De boodschap der verzoening in de geschiedenis
III.
Tegenover Anselmus stellen zich dus theologen op, die met nadruk zeggen, dat je bij het verzoeningswerk van God Hem alleen maar zien mag als het onderwerp van de verzoening. Het is Gods liefde, die alle barrières overwint en daardoor komt de gelovige tot dankbare wederliefde. Sommigen gaan zover dat ze de werkelijkheid van schuld bij de mens gaan ontkennen — daar is God toch veel te groot voor, dan dat je Hem kwetsen kan en dat je tegenover Hem schuldig zou kunnen staan. En de dood van Christus dan? Ja, juist op Golgotha maakt God duidelijk hoe groot zijn liefde is, waardoor alle misverstanden uit de weg worden geruimd.
Het bleek ons, dat zelfs zij, die niets wilden weten van de opvattingen van Anselmus, toch niet zover wilden gaan, omdat de Bijbelse gegevens hen te machtig waren — de mens kan niet zomaar van zijn verleden afkomen. Met andere woorden — er was echt wel reden voor het sterven van Christus aan het kruis. Maar waarom bleef men zich zo fel verzetten tegen de mening van Anselmus? Dit is een heel belangrijke vraag voor ons, omdat immers de kern van diens betoog overgenomen is door de reformatie! We zullen ernstig naar deze vraag moeten luisteren, omdat we de kritiek op onze opvattingen niet kunnen afdoen met de mening dat kritiek op ónze opvattingen geen recht van bestaan hebben.
Welke kritiek?
Zij menen daarom niet met de anselmiaanse leer te kunnen meegaan, omdat hierin het initiatief van God groot gevaar loopt te verdwijnen. Voor alles willen zij vaststellen dat het verzoeningswerk uitgaat van de Here. En dan is het maar het beste om niet verder te denken en te spreken. Anselmus doet het wel en hij is dus veroordeeld. En met hem allen die in zijn spoor gaan. In feite handhaven deze theologen de heidense gedachten, dat er eerst iets met God moet gebeuren, voordat Hij kan liefhebben en vergeven, is de beschuldiging.
Als je zo nog even verder gaat, verdwijnen alle nog Bijbelse gedachten uit de anselmiaanse leer en houd je niets anders over dan een brok heidendom, dat alleen maar weet van „Umstimmung Gottes" d.w.z. God moet tevreden gesteld worden met bloed. Dit is echter een karikatuur van wat Anselmus geleerd heeft, dat hebben we in een vorig artikel duidelijk gezien. Maar even duidelijk is, dat de critici alleen op déze manier van zijn leer kunnen afkomen, omdat ze zelf ook telkens weer spreken over de realiteit van Gods toorn en over het objectieve gehalte van de zondeschuld. Maar dit spreken nemen ze niet ernstig genoeg. Want als je vraagt naar de consequenties, zeggen ze: nu moet je zwijgen, want anders doe je tekort aan het mysterie van de Bijbelse boodschap. Een eerbiedig zwijgen is te waarderen, maar het kan ook een manier zijn om al zwijgend een belangrijk gedeelte van de bijbelse boodschap te verzwijgen tot grote schade van prediking en geloofsleven bijvoorbeeld.
De nieuwe catechismus.
De bovengenoemde theologen, die zich keerden tegen de anselmiaanse verzoeningsleer, waren allen mensen uit het verleden. Betekent dit, dat deze kritiek achter de rug is en dat we slechts uit historische overwegingen deze strijd weergaven? Neen, dat niet. Het zal ons blijken uit een laatste voorbeeld: de opvattingen van de schrijvers van de nieuwe catechismus in opdracht van de bisschoppen van Nederland uitgegeven (pag. 325-333).
Men keert zich tegen de opvatting van de middeleeuwen — die overigens tot in hedendaagse prediking voortleeft —, die stelt dat het gaat om genoegdoening. „Jezus' dood was een offer ter genoegdoening. De Vader was beledigd, de rechtsorde verstoord, er moest een straf volgen, deze straf kwam op 'de Zoon terecht. De rechtsorde werd zo hersteld."
Deze kritiek is terecht, wanneer men over de zonde van de mens en over het werk van Christus slechts op een zakelijke, onpersoonlijke manier spreekt. En dat is gebeurd zowel in rooms-katholieke als in reformatorische kring. Op deze manier heeft men het de tegenstanders wel erg gemakkelijk gemaakt om kritiek te leveren. Zij hebben gelijk, wanneer ze zeggen: „Niet een rechtsorde, maar iemand is geschonden én beledigd." En wanneer je het zo ziet, spreek je toch wel wat anders over deze ingrijpende zaken, dan boven weergegeven als middeleeuws. Ik zou echter met nadruk willen stellen, dat voornoemde kritiek geen vat heeft op de kern van het betoog van Anselmus en nog minder op de opvattingen van bij voorbeeld Calvijn, zoals we later zullen zien.
Maar wat is het geval? Ook nu wordt met een verwijt naar een karikatuur van de anselmiaanse verzoeningsleer een geheel andere weg ingeslagen.
Het werk van Christus.
In Jezus heeft God zichzelf laten zien. En dat heeft enerzijds nare gevolgen voor ons. Immers zijn heiligheid en liefde tonen ons hoe wij Verward zijn in egoïsme en lafheid. Onze schuld komt in het licht. Anderzijds is deze openbaring van God het enige dat ons verlossen kan. Jezus geeft ons door de gave van zijn Geest overwinning van zonde, leven met God en redding uit de dood.
Hierbij heeft de dood van Jezus een heel belangrijke functie. Welke betekenis heeft zijn lijden en sterven als het geen straflijden is? „God had zijn leven nodig als plaatsvervangende liefde." Zoals we zagen om ons te ontmaskeren als egoïsten èn om ons door zijn liefde te bevrijden. „Maar wie wil liefhebben in deze wereld, stuit op een bestaan, waarin dat niet mogelijk is." Wij zondaren konden Hem niet accepteren in onze samenleving en daarom moest Hij sterven. Het wonder is, dat Vader en Zoon toen zijn doorgegaan. Jezus bleef de gehoorzame knecht des Heren, zijn liefde liet zich niet afschrikken. „Uit de grootste zonde verscheen de grootste liefde. Zo zijn wij verlost door Jezus' dood." Want zijn Geest wil deze verlossende liefde in ons doen werken, zodat we ondanks mislukkingen, lijden en dood vol vertrouwen mogen leven op weg naar de opstanding.
Is dat alles wat we erover kunnen zeggen? Is er verder slechts sprake van gen mysterie? — Opvallend weer op dit moment dat beroep op het mysterie! —Is Zijn dood alleen te wijten aan ons? En het goddelijk moeten, waarover de Heiland spreekt? En denk eens aan Jesaja 53 aan de hand waarvan Jezus zijn weg ging die uitliep op Golgotha?
Bijbelse beelden.
De nieuwe catechismus probeert aan te tonen, dat het nieuwe testament haar zienswijze fundeert. Jezus' werk herstelt het verbond tussen God en de zondaar. Dit werk wordt een loskopen genoemd, maar er is geen sprake van een betalen van een prijs. Je kan ook van verzoening spreken, waarin niet een toornige God het voorwerp is, maar de boze mens. Hierbij speelt het bloed van Jezus een belangrijke rol. Welke rol? Denk aan het oude testament: „het offerdier werd er aan Jahwe gegeven, maar het bloed, dat nu van God was, werd over het volk terug gesprenkeld. Het bloed is een gave van God aan Israël: een en hetzelfde bloed (leven) bij God en Israël: bloedbroederschap." „Zo geeft Jezus zijn bloed niet aan een strafeisende Vader, maar aan ons. Gods bloed is ons bloed." Zo ontstaat het nieuwe verbond in zijn bloed. Gods gerechtigheid, die hierbij in het geding is volgens Gods Woord, is „de creatieve macht van God die ons rechtvaardig en goed maakt". Jezus is tot zonde gemaakt (2 Cor. 5, 21) d.w.z. Hij is een stukje van onze door zonde en dood getekende wereld geworden, om ons daar zijn heiligheid te geven.
Tot zover de verklaring van wat de bijbel zegt over het verlossingswerk van Christus. De nadruk ligt kennelijk op het feit, dat het Gods werk is, dat maar één spits heeft n.l. de zondige en boze mens. Deze wordt aan zichzelf ontdekt als een egoïst door het liefdevolle optreden van de Heiland. Maar hierbij blijft het gelukkig niet. Zijn liefde tot in de dood grijpt de mens aan en verlost hem tot een nieuw mens, die uitzicht heeft over dood en graf heen tot in het Vaderhuis.
Is dit alles?
Ik meen, dat we niet kunnen zeggen, dat deze weergave van het werk van Christus verkeerd is — afgezien van ons oordeel over de verklaring van de Bijbelse gegevens! Op een rijke manier wordt over Jezus gesproken. Alleen, is er niet meer van te zeggen? Is dit niet eenzijdig? Over de verklaring van de Bijbelse gegevens hebben mijn voorgangers hun licht laten schijnen, daarover zal ik het dus niet hebben. Maar hoe moet ons dogmatisch oordeel zijn over de weergegeven opvatting? Is alle verder spreken een aantasten van het goddelijk geheimenis? Een volgend keer willen we aan de hand van wat Calvijn zegt een antwoord zoeken op deze vragen.
Ik wil wel nog hierop attenderen. Bij de bespreking van Anselmus en Abaelardus zagen we dat het spreken over het werk van Christus te maken heeft met het feit, hoe je de zonde ziet. Naar mijn mening is deze samenhang ook te ontdekken in de nieuwe catechismus. Er zijn duidelijke tendensen die tekort dreigen te doen aan de werkelijkheid van de erfzonde en aan de kracht van het dagelijks verzet tegen Gods wil, waardoor het spreken over het verzoeningswerk van Jezus niet die diepte krijgt, die de Bijbel heeft. Waarvan ook de reformatie in navolging van de intentie van Anselmus verantwoording wil afleggen.
Genderen. G.Bos
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1967
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1967
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's