De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Getuigenis en Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Getuigenis en Heilige Geest

Getuigende kerk

10 minuten leestijd

Er is één aspect, dat in verband met het Getuigenis tenslotte nog speciaal onze aandacht moet hebben. Dat is het werk van de Heilige Geest. Geen kerk kan getuigende kerk zijn zonder de Heilige Geest en niemand kan persoonlijk getuige zijn zonder de Heilige Geest. Dat leert Pinksteren ons duidelijk. Niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn dan door de Heilige Geest. De Heidelberger Catechismus zegt dat de Heilige Geest samen met de Vader en de Zoon eeuwig God is maar ook mij gegeven is. Dat is een strict persoonlijke zaak.

Het Getuigenis komt voor dat persoonlijke sterk op. Gezegd wordt: Het is de Heilige Geest, die door middel van de prediking langs de weg van wedergeboorte, geloof en bekering de verzoening in het mensenleven tot levende werkelijkheid maakt. Aan het slot wordt gezegd dat het christelijk geloof in de eerste plaats een persoonlijke zaak is van wedergeboorte, geloof en bekering, zoals ook de zonde allereerst een persoonlijke aangelegenheid is en pas daarna een collectieve. Tegen deze passages en tegen deze teneur van het Getuigenis is de hele meute van theologen te hoop gelopen, evenals tegen die passage waarin gezegd wordt dat de kerk weer zal moeten worden een ark van Noach, die redding en veiligheid biedt als de golven van het oordeel Gods over de wereld gaan. Waarom deze scherpe en vijandige oppositie? Ik meen dat daaruit nu juist duidelijk geworden is hoezeer het Getuigenis nodig was. Want juist deze elementen ontbreken vaak in de prediking. Had ieder geroepen dat het Getuigenis een prachtige zaak was, het zou mijns inziens een mislukt stuk zijn geweest. Het is geboren uit de nood van de omstandigheden, waarin voor een persoonlijk gerichte prediking steeds minder plaats is. Gegeven deze omstandigheden moest het Getuigenis verzet oproepen. Het zou een vreemde zaak zijn geweest als het niet was gebeurd. Het is inmiddels echter wel ook een vreemde zaak dat velen zo aanschoppen tegen het persoonlijke en tegen dat beeld van de ark, die veiligheid biedt. De Schrift is vol van dat persoonlijke: Wij getuigen wat wij gezien hebben. Wat is christenzijn anders dan persoonlijk geworpen zijn op het werk van een ander, Jezus Christus en Die gekruist. Als dat persoonlijke er niet is dan is er ook geen getuigenis. En dan die ark, de kerk mag en moet wijzen op de enige grond, op het enige fundament dat gelegd is, op de rots van behoud. Niet de kerk zelf als instituut is een schuilplaats, een ark die in zichzelf veiligheid biedt, maar Christus is die ark en daar mag en moet de kerk in de verkondiging heenwijzen om zo redding te bieden in die Andere. Christus kent zijn schapen bij name. Dat is een persoonlijke aangelegenheid. Zo heeft de prediking diepte en warmte, spreekt zij aan en geeft zij de mensen brood in plaats van stenen. Ik ontmoette op een van de avonden over het Getuigenis iemand, die als buitenkerkelijke zocht naar vastheid en zekerheid in zijn leven, in verband met zijn eigen levensbestemming en de opvoeding van zijn gezin. Hij had in het Getuigenis de weg gewezen gezien en gezien dat er een vastheid en zekerheid was buiten hemzelf. Een beter getuigenis kan m.i. niet gegeven worden. Daar gaat het om, om de vastheid en zekerheid buiten onszelf. Als dan twee studentendominees tegen het Getuigenis fulmineren en zeggen: als wij in de kerk maar veilig zijn dan kan de rest zeker wel naar de verdoemenis lopen? , dan blijkt hieruit een grondig misverstaan en een grondige vertekening van het Getuigenis. Want het gaat er juist om dat wij behouden moeten worden van de toorn van God, van de verdoemenis. Maar dat kan alleen door het werk van Christus dat als enige grond van ons behoud in de wereld moet worden uitgezegd. Daarin alléén ligt ook voor de wereld behoud.

Een bevindelijke zaak

Dat persoonlijke van het getuige zijn heeft intussen ook een andere kant. Getuige zijn is een door en door bevindelijke zaak. Het gaat niet om een stuk rechtzinnigheid zonder meer, ook niet om een rechtzinnigheid, waarin gezegd wordt dat het een persoonlijke zaak is zonder dat het verder komt dan deze op zich juiste constatering. In Joh. 3:11 schaart Christus zich in de rij van de profeten en zegt: Wij spreken wat wij weten en wij getuigen wat wij gezien hebben. En Calvijn tekent daarbij aan: God immers zendt geen mannen, die over onbekende of twijfelachtige dingen praten, maar Hij vormt ze in Zijn school, opdat zij anderen leren, wat zij eerst zélf geleerd hebben.' Getuige zijn is rekenschap geven van de hoop die in ons is, dat is een levende zaak. Vandaar de oproep in het Getuigenis om op te staan tot de vreugde van het belijden. Wie een Getuigenis opstelt, adhesie ermee betuigt, wie elke zondag preekt of wie als ambtsdrager op pad gaat krijgt dat persoonlijke als het goed is naar zich toe. Het gaat bij het getuigen allereerst ook om het testimonium spiritus Sancti, het getuigenis van de Heilige Geest in de harten.

Eenparig

Intussen gaat het ook om het Getuigenis van de kerk in haar geheel naar buiten en naar binnen. Ook dat is werk van de Heilige Geest. Zo'n getuigenis zal een eenparig getuigenis moeten zijn. Nu zijn er de laafste maanden dingen losgemaakt die zeker de opstellers niet voor mogelijk hadden gehouden. Er zijn verbindingen gelegd, er is sprake geweest van een herkennen en erkennen van elkaar door allerlei grenzen van kerken en groeperingen heen. Dat was al het geval bij de opstelling van het Getuigenis. Daar was van meet af aan een wederzijds herkennen in de zorg om het belijden, de religie van het belijden, al kwamen de opstellers uit verschillende achtergronden. Het opstellen van het Getuigenis was ook geen zaak van geven en nemen, zo in de trant van een zinnetje eraf om de één tevreden te stellen en een zin erbij om de ander ook aan zijn trekken te laten komen. Er was vanaf het begin grote eenparigheid. Dat was ook zo bij de eerste dertien die direct na het opstellen spontaan hun adhesie hebben betuigd uit onze kring en de Confessionele Vereniging en personen als dr. De Ru e.a. En dan was het een uitermate verheugende zaak dat het Getuigenis naar zijn inhoud een zo brede respons uit allerlei kerken en kerkelijke groeperingen gekregen heeft. Elk van de opstellers is de laatste maanden op tientallen bijeenkomsten geweest waar het getuigenis aan de orde kwam. Zulke avonden waren vaak interkerkelijk van opzet, of ze werden georganiseerd door een niet-Hervormde kring. En ook uit de vele brieven is gebleken hoe het Getuigenis kerkelijke grenzen doorbroken heeft. Er waren vaak ontroerende reacties. Direct na het verschijnen van het Getuigenis belde iemand, die niet tot de Hervormde kerk behoorde, op, om te zeggen dit als een verhoring te zien op gebed, waarin intens de nood van de kerk aan God was opgedragen. Er is de laatste maanden iets doorgebroken van een elkaar vinden rondom het hart van het belijden. Ik ervaar dat als een geschenk van de Heilige Geest.

We zullen dat in toenemende mate nodig hebben. Er is in de kerken een gemeenschappelijke nood, die ook een gemeenschappelijke schuld is, namelijk een saecularisatie van het evangelie, hetzij in theologisch opzicht en derhalve in de prediking, hetzij ook in de practijk van het gemeenteleven. In deze gemeenschappelijke nood kunnen we elkaar niet missen maar er zullen verbindingen gelegd moeten worden tussen allen die uit hetzelfde belijden willen leven. We kunnen ons allerlei splinterkwesties niet meer permitteren, die het getuigenis van de kerk niet ten goede komen. Daarvoor zijn de ontwikkelingen te ernstig. We zullen weer iets moeten hebben van de breed gereformeerde gezindheid, die door verschillen weet heen 'te zien. Calvijn heeft de Augsburgse Confessie mede ondertekend, ondanks zeer wezenlijke verschillen tussen hem en de Lutheranen. En op de Dordtse synode waren, zo wordt beweerd, wel twaalf stromingen, die elkaar desalniettemin aanvaardden en samen kerk waren. Maar dan gaat het wel om het werkelijk één zijn in de religie. Ten aanzien van de religie vallen er namelijk in onze tijd wezenlijke scheidslijnen. Er zijn er die het openlijk zeggen, ik heb dat meegemaakt, geen tijd te hebben voor vragen van persoonlijk geloof, het gaat om de omvorming van de maatschappij, nationaal en internationaal. Of die zeggen dat ze de Hebreeën brief wel kunnen missen, waarin het gaat over Christus de Hogepriester, de middelaar van het nieuwe Verbond. Men baseert zich dan nog op een zeer bepaalde interpretatie van het Oude Testament. Maar de religie is eruit. Hier vallen in onze tijd beslissingen. Maar als de kerk de religie kwijt is dan is ze geen kerk meer. En daarom, het kerk zijn staat op het spel. Nu hangt het voortbestaan van de kerk gelukkig niet van ons mensen af, maar de kerk bestaat wel uit mensen en samen bepalen die wel het gezicht van de kerk, ook naar buiten toe. Het is zeer te hopen dat wat door het Getuigenis is losgemaakt ten aanzien van een elkaar herkennen rondom het hart van de religie wezenlijk is geweest en dat er in de toekomst een gezamenlijke strijd mag zijn tegen de machten die de kerk in onze tijd belagen van binnen uit en van buitenaf. De gescheurdheid in de gereformeerde gezindte is namelijk een aanklacht, een anti-getuigenis.

Beroep op de Heilige Geest

Nog één punt tenslotte. Men beroept er zich vaak op dat de Heilige Geest de kerk leidt. Daarmee worden allerlei concrete beslissingen of ook bepaalde ontwikkelingen in kerk en theologie gedekt of die nu naar het Woord zijn of niet. Maar de Heilige Geest heeft zich gebonden aan het Woord. Ik volsta met hier een prachtig citaat van Calvijn te geven bij Joh. 15 : 26 en 27 omdat daar op evenwichtige wijze de verhouding van Woord en Geest aan de orde komt. Er staat daar: 'Wanneer de trooster zal gekomen zijn, die zal van Mij getuigen! En gij zult ook getuigen'. Calvijn zegt dan: Christus wil zeggen, dat het getuigenis des geestes niet van dien aard zal zijn, dat de Apostelen het alleen voor zich zouden houden, en er alleen van genieten zouden, maar dat het door hen zich in wijder kring zou verbreiden, want zij zouden werktuigen des Geestes zijn, gelijk Hij dan ook door hun mond gesproken heeft. Wij zien nu hoe het geloof is uit het gehoor, en toch zijn vastigheid heeft door het zegel en onderpand des Geestes. Zij, die niet genoeg de duisterheid van het menselijk verstand kennen, menen, dat het geloof op natuurlijke wijze alléén door de prediking verkegen wordt. Maar daartegenover verachten vele geestdrijvers de uiterlijke prediking, terwijl zij hoog opgeven van verborgen openbaringen en zielsverrichtingen. Maar wij zien, dat Christus die twee samenvoegt. Ofschoon er dus geen geloof is, zolang de Geest Gods ons verstand en hart niet verzegelt, moeten wij toch geen gezichten of stemmen uit de wolken begeren, maar het Woord, dat nabij ons is, in onze mond en in ons hart, moet al onze zinnen aan zich gebonden en op zich gericht houden (Deut. 30 : 14; Rom. 10 : 8), gelijk ook Jesaja zo schoon zegt (59 : 21): Dit is mijn Verbond, zegt de Here, mijn Geest, dien ik op u gelegd heb, en mijn woorden, die Ik in Uw mond gelegd heb, zullen niet ophouden enz. De woorden 'gij zijt van de beginne' zijn er hierom bijgevoegd, opdat wij weten zouden, dat de Apostelen meer geloof verdienen, omdat zij ooggetuigen geweest zijn van hetgeen zij verkondigen, gelijk Johannes zegt (1 Joh. 1:1): Hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben, hetgeen onze handen getast hebben. Want zodoende heeft de Here voor ons op alle manier willen zorg dragen, dat ons niets zou ontbreken tot een vaste erkenning van het Evangelie.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Getuigenis en Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's