Predikanten bespraken het Getuigenis
Jaarlijks wordt omstreeks Pasen een conferentie gehouden, die bedoeld is voor alle Hervormde predikanten. Ditmaal stond onder meer op-het programma een forumdiscussie van ongeveer anderhalf uur over het Getuigenis. In het forurn hadden zitting de predikanten C. P. van Andel en M. v. d. Bosch, beiden behorende tot de synodale commissie, die een 'boodschap ter voorlichting en bemoediging' moest geven na het Getuigenis, verder drs. K. Blei, Hervormd predikant te Haarlem, die onder meer in 'Kerk en Theologie' een kritisch artikel schreef over het Getuigenis, en dan nog de remonstrantse ds. E. P. Meijering uit Amersfoort. De vergadering, waarop ongeveer 140 predikanten aanwezig waren, werd geleid door ds. J. T. Wiersma. Deze begon met duidelijk te maken waarom er niemand van de opstellers van het Getuigenis in het forum zat. Aanvankelijk was het de bedoeling een forumgesprek te houden over de modaliteiten. Van elk van de modaliteitsbesturen zou iemand worden gevraagd óm zitting te nemen in het forum. Het Getuigenis doorkruiste dit plan. Besloten werd toen het forumgesprek te houden over het Getuigenis. Het werd evenwel wenselijk geacht dit te doen aan de hand van de synodale boodschap van bemoediging, die dan inmiddels verschenen zou zijn. Daarom werden leden van de synodale commissie uitgenodigd om in het forum zitting te nemen. Het was niet de bedoeling de opstellers te passeren.
Terecht merkte één der aanwezige predikanten op dat als je over het Getuigenis wil spreken je dan ook inderdaad het Getuigenis zelf aan de orde moet stellen, en niet één of andere synodale boodschap daarover, waarvan het bovendien nog onzeker is of die er inderdaad komen zou. De synodale boodschap is nog niet gekomen en bovendien, in het stuk dat op de laatste synodevergadering behandeld werd, kwam in feite met geen woord het Getuigenis ter sprake.
Misschien moet de achtergrond van het niet vragen van één van de opstellers voor het forum in werkelijkheid gezocht worden in een enkele opmerking, die ds. Wiersma aan het slot van zijn inleidend woord maakte: 'Wij zijn wel betrokkenen, maar geen partijgangers'. Werden de opstellers bij voorbaat als partij gebrandmerkt? In ieder geval ontbrak deze 'partij' in het forum.
De forumleden over het Getuigenis
Ieder van de forumleden kreeg van de voorzitter vijf minuten om duidelijk te maken hoe het Getuigenis bij hem was overgekomen.
Dr. Van Andel was (met de synode) erkentelijk voor het Getuigenis. Het was een goede zaak dat het Getuigenis het belijden weer aan de orde had gesteld. Voor dat belijden was de laatste jaren te weinig aandacht, met name ook binnen de oecumene.
Maar — en daar zette zijn kritiek in — in het Getuigenis komt het belijden te intellectualistisch aan de orde. In het N.T. staat het belijden altijd in een liturgisch kader (d.w.z. in het kader van de lofprijzing). Daar is het belijden een hymnische zaak, d.w.z. een lied. En verder is het belijden altijd een zaak, die het hele bestaan raakt. Het vraagt risico's, óók om politieke beslissingen te nemen. Deze elementen zouden volgens dr. Van Andel in het Getuigenis ontbreken. Bovendien is het Getuigenis niet voldoende in discussie getreden met diegenen, die het wil bestrijden. Daarom heeft het polariserend gewerkt. Alvorens je moderne theologen als Sölle, de Pree en Fiolet bestrijdt moet je eerst de waarheidselementen in hun ketterijen opsporen, want daarin zit een authentiek stuk christelijk belijden.
Drs. K. Blei toonde zich al direct niet erkentelijk voor het Getuigenis. De toon deugt niet en het stuk heeft een pretentie alsof het het evangelie zélf is. Het komt op me af — aldus drs. Blei — als een stuk leerstelligheid. Het evangelie wordt in een systeem gedrongen. Bovendien is het Getuigenis niet éénzijdig, zoals overal wordt beweerd, maar alzijdig. Het Getuigenis wil alles keurig rechtop stellen en zo veilig stellen. God is echter niet de dogmatische God maar de levende, die als bondgenoot met ons meetrekt. Je moet in een preek de dingen wel eens dogmatisch scheef trekken, wil de preek overkomen. Dat is in het Getuigenis niet gebeurd. Het Getuigenis is ook, aldus nog steeds drs. Blei, te veel op het persoonlijke gericht. In de Bijbel gaat het eerst om de gemeente en eerst om de wereld. Dat mag niet individualistisch worden versmald.
Ds. v. d. Bosch meende dat het Getuigenis door de situatie in kerk en theologie noodzakelijkerwijs was opgeroepen. Er is allerwege eenzijdigheid. De positieve elementen van het piëtisme is men langzaam maar zeker gaan verzwijgen. Maar die kramphouding tegenover het piëtisme moet nu toch wel over zijn. Het Getuigenis was in zijn éénzijdige beklemtoning van deze elementen bepaald wèl aangekomen meende ds. v. d. Bosch.
Daarna kwam ook ds. v. d. Bosch met zijn kritiek. De kerk lijdt aan de gevolgen van de uitverkiezingsleer van Calvijn, die zó particularistisch is getoonzet, d.w.z. zó is gericht op het persoonlijke, dat er daardoor veel te weinig oog is voor de ethiek. De solidariteit met de wereld is vanwege deze verkiezingsleer in het Calvinisme nooit gevoeld. Aan datzelfde euvel lijdt het Getuigenis. Het is zó helemaal geplaatst onder de noemer van de rechtvaardiging dat de heiliging nauwelijks aan bod komt.
Ds. Meijering had waardering èn kritiek. 'Enerzijds ben ik het met het Getuigenis eens hoewel ik het 'in der eeuwigheid' niet zó zou hebben geformuleerd'. Hij deelde het optimisme van de maatschappijkritici niet, die menen dat alles wel in orde komt als de structuren maar vernieuwd worden. Hij vond maatschappijkritische preken bovendien vervelend en stelde dat de maatschappij-kritische dominees het erg gemakkelijk hebben omdat ze niet meer behoeven te bestuderen. Ze behoeven immers niet terug te grijpen op wat vóór hen gezegd is. Maar ook het Getuigenis was volgens ds. Meijering te optimistisch. Het is namelijk ook niet zo dat alles wel in orde komt als het met het persoonlijke maar goed zit. Er is ook een collectieve schuld. Het Getuigenis verwaarloost, aldus ds. Meijering, dit collectieve. Het doet bovendien te weinig aan zelfkritiek. De ketter schuilt ook in onszelf.
Stemmen uit de zaal
Na het forum meldden zich verschillende sprekers, die elk hun eigen visie gaven op het Getuigenis, zonder in te gaan op wat de forumleden hadden gezegd. De eerste was prof. dr. Bakhuizen v. d. Brink, die aankondigde dat hij de hem toegemeten spreektijd van drie minuten ruimschoots zou overschrijden, omdat hij rekenschap wilde afleggen waarom hij bij de eerste dertien adhesiebetuigers stond. 'Tussen adhesie betuigen en de tekst opstellen ligt een bepaalde speelruimte. Je kunt als adhesiebetuiger bezwaren hebben tegen bepaalde formuleringen, waarvan je aanvoelt dat die kritiek zullen oproepen; maar wat dan het zwaarst is moet het zwaarst wegen.' Daarom heb ik, aldus prof. Bakhuizen, adhesie betuigd met het Getuigenis, gezien mijn volledige instemming met de confessionele punten van het Getuigenis. Hij liet die punten vervolgens de revue passeren, zich daarbij houdende aan de formuleringen van het Getuigenis zèlf.
Het Getuigenis heeft wel scherp gesproken, zei prof. Bakhuizen, maar het ging niet de weg op van de inquisitie. Wie persoonlijk zeker is van datgene, wat in het Getuigenis beleden wordt, behoeft er zich ook niet door geraakt te voelen. Maar er dient wèl een ingrijpende correctie te komen op de koers die de Hervormde Kerk in haar geheel thans gaat. We hebben nodig de verborgen omgang waarvan Psalm 25 spreekt. We hebben nodig weer te horen dat het Woord vlees geworden is, dat het Lam Gods de zonde der wereld wegneemt en dat de overdenking daarvan voor theoloog en leek onmisbaar is. Bovendien, de weg naar het Rijk van God is minder direct dan velen denken. De weg naar dat Rijk banen wij niet door deze acties.
Na het indringend betoog van prof. Bakhuizen v. d. Brink kwam ds. Brummelkamp uit Middelburg vertellen dat hij zich zowel door voorstanders als tegenstanders aangesproken voelde, zowel door prof. Van Niftrik als door drs. Blei. Maar zijn kritiek ontlaadde zich intussen uitsluitend naar Van Niftrik. Hij herkende Van Niftrik niet meer. Deze schuift momenteel alles naar de eeuwigheid. Wij behoeven er kennelijk helemaal niets meer aan te doen. Ds. Brummelkamp besloot met de opmerking dat we weer op evenwichtige wijze zouden moeten gaan spreken, b.v. over de opstanding, zoals de catechismus daarover spreekt. Maar dan zouden de moderne theologen er ook in moeten passen.
Ds. S. Kooistra ging vervolgens in op de opmerking van dr. Van Andel over het ontbreken van het liturgische element in het Getuigenis. Het ging in het Getuigenis nu juist om dat liturgische, namelijk om het grote belang van de eredienst, die momenteel zozeer in discrediet is. Als het doorgaat zoals het nu gaat dan gaat de kerk op de fles. En wat de verkondiging betreft, het zit bij de mensen vast op hun verhouding tot God. Dat zal alle aandacht moeten hebben. De verkondiging dienaangaande mag niet ingeruild worden voor politieke prediking. Ds. C. Batenburg (Vriezenveen) knoopte daarbij aan en onderstreepte de bedoeling van het Getuigenis. De bedoeling ervan is in de gemeenten verstaan gezien de grote respons die erop gekomen is. Hij ging ook in op wat door drs. Blei gezegd was over God als onze bondgenoot. Wij zijn vijanden van God, aldus ds. Batenburg. Daarom gaat het om de schuldvergeving omwille van de Middelaar.
Na ds. Batenburg sprak ds . R. P. IJtsma. Hij illustreerde aan de hand van een voorbeeld hoe nodig het Getuigenis was. In een gesprek tussen predikanten over het pastoraat kwam de vraag naar voren waarover met ernstig zieken gesproken moest worden. In gemoede werd toen door enkelen opgemerkt dat je met ernstig zieken juist over de wereldproblemen moet spreken, omdat ze zelf eigenlijk helemaal aan het gebeuren in de wereld onttrokken zijn. Later merkte drs. Blei nog op dat hij zich voor kon stellen dat je inderdaad met ernstig zieken over b.v. Angola sprak. Er kunnen bepaalde situaties zijn waarin dat nodig is, al voegde hij er wel aan toe dat hij er zelf bij voorkeur niet over zou beginnen.
Tenslotte spraken nog ds. S. P. de Roos uit Rotterdam en prof. dr. A. J. Rasker, lid van de synodale commissie die de boodschap moet samenstellen. De eerste vond dat het Getuigenis te weinig bewogen was en teveel heilige dingen stelde naast de heilige God. De laatste meende dat we weer oog zouden moeten krijgen voor het Oude Testament, dat je niet moet lezen in het licht van het Nieuwe Testament, zoals Van Niftrik c.s. willen, maar dat je op zijn eigen mérites moet bekijken. We moeten de O.T.-profeten weer gaan verstaan en gaan zien hoe wij als Christenen in de wereld huis gehouden hebben.
Van belang is het verder nog één opmerking van de voorzitter, ds. Wiersma, aan het slot van de bespreking weer te geven. Hij stelde dat, als we in de kerk zouden gaan spreken over de verkiezing, het wel eens moeilijker zou kunnen zijn om onderlinge toenadering te krijgen dan velen denken. Want het maakt een levensgroot verschil of je over de verkiezing denkt in de zin van personen, die uitverkoren zijn — dan wordt de kerk een ark van Noach en ligt de wereld nog in het boze — of dat je gelooft in de praedestinatie van de Schepping, van de wereld, waarin dan de enkeling vanzelf begrepen is.
Enkele slotopmerkingen
Ik gaf in het bovenstaande een doorsnee van wat op de predikantenvergadering over het Getuigenis is gezegd. Puntsgewijs maak ik tenslotte nog enkele opmerkingen.
1. Het heeft me zeer bevreemd dat het dagblad Trouw boven het verslag over deze vergadering plaatste: 'Hoop op overbrugging van de tegenstellingen' en deze hoop baseerde op dat, wat gezegd werd en door prof. Bakhuizen van de Brink én door prof. Rasker. Prof. Bakhuizen liet het Getuigenis spreken. Prof. Rasker zei hetzelfde als wat hij op de synode zei en kwam op voor punten, die nu juist in het Getuigenis worden afgewezen. Zijn opmerking dat niemand in het huidige polarisatieproces op één van de polen zit maar altijd in het veld tussen de polen lijkt me een te smalle basis om te veronderstellen dat de tegenstellingen gemakkelijk te overbruggen zouden zijn.
2. Reëler lijkt me de opmerking van ds. Wiersma dat als we over de praedestinatie gaan praten de tegenstellingen wel eens veel dieper zouden kunnen zijn dan menigeen denkt. De optimistische visie van 'alles is verkoren', 'de wereld is verkoren' heeft al jarenlang de prediking uitgehold en voet gegeven aan de gedachte 'alles sal reg kom'. Waar maken we ons nog druk om? Geen persoonlijk gerichte prediking, geen oproep tot geloof en bekering. Waarom zou je de mensen nog aanspreken op hun verhouding tot God als alles toch in orde is? Het gaat nog uitsluitend om de dienst aan de wereld. Ik geloof dat hier de kern van de zaak ligt.
3. Eén ding was verder duidelijk, namelijk dat de emotionele felheid van de critici wat is weggeëbd. Of waren de echte opposanten niet op de vergadering? Er waren er tenslotte maar 140. Drs. K. Blei, die al direct na de verschijning van het Getuigenis zich kritisch heeft opgesteld, was op deze vergadering het felst, waarbij het overigens merkwaardiger wijze zo was dat hij aan het slot opmerkte nog niet zo onder de indruk te zijn geweest van de positieve punten van het Getuigenis als na het spreken van prof. Bakhuizen van den Brink.
Intussen kwam deze vergadering niet verder dan een serie monologen. Tot een echt gesprek kwam het niet. Daarvoor was de tijd te kort en het forum te eenzijdig samengesteld.
4. Verbaasd was ik over de opmerking van dr. Van Andel over het ontbreken van het liturgische element en het persoonlijk betrokken zijn in het belijden. Op geen enkele manier werd duidelijk wat hij daarmee bedoelde. Onwillekeurig denk je dan aan de synodale boodschap van bemoediging, waaraan dr. Van Andel ook meewerkte. Je zou op z'n minst verwachten dat daarin dan een aanzet voor dat liturgische en dat persoonlijk betrokkene in te vinden zou zijn. Daar heb ik het echter tevergeefs gezocht. Ik weet met die opmerking van dr. Van Andel over het persoonlijk betrokken zijn absoluut geen weg. Alsof het Getuigenis nu juist niet op dat persoonlijke van het geloof alle nadruk heeft laten vallen, en juist daarom allerwege kritiek ontving.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's