KERKNIEUWS

Beroepen te:

Rijk-Rijssenhout: H. v. d. Beld te Beesd — Den Helder: R. G. J. Timmers te Zijpe — Boven Hardinxveld: K Schipper te Middelharnis — Delfshaven: J. A. de Bruin te Krimpen aan de Lek — Valburg: A. Baars te Papendrecht — Dussen: G. P. Smaling te Schoonrewoerd — Oppenhuizen: P. A. van Liere te Renesse — Wanneperveen: H. v. d. Beld te Beesd — Vriezenveen: G. Jonkers te Hazerswoude — Oudwoude: H. v. d. Beld te Beesd.

Aangenomen naar:

Zandvoort: C. Matahem te Lemele — Gaast en Ferwoude: W. Wilman te Oudeschoot — de benoeming tot voorganger van de evangelisatie te Den Hulst: A. de Redelijkheid, hulpprediker te Ouderkerk a. d. IJssel — Amstelveen: W. Jansen te Goes — Reeuwijk: C. Snoei te Langerak.

Bedankt voor:

Joure: H. H. van Nieuwenhuizen te Amsterdam — Rijssen: drs. Noordegraaf te Oldebroek — Ede: J. Bogaard te Emst — Zaamslag: C. J. Verbaas te Monnikendam — Huizen en Wijk bij Heusden en Rijssen: J.H. Vlijm te Krimpen a. d. IJssel — Ouddorp: E. J Schimmel te Harderwijk Rotterdam-Zuid: W. Jansen te Goes — Gameren: H. K. van Wingerden te Zoetermeer — Giessendam: L Blok te Ridderkerk — Zwijndrecht: J. L. W Koppenhol te Haaften.

Emeritaat:

om gezondheidsredenen: J. D. de Stoppelaar te Laren.

Adreswijziging.

M.i.v. 13 februari is het adres van Ir. J. van der Graaf: van Hogendorplaan 50, Huizen (N.H.), telefoon 41 99.

Giften.

De gemeente Giessenburg ontving een legaat van ƒ 1000, — voor de kerk; Langerak ƒ 900, — voor de restauratie; 't Harde in de collecte een gift van ƒ 1000, — voor de kerk.

De Waldenzerkerk te Venetië weer in gebruik.

De Waldenzerkerk te Venetië werd tijdens de overstromingsramp in 1966 zwaar beschadigd, maar is thans gerestaureerd. Zij kwam juist gereed voor de herdenkingsplechtigheden ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van deze kerk in Venetië. (Hervormd Persbureau).

Bleiswijk

Naar wij vernemen zijn en blijven er moeilijkheden in deze gemeente. Na allerlei samensprekingen en voorstellen ook van de zijde van het hoofdbestuur is nog geen weg gevonden tussen de kerkeraad en de evangelisatie. Enkele leden van de evangelisatie willen hun kinderen in een andere gemeente laten dopen, maar worden daarin door de kerkeraad verhinderd. De betreffende commissies van de kerk staan voorshands aan de zijde van de kerkeraad. Dat dit de verhoudingen onderling bemoeilijkt, laat zich verstaan. Het is bijzonder jammer, dat de verhoudingen daardoor verslechteren en de evangelisatie voor alsnog zal blijven bestaan. Tot er een nieuwe verhouding tussen kerkeraid en evangelisatie ontstaat, zal het niet te ontgaan zijn, dat, hoe verdrietig deze zaak ook is, de evangelisatie door ons wordt gesteund.

Het hoofdbestuur.

Utrecht.

Op donderdag 22 februari 1968 D.V. zal er weer een avond gehouden worden, georganiseerd door de Geref. Bond, afd. Zuid. Spreker: ds. A. Klein Kranenburg van Vinkeveen.

Onderwerp: „Problemen rond de Belijdenis." Plaats: Wijkgebouw Balyelaan (hoek Croesestraat), Utrecht. Aanvang 8 uur. Belangstellenden hartelijk welkom. Na de pauze zal er gelegenheid zijn tot het stellen van vragen.

Hervormd-Geref. jeugdappèl.

De provinciale commissie Zuid-Holland van de herv.geref. jeugdbonden organiseert op zaterdag 2 maart weer een jeugdappèl voor de jongeren in Zuid-Holland. Als thema is gekozen “Leven of geleefd worden".

's Middags zullen de jongeren In besloten kring bijeenkomen in het jeugdgebouw van de Leidse hervormde jeugdraad, Levendaal 101 te Leiden.

's Avonds zal in de Pieterskerk te Leiden een dienst worden gehouden, waarin ds. G. Boer uit Katwijk het appèlwoord zal spreken. De avond zal gesloten worden door ds. L. Kievit te Leiden.

Voor medewerking zijn aangezocht mej. Greetje Kersbergen uit Nieuwerkerk aan den IJssel, „Vox Jubilans" uit Waddinxveen en Feike Asma.

Giften.

In Aalst (Gld.) werd voor de kerkrestauratie wederom een gift van ƒ 1000, — ontvangen.

Ingezonden stuk.

In het dagblad „Trouw" van 6 februari 1968 stond onderstaand ingezonden stuk van ds. H. van Lunzen, de meest markante vertegenwoordiger van de links-vrijzinnige richting, georganiseerd in de Zwingli bond.

Wij geven dit ingezonden stuk aan de lezers door zonder commentaar onzerzijds. Het spreekt voor zichzelf!

Modernisme.

Dezer dagen werd mij een knipsel uit Trouw toegestuurd dat noopt tot een kleine opmerking. De heer A. J. Klei beweert dat „vrienden en medewerkers" bij mijn 70e verjaardag verklaard hebben „het modernisme uit de vorige eeuw weer nieuw leven" te willen „inblazen".

Deze verklaring is niet uitgesproken en kon ook niet uitgesproken worden. Waarom niet? Omdat mijn medestanders overtuigd zijn dat het modemisme levender is dan ooit tevoren. Het modemisme behoeft geen „inblazing". Maar het blaast zelf met onstuimige kracht nieuw leven in vrijwel alle kerken in.

In de gereformeerde kerken die de uitbanning van dr. Geelkerken in beginsel ongedaan hebben gemaakt.

In de hervormde kerk, die haar boekje „Klare Wijn" uitgaf, waarin grotendeels de uitkomsten van het modernistische bijbelpnderzoek zijn aan­vaard en die het predikambt ook voor de vrouw openstelde. In de roomse kerk, die door al dat nieuwe leven een vernieuwde lente tegemoet schijnt te gaan.

Het kan niet worden ontkend: de triomf van het modemisme is een feit. De verdere doordringing van het genoemde nieuwe leven in al die kerken is een kwestie van tijd.

Odoorn.  ds. H. van Lunzen.

Ds. Wurmbrand.

Naar aanleiding van een verslag van één onzer lezers wat voor de vervolgde kerk van ds. Wurmbrandt e.a. kan worden gedaan, publiceren wij hieronder een schrijven van ds. Maris.

Wij verwijzen u ook naar een recensie van het boek van ds. Wurmbrand in één van de nummers van ons blad.

Graag wekken wij onze lezers op persoonlijk en eventueel in gemeentelijke of verenigingsverbanden iets voor deze broeders en zusters in de verdrukking te doen.

Red.

Verschillende lezers van ds. Wurmbrand's boek: “De ondergrondse Kerk" hebben ons spontaan geschreven, dat zij wat willen doen. In verband daarmede ligt de de vraag voor de hand, wét er gedaan kan worden. Wij zijn voor deze belangstelling bijzonder dankbaar. Graag zouden wij u allen persoonlijk willen antwoorden, maar door deze bijzondere acties dreigen wij onder het werk te worden bedolven, zodat wij onze toevlucht moeten nemen tot een gestencilde brief voor allen.

Het zal u duidelijk zijn, dat wij niet rechtstreeks in de landen achter het ijzeren gordijn kunnen werken. Dit vereist zoveel voorzichtigheid, deskundigheid en ervaring, dat wij dit aan de organisatie van ds. Wurmbrand moeten overlaten. Alles wat wij kunnen doen, is gelden ter beschikking stellen ten behoeve van de gezinnen der gevangenen en voor het kopen van bijbels en christelijke lectuur. Zoals u weet, kunnen giften worden overgemaakt op postrekening no. 52 49 90 t.n.v. Alg. Secr. I.C.C.C., Singel 386, Amsterdam

Soms wordt ons de vraag gesteld, hoe de gelden hun bestemming bereiken en ook, of we daar zeker van kunnen zijn. U zult begrijpen dat we hier niets over kunnen schrijven zonder het werk zelf in gevaar te brengen. Overigens kunnen wij zeggen dat de gelden worden overgemaakt naar een reeds jaren bestaande Engelse Zendingsorganisatie die nauw met ds. Wurmbrand samenwerkt. Wij hebben alle reden te vertrouwen dat het geld eerlijk en doeltreffend wordt besteed.

Wat u zelf kunt doen, is zeer belangrijk. Het is allereerst de nood der ondergrondse kerk in uw voorbede op te nemen. Daarnaast zouden wij u willen vragen het boek van ds. Wurmbrand te helpen verspreiden. Graag sturen we u een aantal folders om mee te werken.

Ons volk moet de waarheid weten! De schrijver zelf denkt daarbij niet alleen aan het christelijk volksdeel, maar zeer beslist ook aan „andersdenkenden". Hij wil dat ook de communisten van de feiten kennis nemen. Misschien wilt u eens overwegen, wat u in uw woonplaats kunt doen.

Graag zullen wij van u horen.

Omvang van Joodse gemeenschappen.

Men schat, dat in de jaren 1940-'45 in Frankrijk 85.000 van de 225.000 joden werden vermoord, in België 27.000 van de 60.000, in Italië 9.000 van de 50.000, in Noorwegen 700 van de 1.500, in Denemarken 1.500 van de 7.000, in Nederland 105.000 van de 150.000. (Door onder te duiken konden in ons land vermoedelijk 8.000 joodse medeburgers het leven redden. Van de gedeporteerde 110.000 keerden niet meer dan 5.450 terug.) Naar verhouding hebben in West-Europa dus Nederlandse joden de zwaarste tol betaald.

Opgemerkt moet nog worden, dat hierboven niets is gezegd over Duitsland en over de landen van Midden-en Oost-Europa. Vermoedelijk zijn daar nóg zwaarder offers gebracht dan in Nederland. Naar schatting hebben immers tijdens de Hitler-periode circa zes miljoen joden het leven verloren.

Het onlangs verschenen joodse jaarboek schat 't aantal joden op de wereld thans op 13.400.000. De meesten daarvan leven in de U.S.A.:.5.000.000. Daarna volgen de U.S.S.R. met 3.223.000 en Israël met 2.229.000., Voor de overige landen wordt 2.948.000 opgegeven.

Op 1 januari 1954 woonden in Nederland nog 29.000 joden; onder hen vooral veel ouderen in de leeftijdsgroep van toentertijd 40-55 jaar en opvallend weinig van 20-30 jaar. Hoopvol ten 'aanzien van groei en of stabilisatie van het aantal joodse medeburgers kan men dus moeilijk zijn. De grootste concentraties bevinden zich in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.

Kardinaal op Geref. Synode.

In Hervormd Utrecht schreef ds. M. Groenenberg:

Dat hebben we in de Hervormde Kerk nog niet beleefd. We hebben ook met het Nederlandse episcopaat een duidelijk gesprek gevoerd over de doop, stukken zijn gewisseld, waarin vastgelegd is, dat men elkaars doop erkent. Herhalingen van de Irene-affaire zullen niet meer voorkomen en dat is dan de goede vrucht van een kwade zaak. De publicatie van de gewisselde stukken moet nog geschieden, naar ik meen. In ieder geval de zaak is schriftelijk behandeld. Maar nu hetzelfde is gebeurd tussen de Geref. Kerken en de R.K. Kerk is de kardinaal met een aantal bisschoppen op bezoek gegaan bij de gereformeerde synode en daar zijn de stukken met dezelfde pen ondertekend. Zo kan het ook. En kardinaal Alfrink en zijn genoten voelden zich erg op hun gemak onder de „broeders". Waarom ook niet? Tenslotte lijkt het wat op het Nederlandse pastorale concilie, dat aan de gang is. Hij zag, heeft hij verklaard, een groter verwantschap tussen de R.K. Kerk en de Gereformeerde Kerken dan met de Hervormde Kerk! Zo'n uitspraak bezorgt me geen minderwaardigheidsbesef. Ironisch gesproken: we hebben wel eens ondeugend gezegd, dat de gereformeerden „net rooms" waren. Dat er wel een boek over de R.K. Kerk als „Het Rijke Roomse Leven" kon verschijnen en een soortgelijk boek (de Mannen-broeders) over de Gereformeerden, terwijl het niet mogelijk is een dito boek over de Hervormden te schrijven zegt wel iets. Maar de kardinaal zal wel gedoeld hebben op het feit, dat je binnen de Hervormde Kerk vrijzinnigen hebt, terwijl deze binnen de Gereformeerde Kerken niet voorkomen, hoewel de „Verontrusten" daaraan twijfelen. Alleen zou ik willen zeggen: als ik luister naar wat pastoors, kapelaans, paters, theologen zeggen: dan is het vaak dermate vrijzinnig, dat er meer reden voor de kardinaal bestond om te zeggen: we staan dichter bij de Hervormde Kerk. Als hij zou antwoorden: nou ja, laten er zulke lieden in mijn kerk rondlopen, maar de „leer" der kerk is niet zo, dan zou ik graag antwoorden: en, eminentie, dacht u dat dat in de Hervormde Kerk anders lag?

Voorjaarssynode Ned. Herv. Kerk.

Behandeling rapport kinderdoop en antwoord op Open Brief.

De generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk zal van 19 tot en met 21 februari a.s. op Woudschoten te Zeist voor de voorjaars-zitting bijeenkomen.

In deze vergadering zal prof. dr. A. J. Bronkhorst verslag uitbrengen over het Pastoraal Concilie van de Rooms-Katholieke Kerk. Professor Bronkhorst werd in januari 1967 door de twaalf vertegenwoordigers van de niet-katholieke kerken en geloofsgemeenschappen, die aan het pastoraal concilie deelnemen, als hun vertegenwoordiger in de concilieraad aangewezen.

Ook zal in deze synodezitting worden behandeld een rapport over de vragen rondom de kinderdoop. In de Nederlandse Hervormde Kerk is door sommige predikanten .bezwaar geopperd tegen de kinderdoop; zij achten alleen de volwassenendoop bijbels verantwoord. Om op al deze vragen licht te verschaffen heeft de synode door middel van de Raad voor de zaken van kerk en theologie een commissie ingesteld, die de opdracht ontving de vragen rondom de kinderdoop te bestuderen. De commissie kwam niet tot een eenstemmig rapport. Aan het rapport van de meerderheid werden 2 minderheidsnota's toegevoegd.

Verder zal in bespreking worden genomen het concept-antwoord, op de Open Brief waarin 24 hervormde predikanten hun ongerustheid over de gang van zaken in de Hervormde Kerk hebben uiteengezet. In de najaars-synode van 1966 werd deze brief behandeld en benoemde de synode een commissie om namens haar een antwoord op te stellen. De commissie was als volgt samengesteld: Prof. dr. R. Bijlsma, prof. dr. P. J. Roscam Abbing, dr. W. Nijenhuis (secr. van de Hervormde Raad voor het verband met andere kerken), ds. M. C. Don, ds. J. Weernekers, ds. L. Roetman (assessor synode) en ouderling ir. P. J. Bonn.

De generale synode zal zich in deze voorjaarszitting voorts bezighouden met het Jaarverslag 1966 van de Generale Financiële Raad, met kerkordelijke aangelegenheden en zij zal enkele benoemingen doen.

(Hervormd Persbureau).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen