Boekbespreking

Dagelijks Brood voor 't Hart; Uitgave Drukkerij Zuijderduijn, Woerden; 392 pagina's, ƒ 18, 75.

Bij drukkerij Zuijderduijn verscheen opnieuw een goed uitgevoerd bijbels dagboek met de passende titel 'Dagelijks brood voor 't hart'. Twaalf Hervormd Gereformeerde predikanten namen elk een maand voor hun rekening. Het zijn de predikanten Jac. Vermaas, C. A. Korevaar, J. v. d. Velden, W. Chr. Hovius, K. Exalto, G. Biesbroek, C. den Boer, E. F. Vergunst, H. G. Abma, C. v. d. Wal, J. J. Timmer en Iz. Kok.

Voor elke dag wordt een schriftgedeelte ter lezing opgegeven en over een tekst uit het opgegeven gedeelte wordt een korte meditatie gegeven Soms ook wordt over een tekst uit een ander gedeelte gemediteerd, maar dan is er wel duidelijk verband met het gelezene. Origineel is dat onder elke meditatie een Psalm wordt opgegeven om te zingen. Ik neem overigens aan dat achter het feit dat dit in de maanden maart en april niet gebeurt niet meer steekt dan een onzorgvuldigheid bij de samenstelling.

Zo zijn er nog enkele dingen, die bij een eventuele tweede druk hersteld zouden kunnen worden, bijvoorbeeld dat in sommige maanden de opgegeven bijbelgedeelten onderaan de pagina staan en in andere maanden bovenaan.

Inmiddels zal dit dagboek z'n weg wel vinden. Een dagboek is altijd een welkome leidraad bij de dagelijkse Schriftlezing, èn vanwege de bijbelrooster die er tegelijk mee geboden wordt èn vanwege de uitleg, die verhelderend werkt en de dingen in hun bijbelse verbanden zet. We zijn de uitgever dankbaar dat hij opnieuw een dagboek uit de kring van de Hervormd Gereformeerden op de markt heeft gebracht. Aanbevolen!

Hans Bouma: God wonend bij de mensen; Uitgave J. H. Kok N.V., Kampen, 96 pagina's; ƒ6, 90.

In dit boek geeft de predikant-dichter Bouma een aantal 'eigentijdse belijdenissen, liederen, gebeden, liturgieën en notities'. In een uitzonderlijk mooie en inhoudrijke taal geeft de schrijver iets weer van de grote daden van God. Uit de slotbijdrage waarin de schrijver een aantal notities geeft aangaande de eredienst blijkt hoezeer de schrijver overtuigd is van het geheel eigene van de verkondiging. Hij zegt: 'de voorganger komt van de overkant. Hij is een andere, een boodschapper. Hij staat in dienst, hij is ondergeschikt aan het verhaal dat in geen mensenhart opgekomen zou zijn. De voorganger is een horige. Hij heeft maar te gehoorzamen, te zeggen wat hem in de mond wordt gelegd. Hij zal altijd, ook, juist in eigen huis, zelfs ten overstaan van het meest toegewijde gehoor een vreemdeling blijven.’

Anderzijds rijst wel de vraag wat de bedoeling is van de diverse liturgieën bij doop, belijdenis, avondmaal e.d. Zullen deze moeten gaan functioneren in de erediensten en zal op deze wijze het individualisme nog meer worden bevorderd? De nadruk die gelegd wordt op nieuwe vormen en experimenten doet het wel vermoeden. Al te veel doet ieder in onze tijd al wat goed is in eigen ogen. Maar liturgieën e.d. zullen kerkelijk geijkt moeten worden om elke vorm van subjectivisme en eenzijdigheid in accenten te voorkomen. En dan moet gezegd dat de oude liturgieën en kerkelijke gebeden bepaalde dimensies en diepten hebben die in deze bundel niet aanwezig zijn, temeer daar de dichterlijke opzet van de bundel een geheel eigen cachet eraan geeft.

v. d. G.

H. Frey, Die Krise der Theologie, Theologischer Verlag Rolf Brockhaus, Wuppertal, 88 S., 1971.

In dit boekje zijn zes voordrachten gepubliceerd van de bekende oud-testamentikus Hellmuth Frey, van wie wij de bekende kommentaren bezitten in de serie Die Botschaft des Alten Testaments. In dit boekje spoort de schrijver de diepste oorzaken op, waardoor de krisis in de huidige theologie is ontstaan. Aan de hand van de verschillende methodes, die in deze eeuw het schriftonderzoek hebben beheerst, toont hij aan, hoezeer het criterium voortdurend gelegd is in het immonanente critische denken van de mens. En omdat de Schrift als Woordopenbaring van God van een geheel andere categorie is, kon het niet uitblijven, dat al deze methodes tot mislukken gedoemd waren. Daartegenover komt Frey op voor wat hij noemt een pneumatologische uitlegging, waarin de eigenaard van de Schrift wordt gerespecteerd. Alleen zo kan men het geheimenis verstaan, en komt men tot de rechte Schriftkennis.

Het boekje is in grote bewogenheid geschreven. Frey erkent, dat de theologie schuldig staat. Dat het nodig is om die schuld te belijden en dat er een radicale bekering, zowel persoonlijk als theologisch, noodzakelijk is. Een bekering, die door dezelfde Geest wordt geschonken, die ons ook toegang verschaft tot het verstaan der Schriften.

Ik heb veel aan dit boekje gehad. Het heeft voor mij vertolkt, wat reeds lang bij mij leefde: het verlangen naar een duidelijke pneumatologische hermeneutiek. Hier wordt een vruchtbare aanzet daarvoor gegeven.

C. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen