van ons leven.

Eindelijk gaat David voor God door de knieën, wordt hij eerlijk voor God. Daartoe gebruikt de Heere het profetisch Woord. Toen en nu.

In de Naam des Heeren verschijnt de profeet Nathan voor de hoge troon van David. Begint Nathan met donderend geweld ? Nee, hij vertelt een gebeurtenis. D'r was een rijk man, een herdersvorst, die wist niet precies hoeveel schapen en runderen hij eigenlijk wel had. En d'r was een arme man, die goed wist dat hij maar één bezitting had: een klein ooilam, het was hem als één van z'n kinderen. U kent het verhaal. Die rijke man krijgt bezoek, laat een diner bereiden met als hoofdschotel : het ooilam van die arme man.

David heeft in z'n leven altijd een zwak gehad voor 't arme en 't zwakke. Daarom staat David op en zweert: „zo waarachtig als de Heere leeft, de man die dat gedaan heeft is een kind des doods!"

Een kind des doods ? „GIJ zijt die man . . .."

Als een bliksem slaat het profetenwoord in.

Wat doet David ? Geeft hij aan z'n soldaten bevel om Nathan bij z'n lurven te pakken ? Zegt hij „wat heb jij van mij te zeggen? "

Nee .... David gaat voor dit Woord Gods, voor God zelf, Die in dit Woord tot hem kwam, door de knieën. En na het requisitoir aangehoord te hebben. roept hij het uit: Ik heb gezondigd tegen de Heere ....

Eindelijk wordt David eerlijk voor God. Daartoe gemaakt door Woord en Geest.

Het zwijgen gaat over in belijden. Alles zegt hij de Heere, niets verbergt hij, niets bedekt hij.

Veel zou over dit gebed te zeggen zijn, maar het allerwezenlijkste is: hij gaat voor God door de knieën. Dat is tenslotte een zaak van weinig woorden. Dan verstommen in ieder geval al onze grote dure woorden.

David geeft zich op genade of ongenade over aan de Heere .... om van Hem genade te ontvangen, zuivere genade. Ongedacht en onverwacht.

Zuivere genade. Als mensen genade boven recht laten gelden, dan heeft dat vaak een bittere nasmaak.

Het is beter te vallen in de handen Gods, dan in de handen der mensen.

Horen we niet in het vervolg van vs. 5 de onverwachte wending: „En Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde....? !"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Verzwijgen of belijden?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's