De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Een mens voor het volk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een mens voor het volk

6 minuten leestijd

’Kajafas nu was degene, die de Joden geraden had, dat het nut was, dat één mens voor het volk stierf.' Johannes 28 : 14

Christus is het Lam, dat geslacht wordt, het schuldoffer. Daar heeft, denk ik, niemand erg in, Annas in ieder geval niet. Het speelt trouwens geen rol in de overwegingen van de raad; de eigen leerlingen hebben er geen flauw vermoeden van. Kajafas, de hogepriester ook niet. Jozef Kajafas was de schoonzoon van Annas. Hij was geslepener en soepeler dan hij; hij bleef niet minder dan elf jaar goede vrienden met Rome. En daarvoor moest men zich in vele bochten wringen, zonder het doel uit het oog te verliezen. Kajafas was zetelvast, ook als voorzitter van het Sanhedrin. Johannes zegt: de hogepriester in dat jaar. Het is wel na te rekenen welk jaar hij bedoelt, maar dat is niet nodig; hij bedoelt: het jaar van Christus' dood. Het beslissende jaar, waarin de laatste grote verzoendag en het laatste Pascha valt. Christus gaat de schaduwen vol maken: Want ook ons Pascha is voor ons geslacht.

Deze Kajafas — Johannes vermeldde het reeds eerder — had enige tijd geleden zijn medeleden een goede raad gegeven: dat het nut was, dat één mens voor het volk stierf. Er heerste een angstige stemming onder de raadsheren. Wat zullen wij doen, deze mens doet veel tekenen. Wij doen niets! Wij zien toe terwijl zijn invloed steeds groter wordt; straks geloven allen nog in Hem, dan wordt Hij ten troon verheven; de Romeinen zullen met geweld een eind maken aan deze Jezusbeweging, dan is het uit met land en volk, priesters en tempel, zo brachten ze hun bezorgdheid onder woorden. Wist iemand een uitweg? Kajafas' koele blik deed de ronde; toen zei hij: Gij verstaat niets; ge overlegt niet, dat het ons nut is, dat één mens sterft en het hele volk niet verloren gaat. Let vooral op dat 'ons', het ontglipt hem. In ronde woorden: Jezus moet sterven, er zit niets anders op. De vergadering weet nu, waar zij aan toe is, en stemt er mee in. Kajafas zegt het, zij zien het net als hij. Eén voor het hele volk. Hoor, Kajafas herhaalt de oude raad van Achitofel. Achtervolg David meteen, het volk, dat bij hem is zal vluchten, dan zal ik de koning alleen slaan, zo zal al het volk in vrede zijn! De man, die gij zoekt, is gelijk de wederkeer van allen. De meerdere David, de andere Achitofel! Het gaat om deze Ene.

Wat laat Kajafas zich in de kaart kijken. Niet het recht, maar het nut, het voordeel, het belang geven hier de doorslag. Het volksbelang. Een groot woord, maar die het uitspreken denken aan hun eigen belang. Verkapt eigenbelang. In de naam van dit eigenbelang zijn tallozen de dood ingedreven. Dit woord wordt een leidraad, voor hen die de macht willen overnemen, èn voor hen die de macht willen vasthouden. Het volksbelang eist de dood van weinigen, van velen, en wettigt die. Onder de leuze van Kajafas doorwaadt de mensheid zeeën van bloed en moord. Een duivels woord; in naam van het nut veroordelen wij u ter dood. Het verhoor is dan eigenlijk overbodig, het vonnis staat van te voren vast. Kajafas heeft het al geveld: Eén voor allen. Welk nut? Het nut van het algemeen. Wij weten wat goed voor het volk is, laat dat maar aan ons over. Ondertussen houden ze hun eigen belang goed in het qog. Het zou met vele voorbeelden duidelijk gemaakt kunnen worden, hoeveel weerklank deze spreuk gevonden heeft en nog vindt, en hoe men er naar te werk gaat.

Johannes onderstreept het woord van de hogepriester. Hij doet meer; hij peilt het en het krijgt een onbedoelde diepte. Kajafas mag dan ziende blind zijn, wij weten waarmee hij bezig is. Vreselijk is dat eigenlijk; hij is zelf een priester en hij weet niet wat het offer is, al brengt hij het dagelijks. Hij beseft niets van zijn wondere ambt, het is voor hem een politieke waardigheid, geen priesterlijke. Maar zijns ondanks is hij hogepriester. Kiest hij het Lam, moet hij het keuren. Zeg liever, de zondebok, maar ook aan het uitstoten van de zondebok komt de hogepriester te pas. En zo waar, hij komt er aan te pas. O zo onkundig — deskundigen kunnen zo onkundig zijn — spreekt hij het uit: Het is nut dat één mens voor het volk sterft. Het offer is nodig, ten behoeve van het volk; het is nodig terwille van hun leven. Zonder verzoening geen vergeving en zonder vergeving geen leven! Zo behaagde het God. Het was belangeloos, het was voor, ten behoeve van Eén mens. Wie die Ene is? Hij wordt hier voor Annas geleid. De priester moet het offer ter dood veroordelen, dat was in de wet voorgeschreven. De hogepriester mag het binnensmonds mompelen, zijn woord wordt duizendvoudig weerkaatst. Op deze dag, waarop Pasen samenvalt met grote verzoendag, sterft er één voor het volk. Hij geeft het offer aan de dood over. Wanneer u vraagt: wie was Kajafas, dan volsta ik met dit antwoord: Kajafas was de man, die dit zei als hogepriester. Daar­ mee is niets goedgepraat, daarmee wordt alleen wat verklaard.

Hij wilde Jezus uit de weg ruimen: Eén voor allen. Hij zette, zijns ondanks, Jezus op zijn plaats: Eén voor allen. Voor betekent ook in de plaats van. De plaatsvervanger, het paaslam. De zondebok, de zondeborg, die sterven gaat opdat het volk niet verloren gaat. O, diepte van wijsheid en rijkdom, Kajafas! Wij schelden hem uit: huichelaar, moordenaar. Wacht even, deze booswicht geeft getuigenis aan de dood van Christus; het is een dood voor, dat is: ten behoeve van en in de plaats van.

Een voor allen, want anders gaan we er allemaal aan. Weg met Hem. Wie schreeuwt daar zo luid? Ik hoor mijzelf, als ik naar Kajafas luister. Ik maak mij van Jezus af, omdat ik mijzelf handhaaf. Het ongeloof doet niet anders., In mijn ongeloof bezondig ik mij aan Christus. Wie daarover verbroken is, in deze lijdensweken, wie zichzelf telkens tegen komt en herkent, hij werpt de eerste steen niet naar deze hogepriester. Hij klaagt zichzelf aan. Huichelaar, moordenaar. Ik moet de eeuwige dood sterven, tenzij... Hij voor mij, daar ik anders. De Here Jezus wilde, door Gods genade, de dood voor al zijn volk smaken. Verstaan wij het? Dat wij leven mogen, dank zij Zijn dood. Leven door Hem, die voor ons gestorven is. Dat mijn leven in Hem verankerd ligt, dat ik mij over mijn leven alleen kan verantwoorden tegenover iedere aanklacht, door Zijn Naam te noemen, en Zijn dood te belijden. Onder het woord; bij brood en beker. Hosanna. Here help toch. En de Here hielp; Hij is mij tot heil geworden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Een mens voor het volk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's