VREDE
„Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de Heere." Jes. 48 : 22.
Vrede is een kostbare en daarom zeer begerenswaardige zaak. Dat gevoelen we des te sterker naar mate de spanningen in de internationale toestand toenemen, zoals b.v. de laatste weken weer het geval is door de verwikkelingen tussen Amerika en Noord-Korea. Met het oog daarop is wellicht ook bij u de verzuchting opgekomen: „Als er maar geen oorlog komt, als het maar vrede blijft!" En dat is ook begrijpelijk, want wie de verschrikkingen van de laatste wereldoorlog heeft meegemaakt, begeert niet nog eens iets dergelijks te moeten beleven; en dat klemt des te meer omdat toch wel zeker is dat, als er weer een oorlog uitbreekt, deze in gruwelijkheid alle voorgaande zal overtreffen.
Daartegenover staat dat ons zowel van de kant van het Oosten als van het Westen voorgehouden wordt, dat het er niet om begonnen is om het op een oorlog aan te sturen, maar dat men slechts één doel beoogt: de vrede en welvaart onder de volkeren te bevorderen! Maar nu komt de profeet Jesaja tot ons en roept ons temidden van onze spanningen en verwachtingen toe: „De godddelozen hebben geen vrede, zegt de Heere."
Wie zijn die goddelozen? Laten we ze ons vooral niet al te goddeloos voorstellen! Want Jesaja bedoelt met goddelozen heel eenvoudig mensen, die, nu ja, misschien wel oppassend leven; die waarschijnlijk ook wel erkennen dat er een God is, maar die niettemin toch zonder God leven. Mensen dus, die hoewel ze wellicht wel godsdienstig zijn, toch de Heere niet dienen en vrezen; die hun eigen weg gaan en hun eigen wil volgen; die zich, als 't er op aankomt, van zonde en genade niets aantrekken. Maar dan is dat woord goddelozen ook ontmaskerend, want nu begrijpen we dat de grens tussen goddelozen en niet-goddelozen niet loopt tussen godloochenaars en mensen, die wel erkennen dat er een God is; ja zelfs niet tussen kerkmensen en met-kerkmensen. Die grens loopt dwars door de kerkmensen heen, omdat er ook onder hen helaas zijn, die de Heere niet van harte vrezen en met God leven. Hoe is dat met u?
We vragen verder: wat bedoelt Jesaja met die vrede, waaraan, naar hij predikt, de goddelozen geen deel hebben? Neen, niet in de eerste plaats wereld vrede, vrede onder de volkeren; al kunnen we ook wat dat betreft wel wat van onze tekst leren. Hij verkondigt ons immers ongetwijfeld dat zolang de mensheid in overgrote meerderheid de Heere niet vreest, maar eigen zondige wegen gaat, van een blijvende wereldvrede geen sprake zal kunnen zijn. Want waar niet in de eerste plaats naar de wil en de eer van God wordt gevraagd, daar zullen de belangen en strevingen der mensen steeds weer botsen en zowel in het groot als in het klein aanleiding zijn tot vijandschap en vijandelijkheden. Het behoud van de wereldvrede ligt dan ook beslist niet alleen in het evenwicht van de gewapende plachten, maar hangt veel meer af van geestelijke factoren. Daarmee wil niet gezegd zijn dat bewapening niet nodig is, maar wel dat daarmee uiteindelijk het kwaad van de oorlog niet kan worden bedwongen. Slechts dan zullen oorlogen voor altijd tot het verleden behoren, als de hele mensheid de Heere als de allerhoogste Koning erkent en zich door Zijn geboden laat gezeggen. Maar dan moeten we in dagen van spanning ook niet slechts bidden: „O, Heere, bewaar de vrede!", maar ook: „Laat Uw Evangelie door Uw Heilige Geest de harten der mensen samenvoegen tot de vreze van Uw Naam!"
Nu echter nog eens de vraag: „Wat bedoelt de profeet met die vrede? " Wel, kort gezegd, vrede met God. Hij verstaat er onder dat het tussen God en de mens in orde is: de zondaar deelt in 's Heeren vergeving en genade en zo is de verbroken gemeenschap hersteld. En wat hij in onze tekst nu wil zeggen is, dat de goddelozen daar buiten staan. Zij leven zonder God, maar missen dan ook Zijn ontferming, en zullen die in eeuwigheid missen, tenzij ze zich tot God bekeren. Dat laatste moet er inderdaad bij: tenzij ... Daarin ligt ook voor ons de enige mogelijkheid tot behoud. Want de waarheid van de Schrift is dat we van nature allemaal goddeloos zijn. Van nature leeft geen mens met God, maar zonder God, ja zelfs tegenover God. Hij'gaat immers tegen Zijn geboden in? Dat is ook onze zonde! Dat stelt ook ons schuldig voor de Heere.
Misschien denkt u nu wel: Ja, maar daar voel ik niets van. Ik ben me daar helemaal niet van bewust, 't Is in mijn hart zo rustig, zo vredig. Dus zal het wat mij betreft nog wel meevallen." Ja, en toch, al wéét en merkt u het niet, dat tegenover God staan is van nature ook uw levenshouding. Dat bedoelde Paulus ook, toen hij schreef: Het bedenken des vleses is vijandschap tegen God" (Rom. 8:7). Het voor onszelf denken van het tegendeel, moet ons daarom doen opschrikken, want dat betekent dat we ons nog steeds wat wijs laten maken door de duivel en niet luisteren naar wat de Heere tot ons en over ons zegt in Zijn Woord! Laten we ons dan laten waarschuwen, te meer omdat ook nu nog het woord van Jesaja in onze tekst van kracht is: Maar de goddelozen hebben geen vrede!" En dat geldt tot in eeuwigheid!
Daar staat echter tegenover dat de Godvrezenden — dat zijn degenen, die wel met de Heere leven — wel vrede hebben. Wie hun vijandschap leren opgeven; wie zich van hun goddeloosheid bekeren; wie zich onder Gods koningschap schikken, gehoorzaam geworden aan het Woord door de werking van de Heilige Geest, worden in genade aangenomen, verkrijgen vrede met God. Niet om hen zelf, maar om Christus' wil. Die de straf der goddeloosheid voor hen droeg. „Hij werd van God verlaten, opdat wij tot God zouden genomen en nimmermeer door Hem verlaten worden." „De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem." Daarom zegt Paulus ook: Hij is onze vrede" (Efeze 2 : 14). Dat betekent dat voor ons, goddelozen en vijanden in, onszelf, in Hem de mogelijkheid ligt voor ons behoud: oor Christus kunnen wij vrede met God ontvangen.
Maar dan moeten we onze vijandschap opgeven, onze schuld belijden, bidden: O, God, wees mij, goddeloze, genadig." Wie dat doet, ontvangt echter ook genade; die wordt gerechtvaardigd als de tollenaar (Lukas 18 : 14). Van hem geldt met Paulus en alle gelovigen: Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, , hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus" (Rom. 5:1). Wordt deze vrede als vrucht van het waarachtig geloof ook door u gekend?
Deze vrede als herstel van de goede verhouding met God, heeft echter als keerzijde strijd, strijd tegen de zonde in al zijn vormen. Daarom is die vrede ook geen „zielevrede", waarbij alle aanvechting, twijfel, strijd afwezig is. Integendeel! Wie door het geloof vrede heeft met God door Christus, , strijdt voortaan in het leger van Koning Jezus tegen de duivel en alles wat hem van de Heere en Zijn dienst wil aftrekken. Die strijd is moeilijk; maar al te dikwijls wordt daarin dan ook een nederlaag geleden. Erger: maar al te vaak loopt de strijder weer over naar het kamp van de vijand! Hoe vaak doet men niet het bevel, neen niet van de Bevelhebber Christus, maar van de vijand, de vorst der duisternis? En toch zullen al deze strijders van de goede strijd des geloofs uiteindelijk overwinnaar zijn. Niet door eigen kracht en volharding, maar omdat de Heere hen steeds weer tot de strijd opwekt en bekrachtigt. Hij laat niet varen het werk, dat Hij aan hen begon. „In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft" (Rom. 8 : 37). Daarom is het krijgslied van deze strijdende Kerk ook:
„Als ik, omringd door tegenspoed. Bezwijken moet. Schenkt Gij mij leven; Is 't dat mijns vijands gramschap brandt. Uw rechterhand Zal redding geven. De Heer is zo getrouw als sterk; Hij zal Zijn werk Voor mij volenden."
En daarom blijft het gebed:
„Verlaat niet wat Uw hand begon, o. Levensbron, wil bijstand zenden." (Ps. 138 : 4).
Ridderkerk-Slikkerveer. J. Noltes
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's