De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

EEN TOPGESPREK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN TOPGESPREK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En zie, van hen werden gezien Mozes en Elia, met Hem samensprekende. En Petrus antwoordende zeide tot Jezus; Heere, het is goed dat wij hier zijn; zo gij wilt, laat ons drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een en voor Elia een. Mattheus 17 : 3 en 4.

Boven op de berg, wordt aan de discipelen, de meest vertrouwde discipelen, de heerlijkheid van Christus geopenbaard. Licht en nog eens licht. Ze kijken ernaar, en kunnen zich alleen maar verwonderen: Dat is de Christus, de zoon van de levende God! Zij vallen trouwens van de ene verbazing in de andere. Daar doemen de gedaanten van Mozes en Elia voor hen op, vlak naast Christus, in het licht dat Hem omstraalt. Dat gaat boven hun verstand, en inderdaad, het is een openbaring, die alle voorstellingen doorbreekt.

Aan hen verschijnen twee mannen uit Israëls grote verleden, die ze blijkbaar herkennen, al weten wij niet waaraan. Ze zien hen in gesprek met Jezus, een topgesprek, waaraan ze niet deelnemen. Welgeteld zijn er nu zes aanwezig daar waar hemel en aarde aan elkaar grenzen, en de eeuwigheid de tijd binnendringt. Drie zijn van de aarde, zij zijn bij Jezus geweest, toen Hij voor het eerst de dood overwon: „Dochtertje, Ik zeg u, sta op". Zij zullen bij Hem zijn, wanneer de dood Hem aanvalt en hij die het geweld van de dood heeft, in de hof van Gethsemané. Nu mogen zij zien hoe in Jezus hemel en aarde verenigd worden. Want drie zijn er uit de hemel. Twee hunner waren dienaren Gods onder het oude verbond. De derde is de eerste! Hij is de eerstgeborene uit de hemel. Hij is het stralende middelpunt van deze openbaring.

Mozes en Elia. Beiden hebben, tijdens hun leven, de heerlijkheid Gods gezien, en de stem Gods gehoord. Het waren bergbeklimmers, zij werden boven alle anderen door het volk geëerd. Beiden waren op een wonderlijke wijze gestorven.

Mozes had het tijdelijke met 't eeuwige verwisseld aan de mond Gods. Zijn lichaam was door de Heere begraven, en Michael hield er de wacht over. Elia is in een met paarden bespannen wagen ten hemel gevaren. Zij hadden wel een bijzondere heerlijkheid ontvangen. Mozes en Elia waren voorboden van de eindtijd. De Joodse toekomstverwachting noemt hen in één adem. Nu breekt de eindtijd aan, het beslissende uur is geslagen, Christus wordt verheerlijkt. Daarover spreken zij met Hem, bewogen en niet zonder bewondering. Zij kenden de weg, die Hij moet gaan. Zij spreken, volgens Lukas, over Zijn uitgang uit Jeruzalem. Over het lijden, dat voor de heerlijkheid komt schuiven, als wolken voor de zon. Mozes wist ervan; hij was door zijn eigen volk miskend. Elia klaagde eens: Ik ben maar alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel. Het zijn, in die zin, voorlopers van Christus geweest, in wie Hij zijn schaduw vooruitwierp, de schaduw van Zijn kruis.

Terwijl de heerlijkheid van Christus alles in een helle gloed zet, zien wij ze samen spreken. Zij vertellen Hem, dat het moet, dat het zó moet. En….. waartoe het leidt. Ze zijn Hem stellig van dienst geweest, ze hebben Hem met hun woorden bemoedigd. Christus versmaadde hun dienst niet. Hij is onzer één geworden, dit gesprek steekt Hem een hart onder de riem. Wat kan het ons verkwikken en versterken, wanneer iemand met ons spreekt over de weg, die wij moeten gaan. In zo'n gesprek valt er licht over ons pad, nietwaar. De Vader stuurt Mozes en Elia, het is een goddelijke handreiking, opdat Christus het pad der gehoorzaamheid blijmoedig zal lopen.

Mozes en Elia zijn hier als ambtsdragers. De Heere had hun in het bijzonder Zijn wet toevertrouwd, Mozes is de wetgever, Elia de handhaver van de wet. Wat God geeft, moet onder het volk gehandhaafd worden, als afval en opstand om zich heen grijpen. Elia neemt het op voor de wet, hij is een tweede Mozes. Hij treedt in het krijt voor de rechten Gods, zoals Mozes dat deed. Beiden weten van geen wijken, als de wet Gods in het geding is.

Geven en handhaven. Niet vervullen! Daarvoor moet een ander in de wereld komen. Mozes en Elia roepen om Christus. Zij spreken er met Hem over op de berg der verheerlijking. Dit topgesprek is even diepgaand als indringend; de ganse raad Gods tot zaligheid wordt erin behandeld. Mag ik het samenvatten in de woorden van Paulus: Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende, in ge­lijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees, opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Wij kunnen en willen het heilig gebod niet houden. Wij willen niet, omdat wij niet kunnen; wij kunnen niet omdat wij niet willen. Ondertussen wordt het recht der wet niet vervuld; het vlees laat verstek gaan. Mozes mag erop hameren, Elia mag er toe manen, zij kunnen het niet verder brengen, dan een aanklacht tegen alle vlees.

Christus betracht de volkomen gehoorzaamheid. Zijn gehoorzaamheid is wetsvervulling tot behoud van allen, die zich als vleselijk, verkocht onder de zonde, leren kennen. Die de wet gelijk moeten geven, en toch haar niet aan haar recht en haar kracht kunnen helpen. Christus gehoorzaamheid wordt door ons niet nagedaan, maar als toegerekende gerechtigheid ontvangen en in een wandel naar de Geest nagevolgd. De wet zal Christus voor zich uitdrijven tot in de smadelijke dood van het kruis. Dat komen Mozes en Elia Hem aanzeggen, zij verwijzen Hem naar het kruis. In dit gesprek wordt dat kruis een lichtend teken van voldoening en vervulling. De Zoon des mensen moet verhoogd worden. Wij mogen, al overdenkende, iets opvangen van dit gesprek. Mozes en Elia met Hem samensprekende, dat is hemels beraad, over de vervulling der wet, over Pasen en Pinksteren. Leest iemand dit, en heeft hij het te kwaad met de wet, ontdekt hij dat de wet niet aan haar recht kan komen, omdat hij vleselijk is? Dan raken we in dit gesprek betrokken, dan gaat het over een zaak van leven en dood. Dan mag ik u vertroosten, niet zozeer met wat er van dit topgesprek uitgelekt is, maar met wat ervan uitgewerkt is in de kruisdood van Christus. Want het is niet geheim gebleven, het werd ons in het evangelie en in de brieven ontvouwd.

Petrus is nu klaarwakker. Verward en ontzet over wat hij ziet, neemt hij het woord: Heere het is goed, dat wij hier zijn. Hij bedoelt: het komt goed uit. Hij heeft namelijk een plan, hij wil deze hoge gasten een onderdak geven; als de Heere Jezus dat goed vindt: Laat ons drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een en een voor Elia. Hij dacht aan hutten, van boomtakken en bladeren, die tot bescherming dienden tegen de hitte van de dag en de koude van de nacht. Dié zijn in een ommezien gereed. Zodoende kunnen Mozes en Elia hier blijven en Jezus natuurlijk ook. Een goed voorstel. Petrus wil graag dat dit samenzijn zal voortduren. Dat zij nog langer getuigen mogen zijn van deze heerlijkheid. Hij had het nooit kunnen vermoeden, dat hij zoiets zou mogen meemaken. Boven op de berg, dat is een hoogtepunt in zijn leven. Dat strookt met de grote gedachten die Hij over Christus heeft. Wat hem betreft blijven ze hier.

Zeker, het is welgemeend en hij maakt zijn verzoek eerbiedig kenbaar. Maar in het kader van dit gesprek past het voorstel van Petrus niet. Hij kiest voor de heerlijkheid van Christus, de noodzakelijke voortgang naar het kruis, de uitgang uit Jeruzalem, wenst hij niet. Op deze berg wil hij wel blijven, op die andere berg, even buiten de stad, is hij straks niet te vinden. Het is duidelijk, dat Petrus in dit gesprek geen verstandig woord weet te zeggen, hij spreekt ertegenin, hij werkt Christus tegen. Een aardse wanklank in dit hemels gesprek. Eerst later zal hij schrijven over het lijden dat op Christus komen zou en de heerlijkheid daarna volgende. Nu klampt hij zich aan de heerlijkheid vast en het lijden werpt hij ver van zich.

Gelukkig maar dat Jezus niet op dit mooie plan van Petrus ingaat, hij keurt hem geen antwoord waardig. Hij gaat Zijn uitgang uit Jeruzalem toch volbrengen, ten spijt van Petrus' onverstand. Mozes en Elia geven Hem getuigenis. Op een hoge berg. Maar hij komt van die hoge berg af. Hij loopt de spitsroeden van het lijden, Hij sleept zich voort, de heuvel Golgotha op. Zo is het afgesproken. Zo Gij wilt, zegt Petrus. Hij wil het zeer bepaald niet.

Was de berg der verheerlijking erg hoog voor u? In de hoogte worden wij ontheven van wat ons drukt en knelt. Het kan er zo goed zijn! Vergeet niet, dat Jezus' weg naar het kruis leidt. Dat zal ons in Zijn navolging niet vreemd zijn. Van kruis tot heerlijkheid. Vergeet dat vooral niet. Petrus zal ook de voetstappen van Christus drukken, opdat Hij in Diens heerlijkheid mag delen. Wij moesten hierboven op de berg, maar geen tenten opslaan. Wanneer de tent wordt opgerold, wacht het huis, niet met handen gemaakt. In die eeuwige tabernakel, zal Christus ons dan ontvangen, zo wij volharden Hem na te volgen.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

EEN TOPGESPREK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's