De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

EENZIJDIG PREKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EENZIJDIG PREKEN

en de heilszekerheid in onze gemeenten

7 minuten leestijd

„Het is goed, dat gij aan het ene vasthoudt en ook van het andere uw band niet aftrekt..." (Prediker 7 : 18)

De opdracht van Christus luidt: Predikt het Evangelie aan alle creaturen. Ook lezen wij: Hoe zullen zij geloven zonder die hun predikt? Een en ander stempelt de prediking tot het centrum van wat de Kerk te verrichten heeft.

Met wat een waar, zaligmakend geloof is, heeft de Kerk zich in de loop der eeuwen terecht doorlopend beziggehouden. Wij kunnen denken aan Augustinus, Calvijn, onze belijdenisgeschriften waaronder vooral de Catechismus, de Nadere Reformatie. Het is niet mogelijk en ook onnodig, dit in kort bestek te ontleden. Duidelijk is, dat het ware, zaligmakende geloof samenhangt met de rechte prediking. De inhoud daarvan is Christus, naar de Schriften. Met deze prediking is de H. Geest in de gemeente werkzaam en overwint onze onmacht en onwil, naar Gods genadige uitverkiezing.

Elke zondag zijn de dienaren der Kerk doende, in de prediking de Boodschap uit te dragen. Zij graven in de akker om de schat op te delven en aan de gemeente te tonen.

Niet alle predikers zijn even getrouw aan hun opdracht, helaas. Wij houden nu evenwel die in het oog, die dat wel willen zijn, dat zij willen blijven in de lijn van het belijden der Kerk.

Wat kan een oplettend gemeentelid, niet meer dan catechetisch gevormd, aan preken van zulke predikanten opmerken?

Allereerst: een zekere variatie. Dat is helemaal niet erg. Dat moet zelfs, want de Schrift waaruit wordt geput toont ons ook vele facetten van het heil. De serieuze prediker zal zich wel moeite geven, die uit te laten komen, maar het Woord gaat door de prediker heen. Hij is er bij zijn voorbereiding mee bezig geweest, hem spraken bepaalde kanten van de te behandelen stof in het bijzonder aan, hij weet van de situatie in de gemeente af en vindt daarin aanleiding, zekere punten speciaal te beklemtonen. Ook zijn de gaven, aan ieder toebedeeld, verschillend. De een is meer profetisch, de ander meer pastoraal begaafd. De een ziet duidelijker en gemakkelijker theologische verbanden dan de ander. Wee de predikant, die zich op een bepaalde gave laat voorstaan. Wee de gemeente, die zich te gemakkelijk van een prediker afwendt omdat men meent dat hij ten opzichte van buurman of voorganger te kort zou schieten. De vraag aan de pottebakker: wat maakt gij? is niet alleen ongepast voor de pot zelf.

Zo is een zekere variatie in de prediking dus normaal.

Niettemin is er aanleiding, te wijzen op het gevaar van de eenzijdige preek. De Schrift is immers zo rijk. Ze heeft de gemeente op zo velerlei terrein wat te zeggen. Als gewoon kerkganger zijn oor te luisteren leggend, kan men in de preek bedenkelijke eenzijdigheden aantreffen. Vaak hebben die te maken met de toeëigening van het heil. Veel hervormd gereformeerde gemeenten zijn helaas gekenmerkt doordat er weinig heilszekerheid wordt aangetroffen. De predikanten nemen dat waar. Tweeërlei reactie kan worden opgemerkt, waarbij dit verkeerd wordt opgevangen.

In de eerste plaats zijn er dominees, die — met de allerbeste bedoelingen uiteraard — in hun prediking een plaats aan de problemen rondom de heilszekerheid gaan toekennen, die in de Schrift zo niet te vinden is. De bijbel spreekt ons ook niet van de eerste tot de laatste bladzijde over de vraag, hoe men tot de zekerheid geraakt van het deelhebben aan het eeuwige leven.

Niet dat deze zaak niet zeer belangrijk zou zijn. Maar er is zoveel meer. Vaak wordt gewag gemaakt van de vraag die karakteristiek voor Luther zou zijn: hoe word ik rechtvaardig voor God? Dan kunnen we ons beter houden aan Calvijn die de vraag stelde: hóe komt God aan Zijn eer? Deze laatste vraag is niet anders, maar meer. Zij omvat óók de vraag naar het hoe van het vinden van de rust die overblijft voor het volk van God, maar daarnaast de vraag hoe de Here het best gediend wordt niet alleen door losse individuen, maar ook door de staat, de maatschappij, de Kerk. Die prediking is in waarheid actueel, welke ook op die vragen ingaat. Niet te pas en te onpas — dan verzeilt ze weer in actualisme; maar als de tekst daar zo eens aanleiding toe geeft. Zulke teksten moeten dan ook niet systematisch worden vermeden, zo min als ze systematisch moeten worden gezocht. Het z.g. „kapittelpreken", d.i. preken uit vervolgstof, is een uitstekend hulpmiddel tegen eenzijdigheden in de tekstkeuze, die we vaak bij gescheiden kerken, maar ook onder ons aantreffen. Natuurlijk kan ze ook zonder kapittelpreken worden vermeden.

Dit leidt dan tot een rijkere vertolking van wat de Schrift ons te zeggen heeft, een vertolking die de vraag hoe het heil 's mensen deel wordt niet verwaarloost, maar daar ook niet eindeloos omheen cirkelt alsof er daarbuiten niets is. Doet ze dit laatste wel, dan kweekt zulk een prediking een kerkvolk dat meent dat het voldoende is, zich met de vragen rondom de heilszekerheid alleen maar bezig te houden, en zich geen moeite meer schijnt te geven met die vragen ook nog eens klaar te komen.

Een tweede categorie predikanten begaat weer een andere eenzijdigheid. Zij onderkennen het gevaar van een aanhoudend tot in de finesses uitpluizen van het toeëigenend werk van de H. Geest in ons. Zo beducht zijn zij daarvoor, dat zij aarzelen, dat toegeëigend werk in hun prediking zelfs maar te behandelen. Zij onderscheiden zich wel duidelijk van midden-orthodoxe predikers in zoverre zij de heiligheid van de Wet Gods en de ernst van de zonde naar voren brengen. Minder gereformeerd lijkt het echter, als zij Christus' middelaarswerk naar voren brengen los van de toeëigening door de H. Geest. Dat middelaarschap dreigt dan tot een soort amulet te worden die bijna automatisch in de verzoening doet delen. De vraag: hebt u daar deel aan? schijnt minder belangrijk te worden. In ieder geval verdwijnt hij uit het gezicht.

Men kan erkennen, dat deze vraag vaak onevenredig veel, zo niet uitsluitend de aandacht krijgt, ook wanneer hij niet letterlijk met die woorden wordt gesteld. Het gaat evenwel niet aan, hem daarom vrijwel opzij te schuiven. Het is een legitieme, wettige vraag die opkomt uit de erkenning van de eigen plaats van het toeëigenend werk van de Geest in het heilshandelen Gods. Prof. Berkhof wees er eens op, dat de uitstorting van de H. Geest een aparte daad Gods is, door een tijdvak van tien dagen van het voorafgaande heilsfeit gescheiden; hij prees de predikanten van de Geref. Bond in hun honoreren daarvan, door priesterlijk naast de mens te gaan staan om samen naar de weg te zoeken (De Waarheidsvriend van 21 juli l955, blz.228).

Het is een onbehaaglijk idee, dat zo’n vermaning tot priesterlijke begeleiding van de kerkganger in de prediking ook sommige gereformeerde predikanten in de Hervormde kerk schijnt te gelden. Zij moeten oppassen, niet meer van de priester en de Leviet weg te hebben dan van de barmhartige Samaritaan.

Nooit mag het bespreken van de toeleiding van de zondaar tot God het karakter gaan aannemen van een pseudo-Evangelie, dat er altijd met de haren zou moeten worden bijgesleept. Onze zaligheid ligt enkel en alleen verankerd in Gods goedertierenheid, geworteld in Zijn eigen daden en in Zijn gevoelens jegens ons toen wij nog zondaars waren.

Het zal evenwel niet gelukken, dat geloof te bevestigen in mensen met verontruste gewetens, treurend over het gemis van een vertoevend God (Habakuk 2 : 3b), als men naar Luc. 10 die mens niet ziet, niet tot hem komt, niet met ontferming over hem bewogen is, geen olie en wijn in zijn wonden giet, en hem niet meeneemt naar de plaats der rust.

Arnhem G.B. Smit

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

EENZIJDIG PREKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's