De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Een nieuwe uitgave van de Statenvertaling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe uitgave van de Statenvertaling

7 minuten leestijd

De redactie van 'De Waarheidsvriend' verzocht ons een nadere toelichting te geven over een nieuwe uitgave van de Statenvertaling. Sommige lezers hadden daar al meerdere malen naar gevraagd. Men wist niet hoe de zaken nu precies stonden, want telkens hoorde men dat er twee instanties naast elkaar bezig waren zulk een nieuwe uitgave te verzorgen. Regelmatig wordt men van de éne zijde ingelicht, maar van die andere instantie hoort men niet al te veel.

We kunnen alle begrip hebben voor dit verzoek en willen daarom gaarne proberen enkele inlichtingen te verstrekken, hoewel we er geen enkele behoefte aan hebben ons te begeven in twistgesprekken of een pennestrijd.

In ons land bestaat er tot op de dag van vandaag nog een betrekkelijk grote vraag naar de bijbel in de oude vertaling; de Statenvertaling dus.

De zogenoemde Nieuwe Vertaling heeft in de loop der jaren niet deze Statenvertaling opzij weten te drukken.

De Nieuwe Vertaling is in zijn tijd tot stand gekomen onder leiding van het Ned. Bijbel Genootschap (NBG).

Wij kennen allen dit NBG. Van de oprichting af heeft het NBG, als interkerkelijk orgaan, alleen maar de kerken willen dienen met bijbels, bijbelse lectuur en met allerlei vertaalwerk ten bate van de uitwendige- en inwendige zending.

Het NBG wil dus alleen maar hulp verlenen aan de kerken, en zo heeft het ook geholpen bij de Nieuwe Vertaling, toen de kerken daar om vroegen.

Maar dat NBG bleef evenzeer van dienst voor de kerken wanneer die de voorkeur gaven aan de Oude Vertaling. De Statenvertaling werd dan ook regelmatig en met grote zorg herdrukt; ook al was de Nieuwe Vertaling allang verschenen en bij velen geheel ingeburgerd. Zo verscheen er nog een herdruk van de Oude Vertaling in 1968 en aan deze uitgave werd lang tevoren al gewerkt; men was daar reeds lang mee bezig toen de Vereniging tot behoud van de Statenvertaling ontstond.

Het NBG gaat dus niet van de gedachte uit: We zullen nog een poosje Oude Vertaling leveren en dan moet maar iedereen aan de Nieuwe Vertaling gewend zijn, zodat we straks met de Oude Vertaling stoppen. Evenmin is het de bedoeling zolang met de Oude Vertaling door te gaan alleen maar totdat het herdrukken van deze uitgave niet meer rendabel zou zijn.

Niet het maken van winst staat voorop, maar het voldoen aan de vraag der kerken; ook al zou dit met verlies gepaard moeten gaan.

In die lijn wil het NBG diegenen, die de Statenvertaling willen behouden, zo goed mogelijk van dienst zijn (en blijven); en daarom belegde het NBG ruim drie jaar geleden, om precies te zijn op 15 april 1969, een vergadering in Rotterdam, waar genodigd werden predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten, de Chr. Geref. Kerken en van de Herv. Gereformeerden. Prof. Van Unnik zat de vergadering voor.

Daar werd gesteld dat men ten dienste van degenen die vast wilden houden aan de Statenvertaling, deze vertaling weer opnieuw wilde gaan uitgeven. Men wilde daarbij uitgaan van de uitgave van Ravensteyn uit 1657. Dat is namelijk de beste uitgave van de Statenvertaling.

Taalkundig moet er echter nog al wat veranderd worden, wil men een bijbel krijgen die vandaag voor gebruik gereed is. Niemand schrijft bijv. nu nog 'ick' i.p.v. 'ik', of gebruikt nog 'ende'. Verschillende woorden veranderden in de loop der eeuwen van betekenis of zijn vandaag geheel in onbruik geraakt en onbekend.

Deze dingen zijn zo overbekend dat we geen voorbeelden behoeven te noemen.

We waren verblijd dat het NBG aan bovenvermelde predikanten de opdracht gaf om, aan de hand van de Ravensteynuitgave van 1657, een Statenvertaling in gereedheid te brengen die in de genoemde kerken zou geaccepteerd worden.

Het NBG stelde daarbij, dat zonder meer gedrukt zou worden wat de genoemde commissie zou voorstellen. De opdracht die de commissie meekreeg was deze: U moet zo tewerk gaan dat de komende uitgave aanvaard zal worden door die mensen die door de commissie vertegenwoordigd worden.

Het eerste werk zou gedaan worden door koppels van twee predikanten, en het NBG zorgde er voor dat elke koppel de Ravensteyn-uitgave van 1657 tot zijn beschikking had voor dat gedeelte dat een bepaald tweetal voor zijn rekening had genomen.

Verder nam het NBG de kosten, die dit alles met zich mee zou brengen, voor zijn rekening. In alle oprechtheid meenden we dat de Vereniging tot behoud van de Statenvertaling hiermede toch wel tevreden zou zijn. Dit was echter niet het geval.

De kranten meldden dat genoemde Vereniging de naam aannam van Gereformeerde Bijbel Stichting (GBS), en dat zij officieel brak met het NBG.

Als reden voerde men aan dat het NBG medewerking zou verlenen aan een oecumenische vertaling voor Rooms en Protestant. Uiteraard werd dat door ons niet begeerd, hoewel men er kwalijk bezwaar tegen kan maken als in Roomse kringen Gods Woord (hoe dan ook) gaat komen. Daarnaast leven er bij ons natuurlijk ook bezwaren tegen verschillende activiteiten en uitgaven van het NBG. Ook in de kring van het NBG zelf bleken allerlei dingen verschil van inzicht op te roepen.

Onder degenen die meewerkten in onze commissie waren een zestal Herv. Geref. predikanten. Daar behoorde ook ds. L. Vroegindeweij bij, die ons door de dood ontviel. Verder een drietal predikanten uit de Chr. Geref. Kerk en een zestal uit de Geref. Gemeenten.

Van deze laatsten werken allen, op één na, nog steeds ijverig mee; alsook enkele leraren M.O. Nederlands en enkele theologische studenten; allen uit de Geref. Gemeenten, uitgezonderd één, die Herv. Gereformeerd is.

In de loop van de tijd is er één en andermaal contact geweest met de GBS, met het Verzoek samen te doen. Hun eis was: Breken met het NBG.

Het GBS wilde in zee met Jongbloed, een Geref. uitgever in Leeuwarden, die overigens ook zelf altijd voor het NBG drukte en evenzeer de Nieuwe Vertaling placht uit te geven. Ook wij hebben dus onze bezwaren tegen bepaalde activiteiten van het NBG, maar daar staat tegenover dat het NBG ook voor ons kerkvolk de bijbels trouw verzorgt. Zij geven die met een buitengewone nauwgezetheid uit, daar het correctie-apparaat van het NBG zeldzaam nauwgezet werkt. De arbeid die voor alle zendingsgebieden verricht werd, is onmisbaar. Ook in deze tijd wordt nog steeds de bijbel getrouw en volijverig gebracht in landen waar de bijbel een verboden of ongewenst boek is.

Wie hiervan op de hoogte komt, krijgt voor dit grote stille werk toch alle respect. Intussen zijn nu de genoemde theologen, Hebraïci, Graeci en Neerlandici drie jaar aan het werk. Er is geen sprake van dat wij een aangepaste Statenvertaling zouden beogen. We houden ons aan de tekst van de Ravensteyn-uitgave en doen geen pogingen om anders of beter te vertalen. Alleen in het Nederlands brengen we wijzigingen aan indien dit zonder meer nodig is om voor de nu-levende mens tot een taalkundig verstaanbare tekst te komen.

Volledigheidshalve willen we één grote verandering noemen die we aan zullen brengen. De Statenvertalers kregen in hun tijd de opdracht ook de aprocriefe boeken opnieuw te vertalen, en de uitgevers moesten die aan hun bijbeluitgave toevoegen. Daarom vinden we ze ook terug in Ravensteyn van 1657 en in de uitgaven van de gebr. Keur uit 1710. Wij laten die apocriefe boeken weg uit de Statenvertaling, zoals dat al lange tijd de gewoonte is.

Zoals gezegd, steekt het NBG heel wat geld in deze uitgave van de Statenvertaling. Straks zal het NBG er ook voor zorgen dat deze bijbel voor zo laag mogelijke prijs onder het volk gebracht wordt; en dat betekent dat het NBG, zakelijk gezien, er op toe zal gaan leggen. Als boekwerk zal deze bijbel meer kosten dan de prijs die er door de mensen voor betaald moet worden. Het NBG heeft dit altijd zo gedaan en zal het ook in dit geval weer zo doen.

Vervolgens stelt het NBG het op hoge prijs dat onzerzijds steeds weer pogingen gedaan worden om met de GBS tot de uitgave van één Statenvertaling te komen. Ook wij zouden natuurlijk niets liever willen.

Overigens blijven we wel op ons stuk staan, dat we namelijk graag ons willen laten dienen door de in ons land uit versfchillende kerken gegroeide vereniging (het NBG), tot het drukken en uitgeven van de bijbel.

W. L. Tukker

J. V. d. Heuvel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Een nieuwe uitgave van de Statenvertaling

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's