De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kroniek

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste.

Het is een cliché om te zeggen dat de tijd zo snel gaat. Maar een chroniquer ontkomt er niet aan vooral als hij een begin maakt met zijn laatste overzicht van het kalenderjaar. Bovendien wat let me? Mozes, de Bijbel, Gods Woord zegt het en dan kan het nooit een cliché zijn, dat het zo snel gaat. Maar u gelieve er wel kennis van te nemen, dat Mozes het een heel beetje anders zegt en dat geeft te denken. Immers we lezen en zingen: Wij vliegen daarhenen. Het zou wel eens kunnen zijn dat wij nog veel, veel sneller zijn dan de tijden die voorbijvliegen. Het ligt immers aan onszelf en dat is een diepzinnige en diepbeschuldigende waarheid.

Advent.

Het zou net kunnen treffen, dat de kroniek moest geschreven aan de vooravond van de immer weerkerende en altijd ontroerende en altoos noodzakelijke herdenking van de komst van God in het vlees. Maar vaker zal het toch wel uitkomen dat de kroniek de geur van advent aan zich moet hebben.

De laatste.

De allerlaatste tekst van het oude testament zal toch wel bij uitstek een adventstekst zijn. Je hebt de idee, dat je staat op een uitgestrekte landtong. Voor ons een breed wat grauw watervlak. Aan de overzij ligt in de zon, doch dat is van hieruit moeilijk waar te nemen, Immanuëlsland.

Er ligt wat tussen oud en nieuw. Meer dan de korte ogenblikken, die twaalf slagen van de klok nodig hebben om te verklinken. Eeuwen liggen tussen beide testamenten. Een hele geschiedenis, gebeurtenissen en verwikkelingen liggen daartussen, maar het Woord doet daaraan het zwijgen toe en dat heeft ook iets te beduiden. Daarover zullen we het echter niet hebben.

De laatste tekst van het laatste boek van het Oude Verbond is een adventstekst, een verzekering om eeuwen door te komen.

Hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen en het hart der kinderen tot hun vader; opdat Ik niet kome en de aarde met de ban sla.

Ik heb de gedachte, dat de verklaring dat vaderen zowel als kinderen, kinderen zowel als vaderen bekeerd zullen worden door het wederoptreden van de profeet Elia wat te mat en te vlak is.

Men heeft geopperd, dat vaderen oud-vaderen zouden kunnen zijn en dat verre nazaten zouden treden in de sporen van een godzalig voorgeslacht. Die opinie is alle overweging waard. Een leuze als terug tot de reformatorische vaderen zou geheel in de lijn liggen. Het is trouwens toch wel een heel merkwaardig verschijnsel, dat de meest progressieven zich beroepen op de vroegste christenheid. Of men het goed ziet is wat anders.

Ik denk toch ook wel eens aan het wegvallen van het gedurig optredend pijnlijk verschil tussen twee generaties, die elkaar het meest naast zijn. Ik ga wel akkoord met een verklaring, die zegt dat het onderscheid van stand, beroep, geslacht en leeftijd wegvalt. Maar dan is het toch steeds van belang, dat juist dit typisch verschil illustratief en representatief is voor al die andere.

Fel kunnen de generaties tegenover elkaar staan. Moeder, die wel eens tussen beide instaat, weet hoe luid het botsen kan.

Het evangelie van Lukas exegetiseert de tekst enigermate als ik het zo zeggen mag. De harten van de vaderen worden bekeerd tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen. Ik weet niet of liever ik meen niet, dat het ongelijk altijd bij een van beide generaties ligt. De geschiedenis en het leven leren wel anders.

Rehabeams adviseurs.

Uit de Bijbel zijn bekend de raad der jongelingen en de raad der oudsten. Men kan zeggen dat het woord van de oudsten getuigde van meerdere levenswijsheid en ervaring. Maar het een en het ander is wel typisch het verschil tussen oud en jong. Zachtjes aan dan breekt het lijntje niet of maar onmiddellijk zeggen waar het op staat en radicaal zijn.

Politieke vernieuwing.

Het staat niet in de instructie van de kroniekschrijver om speciaal partijpolitieke onderwerpen uit te diepen. Maar er staat geen waterdicht schot tussen de belendende erven van kerk en staat. Het theologische, indien het althans nog theologie heten mag, heeft zijn vergaande invloed op de politieke meningsvorming.

De woorden vernieuwing en radicaal zijn schering en inslag in de vertogen over wat er in het dok, waarin de politieke partijen terecht gekomen zijn, geschieden moet. Menigmaal valt ook de uitdrukking: Christelijke inspiratie. Zo'n klank moet wel het oor van elk, die kerkelijk en godsdienstig belangstelt, treffen.

De meeste partijen zijn aan het opkalefateren behalve misschien de jongste. De allerprilste immers sprak al van ontploffen en opblazen van alle andere. Voorshand echter heeft deze groepering gelegenheid en mogelijkheid geboden om stoom af te blazen en zo is juist dankzij deze veiligheidsklep explosie voorkomen mogelijk.

Ik wil niet zeggen, dat het uitgerekend allen jongeren zijn die aan één kant staan en ouderen die zonder uitzondering zich daartegenover opgesteld hebben. Maar globaal is het toch wel in elke partij en dus over de gehele linie merkbaar dat juist twee generaties een groot verschil van inzicht en benadering aan de dag leggen.

De ideeën van ontkoppeling, van ontmythologisering, van deconfessionalisering en declericalisering en hoe al die de's en ont-s verder heten mogen hebben het sterkst de harten van de jeugdigen aangeraakt. Het verzetten van bakens kan verwarring veroorzaken, maar het totaal verwijderen van bakens is verbijsterender.

Vernieuwing is een ambitieus begrip. Wat geweest is zal er zijn. Het was bescheidener om te spreken van verandering of wijziging. Het zal echter ons zeer benieuwen wat er van dit alles terecht komt. De toekomst van ons volk is ermede gemoeid en daarom zijn ook kerk en gemeente ten nauwste bij dit alles betrokken.

Men kan optimistisch zijn en zeggen dat alles nog genoeg zal meevallen. In tijden van kentering gaat het wat wild en woest toe. Straks loopt het wel weer in het gareel, zij het dat wat oude normen en vormen zijn weggevallen er zijn andere voor in de plaats gekomen. Het zijn stroomversnellingen, waarin we verkeren. Anderen menen de stap te horen van de man, die zo typerend de man van de wetteloosheid genaamd wordt. Menigeen heeft zich in het aanduiden van tijden en gelegenheden vergist. Soms vaagt God met wortel en tak een boom weg, soms laat hij stam en wortels in de aarde om alsnog een nieuwe loot gelegenheid te geven uit te lopen. De opinies botsen doch het is niet altijd waarheid wat tevoorschijn komt als het stof van de keiharde frontale ontmoeting wat dralend eerst is weggedreven.

Open brief.

Kunnen we de sympathiserenden en adressanten van de open brief enerzijds en degenen die zich tegen het geschrift je verweren ter andere zijde voorzien van labels ouderen en jongeren? Het is werkelijk niet nodig dat vertegenwoordigers van beide groepen hun geboortebewijs overleggen.

Toch meen ik dat hier toch wel typisch een geschilpunt van generaties aan de orde is. De verontrusten wijzen in hun open brief op waarden en waarheden, die voorheen en eerder en van meetaf in Gods kerk van uiterst gewicht waren. Ze wijzen erop, dat er moderne ideeën en opvattingen de overhand kregen.

De reacties van die zich geadresseerd wisten — wie de schoen past trekke hem aan en wie de brief treft trekke hem zich aan — was vaak beneden de maat en lang niet adequaat aan de ernst van adressanten. Het is flauw om zich druk te maken over wie er onder staan en wie er eventueel wel onder hadden kunnen staan en die er toch veelbetekend en welbewust zich er niet onder hebben laten vinden. Het is kleinzielig om de ondertekenaars tegen elkaar uit te spelen. -

We zijn de laatste tijd helemaal vertrouwd met de aanduiding modaliteit. De bedoeling beluistert de spraakmakende gemeente niet meer in deze betiteling, maar ieder weet wat ermee wordt bedoeld. Toch heb ik juist nu het oude opgeborgen woordje richting eens weer geprobeerd en ziedaar het deed' het. Modaliteit is een zo statisch begrip en ik dacht dat het juist was naar de eis van de tijd en de theologische ontwikkeling dat we ons wat dynamisch gedroegen. Het woord richting is inderdaad dynamisch en het zou immers kunnen dat zich iets van richting aftekent en daarom is het niet relevant om ondertekenaars tegen elkaar uit te spelen en daarom is het ook mogelijk dat men wanneer twee groeperingen soms gelijkende en gelijkluidende klanken laten horen soms verschil maakt juist vanwege de dynamiek want wat op bepaalde plaats elkaar benadert kan uiteen­ gaan omdat men slechts elkaar passeert. We voeren geen woordenstrijd. Het bezwaar richt zich niet tegen termen als kerstening, apostolaat zonder meer.

Ik ben wel eens diep onder de indruk geweest van het apostolaatswoord van de evangelist, die schreef: Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus, de Zone Gods en opdat gij gelovende het leven hebt in zijn naam. Het was of afstanden wegvielen. Iets van vis-a-vis, van recht tegenover elkaar. Dat zegt alles omtrent Schrift, apostolaat en mensenkind. Opdat gij gelovende het leven hebt in Zijn naam.

Eerlijk zei de brief meer dan de reactie van de synode. Ik zag een verslag met vetgedrukt de naam van de spreker en daarna in een korte alinea de opinie. Ik had het voorzover ik de sprekers kende — wel niet woordelijk maar toch wel inhoudelijk kunnen zeggen hoe de reactie wezen zou. Dat is geen opschepperij. Maar dat was zo te voorzien. Begrip en bezwaar doch de percentages verschilden bij de diverse woordvoerders.

De brief was geadresseerd aan predikanten, ouderlingen, diakenen en gemeenteleden van de Nederlands .Hervormde Kerk. Bij dat woord Nederlands vond iemand ook nog een spijkertje op laag water. Soit.

Men klaagt erover dat sommigen veel te laat antwoord krijgen op hun brieven. Ze blijven weken, maanden onbeantwoord. Ze verdwijnen en duiken onder in laden van ontelbare bureau's. Ik geloof echter dat de vierentwintig te rap beantwoord zijn. Men had de brief eens wat moeten laten liggen. Ook al zou hij wat zwaar gedrukt hebben hier en daar.

Hij zal de harten der vaderen tot de kinderen wederbrengen.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Kroniek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's