De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De kerk is gereformeerd omdat zij steeds weer gereformeerd moet worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk is gereformeerd omdat zij steeds weer gereformeerd moet worden

10 minuten leestijd

Het feit van de Kerkhervorming, waarvan de daad van Luther op 31 oktober van het jaar 1517 de inzet vormde, kunnen wij het best bezien tegen de achtergrond van hetgeen wij lezen in Johannes 2 : 13-17. De Heere Jezus ging op naar Jeruzalem, naar de tempel. Wat Hij daar vond deed Hem nameloos veel pijn. De wereld had in het Huis Zijns Vaders haar intrek genomen. Hij vond in de tempel, die ossen en schapen en duiven verkochten, en de wisselaars daar zittende. Zeker, men deed dat alles met de beste bedoelingen. De tempelbelasting moest worden betaald in echte Joodse munt. De Romeinse, Griekse en Perzische munten hadden heidense opschriften en afbeeldingen. Deze munten waren onrein en mochten niet in de tempelbussen worden geworpen. Nu wilde men de bezoekers van de tempel het leven wat gemakkelijker maken, doordat op het voorhof der heidenen gelegenheid werd geboden tot het inwisselen van het geld. De mensen konden krijgen wat ze wensten en tevens werden geweldige winsten, door de wisselaars, gemaakt. Daar iii het voorhof, bevindt zich de wereld in de kerk. Dat kan de Heere Jezus niet dulden. Hij maakt een gesel van touwtjes en drijft ze allen uit de tempel. Het geld stort Hij uit. Daar rollen de munten over de grond en Hij keert de tafels om. Hij gedoogt niet, dat het Huis van Zijn Vader tot een huis van koophandel wordt gemaakt. Hij reinigt dat Huis. Jezus Reformator!

Dit werk heeft Hij niet alleen in het verleden gedaan. Hij is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid. Hij koopt de Kerk, Hem van de Vader geschonken, tot de prijs van Zijn bloed. Hij brengt haar toe door de Heiligen Geest. Hij bewaart haar bij de verkregen verlossing. Hij is het ook. Die Zijn Kerk reformeert.

Het is wel nodig, dat Hij dat doet. Steeds weer gebeurt het, dat de wereld haar intrek neemt in de kerk. Calvijn maakt, bij de verklaring van Johannes 2, de opmerking, dat wat vreemd is aan het Woord Gods, de kerk uit moet.

In de tijd van de Hervorming, was er zeer veel vreemd aan het Woord Gods. De wereld maakte zich breed in de kerk. Het werk van de mens werd verheerlijkt. Het ene Evangelie der zaligheid mocht niet worden verkondigd. Dat is het verschil tussen de Roomse Kerk in die dagen en de Hervormde Kerk van nu. In het midden van onze diep gezonken Hervormde Kerk, waarin de moeilijkheden toenemen, mag het Woord Gods nog vrijuit, onverkort worden verkondigd. Dat gedoogde Rome niet. Rome gunde de rechte predikers des Woords geen plaats. Trachtte hen te vermoorden, door brandstapel en worgkoord.

Prof. Haitjema heeft in een reeks artikelen over de nieuwe Roomse Catechismus de opmerking gemaakt, dat deze humanistisch is. Dat wil zeggen: het gaat om de mens. Hij is betrekkelijk goed. Hij kan wel niet alles, maar toch veel. Hij behoeft niet te worden gered door genade alleen. Het werk Gods, staat geheel op de achtergrond.

Dat is toch wel een zeer opmerkelijk feit. Rome is op dit ogenblik — wat men van bepaalde zijde ook zegt — nog verder van het Woord Gods afgeweken, dan in de dagen der Hervorming. Daarom is het onmogelijk, dat een recht Protestant met deze kerk de eenheid begeert. Maar ook in de dagen van de Hervorming was de toestand verschrikkelijk. De wereld heerste in de kerk. Het ging om de mens. Hij brengt door eigen krachten, goede werken voort. Wat eraan ontbreekt, wordt door de helpende genade aangevuld. Het éne Evangelie, werd verduisterd ... en het volk ontving stenen voor brood. Maar de Heere is opgestaan en heeft zich ontfermd over Sion. Hij verwekte de reformatoren en heeft hen willen gebruiken als een gesel van touwtjes. Eén van hen was Luther. Het zou te wensen zijn, dat ons Gereformeerde volk zijn werken las. Verschillende van deze werken zijn op uitnemende wijze in het Nederlands vertaald. Ik denk aan de Galatenbrief. Wat predikt dat werk niet rijk het Evangelie der genade, dat helaas ook in onze kringen, door velen niet wordt verstaan, omdat men, net als de Roomsen zo humanistisch is. Het beweegt zich alles om de mens en God krijgt Zijn ere niet. De Reformatie heeft in haar theologisch denken en in haar prediking — de prediking heeft alles met de theologie te maken — een einde gemaakt aan de verheerlijking van de mens. God heeft het gedaan en Hij blijft het doen. Soli Deo Gloria. Gode alleen zij de eer!

Wat is de Heere goed, dat Hij ons uit het diensthuis van Rome heeft uitgeleid. Dat is Zijn ontferming. In de belijdenisgeschriften van onze kerken, ziet gij de schatten van het reformatorisch erfgoed stralen. Het is dringend nodig, dat de oudere en ook de jongere mensen zich in deze geschriften gaan verdiepen en weten wat onze kerk belijdt.

Nu dreigt er een gevaar. Dit, dat wij denken: Wij hebben de waarheid en zijn klaar. Wij zijn goed rechtzinnig in de leer en er blijft niets te wensen over. Tegen dit gevaar waarschuwt ons de stelling, die boven ons artikel staat: De Kerk is gereformeerd omdat zij steeds weer gereformeerd moet worden. Dit woord is zeer bekend, maar ik kon er helaas niet achter komen, van wie het afkomstig is. Het betekent, dat de reformatie der Kerk steeds doorgaat. Doorgaat, omdat Hij in haar midden is, de grote Reformator, Die zit aan de rechterhand van Zijn Vader, maar ook wandelt in het midden van de zeven gouden kandelaren. Met onweerstaanbare kracht hanteert Hij ook nu nog de gesel van touwtjes.

Wie dit verstaat, wordt voor twee on­ juiste opvattingen over dit gezegde bewaard. In de eerste plaats voor de foutieve gedachte, dat steeds weer bewegingen moeten plaatsvinden als in de dagen der Hervorming. Wat zijn er in de loop van de jaren niet een Luthertjes verrezen, die met de pretentie kwamen, dat zij de reformatie van de kerk tot stand zouden brengen. In onze dagen horen wij daar maar al te veel van. In bepaalde kerken neemt menigeen de gesel van touwtjes in handen en men beschuldigt deze of gene ervan, dat hij een kwade herder is. Het schermt maar. Daar komt geen einde aan. Wie niet meedoet, behoort tot de ongehoorzamen.

Wij moesten ons maar laten gezeggen, door prof. van Ruler, die ergens de opmerking maakt, dat een zo fundamentele reformatie, als zich in de zestiende eeuw voltrok, slechts zelden nodig is. Let op dat woord - zelden. Het kan zijn, dat de Heere het nodig vindt Zijn Kerk wederom op zulk een wijze te zuiveren. Maar weest voorzichtig. Wie de Kerkgeschiedenis bestudeert ontdekt, dat heel veel zgn. reformaties niet anders waren dan bewegingen, waarbij het vlees op de troon zat. Het ging niet van de grote Reformator uit. Daar is maar één weg in een vervallen kerk, deze, dat wij Hem zoeken die, naar Zijn belofte, haar Koning en Hervormer is. Dat wij Hem onze schuld belijden. Want het is onze schuld, dat de kerk gedeformeerd is. Dat wij ijverig overal Zijn Woord prediken. De ware reformatie der kerk is ons werk niet. God geeft haar. Hij heeft het hart van Luther gereformeerd door de Heilige Geest en toen is de kerk ook gereformeerd. Reformatie gaat gepaard met bekering tot een levende God.

De uitdrukking, dat de Kerk steeds weer gereformeerd moet worden, mag ook in andere zin niet verkeerd worden verstaan. Velen huldigen op het ogenblik de opvatting, dat het thans nodig is de waarheid Gods anders te formuleren, dan in de dagen van de Hervorming. Het gaat nu, zo heet het, om heel andere vraagstukken. Luther had te worstelen met de vraag van zijn leven: Hoe word ik rechtvaardig voor God? Dat was in die tijd wel goed. Maar nu interesseert ons dat niet meer. Het gaat nu om andere vragen. De nieuwe tijd wil heel wat anders, dan in de dagen waarin Luther leefde. Het schijnt wel, dat de tijd moet uitmaken wat de waarheid is. Natuurlijk is het waar, dat de waarheid alles met de tijd te maken heeft. Zij wordt midden in de tijd verkondigd. Ook in het jaar  1967. Zij spreekt tot kinderen des tijds, die voortreizen naar de eeuwigheid, van wedergeboorte en bekering, van de eisen van Gods recht, van het bloed der verzoening. De waarheid Gods, door het werk van de Heilige Geest recht verstaan, schenkt het eeuwige leven aan kinderen van de tijd. De waarheid werkt dus in op de tijd. Maar het is niet waar, dat de tijd de waarheid vormt. In onze dagen wil men, dat de waarheid Gods fluctueert. Dat zij meestroomt met de rivier van de tijd. Dat God er is vinden velen niet meer van belang. Hij is dood, zo hebben sommige theologen uitgemaakt. De Bijbel is niet meer het Woord Gods. Dat God gesproken heeft ziet men niet meer. Op de menselijke zijde van de Bijbel wordt schier éénzijdig de nadruk gelegd. Het kan nog wel zijn, dat in de Schrift een rijke schat schuilt, maar het papier waarin die schat verpakt zit heeft niet veel waarde. Heel de Schrift valt onder de kritiek van de mens. Hoe duidelijk komt dit uit in de houding van de Synode van de Gereformeerde Kerken, die de besluiten van Assen niet meer bindend heeft verklaard. Dit alles is wel zeer te betreuren. De leer verandert met de dag.

Deze houding, die alles op losse schroeven stelt, gaat in tegen de prediking der Hervormers. Luther heeft gezongen: Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken. Het is nodig, dat wij bedenken wat te lezen staat, in het derde vers van de brief van Judas. De gelovigen worden opgewekt om te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is: Dat woord eenmaal betekent niet: eens een keer. Het wil zeggen: eens voor goed. De waarheid Gods verandert niet. Hoe zou dat ook kunnen, want het is de leer, die God ons heeft geopenbaard. Het is de leer van de grote Reformator. Omdat Hij is Die Hij is, blijft Zijn leer. Blijft Zijn Woord. Wat de oude 'geslachten van node hadden, kan ook het jonge geslacht niet missen. Allen moeten wij gevoed worden met het Brood des levens.

Wel hebben wij het nodig, dat wij eens voor het eerst en daarna bij vernieuwing de inhoud van deze leer beleven. Opdat hij niet ergens, buiten ons, in de lucht blijft zweven. Mogen wij verwachten, dat dit geschieden zal? Als het van ons moet komen zeer zeker niet. Want de mens, wie hij ook is, waar hij ook staat, wil van nature van de schatten van de Reformatie niet weten. Ook Gods kind is een dwaas en wil steeds weer de verkeerde weg op. Maar Jezus leeft. Hij reformeert door Woord en Geest. Ons oog zij op Hem, onze verwachting van Hem, onze bede rijze op tot Hem, Die ook nu nog wandelingen heeft in het midden van Zijn Kerk: Heere Jezus, grote Reformator, reformeer Gij ons, zo zullen wij gereformeerd zijn.

Arnemuiden. J.G. Abbringh

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1967

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De kerk is gereformeerd omdat zij steeds weer gereformeerd moet worden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1967

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's