Niet zonder de kerk!
In dit nummer treffen de lezers een artikel aan, dat ds. H. J. Hegger ter plaatsing inzond in verband met enkele opmerkingen, die ik in artikelen in ons blad gemaakt heb over de opwekkingssamenkomsten van de Stichting Evangelisch Ontwaken te Arnhem.
Aangezien ik over deze kwestie meerdere brieven ontving wil ik er ter verduidelijking nog één en ander over zeggen, waarbij ik in dit kader niet inga op opmerkingen die zijn gemaakt over het chiliasme, waarover ik in een apart artikel heb geschreven.
Er mag geen misverstand over bestaan dat ik elk geestelijk appèl in ons volksleven met vreugde begroet. We hebben ten zeerste nodig een geestelijk ontwaken, een opwekking uit en door de Heilige Geest, zodat de kerk verlevendigd wordt en zó ook een getuigenis gaat doorbreken naar buiten, naar degenen die buiten zijn en ten dode wankelen. Daarvoor moet er gebed zijn. Daarvoor mag en moet gewerkt worden, aangezien de Heere altijd nog langs middelijke weg, door tussenkomst van mensen werkt aan de uitbreiding van zijn Koninkrijk.
Is de Kerk dood?
Intussen moeten we échter wel bedenken dat er ondanks de afval, die zeer groot is, ondanks de geestelijke verdorring en verschraling, die niet ernstig genoeg genomen kan worden, nog vele dingen gebeuren, die wijzen op het werk van de Heilige Geest in de kerken. Ik heb er al eens eerder op gewezen dat het geen geringe zaak is dat de duizenden, die zondag aan zondag nog trouw onder de bediening van het woord komen, er een eeuw geleden nog niet waren. Hier hebben we te maken met het kerkvergaderende werk van de Heilige Geest, dat in onze tijd ook massaal is, getuige de duizenden die zich ook nu nog door het Woord willen laten gezeggen en in wiens leven zichtbaar is dat ze bij het Woord leven en daarnaar hun hele leven willen inrichten. Dat is niet gering. Het is daarbij waarlijk niet alles Israël wat Israël heet, maar er zijn er Goddank nog velen die weten van het werk van de Heilige Geest in hun leven, van het opzoekende werk van Christus. Onder de prediking mag er nog zijn de zegen van het Woord, dat mensen in de ruimte zet. Van daaruit is er de gemeenschap rondom het avondmaal. Wie als ouderling de gemeente intrekt mag het op de huisbezoeken nog merken dat God door Zijn Geest in de harten werken wil, verstokte zondaars, notoire zondaars bekeert, aangevochtenen en twijfelmoedigen ruimte schept, jongeren er bij trekt en ouderen niet overslaat. Hoevelen zijn er niet die na een 'welgetroost leven' zalig mogen sterven? Het zou een miskenning zijn van het werk van de Heilige Geest als we over de kerk in onze dagen alleen maar schouderoplend spreken, alsof er niets meer gebeurt en het er alles dood is. Gods werk gaat door, en het tellen van de zegeningen onder de wekelijkse verkondiging van het Woord zou onbegonnen werk zijn. Dit alles moet ik wel eerst zeggen tegenover diegenen die steeds maar zeggen dat het in de kerk zo dood is en daartegenover wijzen op wat er dan toch allemaal maar in bepaalde opwekkingsbewegingen gebeurt.
Toch geestelijke nood
Inmiddels kunnen we helaas niet zeggen dat het geestelijk leven in de kerk in zijn totaliteit zo hoog gestemd is. Er is vaak weinig doorbraak van het geestelijke leven. Bij velen in de gemeente kwam het zelfs niet tot een ommekeer, een radicale levensvernieuwing. Vaak is er de onverschilligheid of ook de dode rechtzinnigheid, die beide gemeen hebben het ontbreken van echt geestelijk leven. Op vele plaatsen is de prediking niet naar de Schriften, zodat elementaire stukken van de leer des heils ontbreken en de mensen met een kluitje in het riet worden gestuurd of stenen krijgen voorgezet in plaats van brood. Soms ook is de prediking wel uiterst rechtzinnig, maar elke bewogenheid, elke geestelijke aandrang ontbreekt en de prediking volstaat met bij voorbeeld het beschrijven van een bepaalde weg, die men gaan moet alvorens men geestelijk leven kent zonder dat daarbij Christus met alle schatten die in Hem liggen gepredikt wordt. Er is ook een prediking die volstaat met het eindeloos opsommen van wat er allemaal in een mensenleven gebeurd kan zijn zonder dat het 'echt zaligmakend werk' is. Dan is het ook alles de dood in de pot en gaat de vrees overheersen dat er teveel mensen komen, die ten avondmaal gaan, dat er teveel bekeerden komen, die het — zo wordt het dan gezegd — allemaal maar gestolen hebben. Waar worden in de prediking echter de zielen in alle scherpte gedaagd voor het gericht, maar dan zo dat tevens de beloften, die er in Christus voor verslagenen zijn, voluit en onvoorwaardelijk worden uitgezegd? Wat is er soms een bekrompenheid om het kruis van Christus, voor ieder zichtbaar, hoog op te richten in de prediking. Wat is er soms ook een prediking, die meer gericht is op wat de mensen er wel van zullen zeggen, dan dat deze gedragen wordt door datgene wat het Woord zegt en eist. Wat moet dan het geestelijk leven wel verschralen en verdorren. En dan, wat is er vaak in de gemeenten de liefdeloosheid. Wat kan de prediking gekraakt worden, wat kan ook hier het werk van God worden aangetast! Wat wordt er vaak geoordeeld over de predikanten! Wanneer echter de liefde ontbreekt, ontbreekt alles. We hebben het ons met name in de pereformeerde Gezindte wel aan te trekken dat alleen waar liefde woont God Zijn zegen geven wil. Daarom, wanneer we dit alles overwegen dan is er alle reden om te bidden om een verlevendiging door de Heilige Geest, niet bij anderen, maar in de Kerk, dus ook, en niet in de laatste plaats, bij ons.
Alleen vanuit de Kerken?
Ik ben er dus tenvolle van overtuigd dat we een verlevendiging van de kerken nodig hebben. Alles wat daarop gericht is verdient onze voorbede en onze steun. Waarom dan toch mijn kritische opmerkingen over de Stichting Evangelisch Ontwaken? Omdat ik in onze tijd, uit reactie tegen de doodsheid en de kilheid in de kerken, een tendens zie om het buiten de kerk te gaan zoeken in allerlei groepen en bewegingen, die — dat zeg ik met nadruk — volledig ernst maken met de persoonlijke levensvernieuwing door de Heilige Geest, maar vele bijbelse gegevenheden missen, waardoor men toch het levensgrote gevaar loopt om in een eenzijdig spoor en in vele gevallen ook een onbijbels spoor te komen. Wanneer we een geestelijke opwekking mogen beleven, dan zal dit niet alleen het persoonlijke leven raken maar het leven van de gehele gemeente, als de openbaring van het lichaam van Christus. Dan zal er ook sprake zijn van het weer voluit functioneren van de ambten en van de sacramenten. Deze bijbelse gegevenheden kimnen we niet missen. De kerk heeft ook structuren. De kerk heeft verder ook een confessie, die we zien mogen als een werk van de Heilige Geest in het verleden. Die confessie vervangt de Schrift niet, maar geeft wel weer wat de Kerk onder het licht van de Heilige Geest als centrale gegevenheden vanuit de Schrift heeft verstaan. In deze Confessie is de veelzijdigheid van de Schriften vertolkt. Wanneer die confessie voluit aan bod komt voorkomen we het gevaar van eenzijdigheden. Maar dan moet gezegd worden dat vele buitenkerkelijke bewegingen voor ambt, sacrament en confessie geen enkele, of slechts geringe belangstelling hebben. Daar ligt mijn zorg. Want zo versmallen we de zaak tot het strict persoonlijke, terwijl het gemeentelijke, het kerkelijke aspect buiten het blikveld ligt. Het verheugt me dat ds. Hegger deze bezorgdheid deelt. Dat bleek ook uit een persoonlijk onderhoud dat ik met hem had. Ik kan mij dan ook vinden in de punten, die ds. Hegger aanstipt. Ik weet dat bij hem het ambt, de sacramenten, de confessie bepaald niet van ondergeschikte betekenis zijn, en dat bij hem het zicht op de kerk er bepaald wel is. Maar hij zal met mij onderkennen dat er ook een stroming is, met alle goede geestelijke bedoelingen, die hiervoor geen oog heeft.
Uit brieven, die ik ontving, blijkt ook soms een sterke relativering van de confessie. Dat is allemaal maar mensenwerk, zo wordt dan gezegd. Het gaat om de Bijbel! Welnu, dat laatste beaam ik graag. Maar wie is vrij van eenzijdigheden? Wie leest de Schrift zo onbevangen, dat hij zeggen kan alle elementen volledig tot hun recht te laten komen? De confessies zijn een neerslag van het geloof van de kerk van de eeuwen. Zó heeft de kerk ons nu de leer des heils doorgeven. In de kerk is zo de schat van de eeuwen bewaard. Dat kan en mag niet zomaar terzijde geschoven worden. Ik wil bepaald niet beweren dat de Stichting Evangelisch Ontwaken dit wil. Integendeel, ds. Hegger wijst met nadruk ook op de confessie. En als hij er dan op attendeert dat de belijdenis in de kerken soms nauwelijks meer functioneert, dan zeg ik mèt hem dat dit een ernstige zaak is, maar dan zeg ik tevens dat de breuk dan ook daar moet worden hersteld waar hij gemaakt is. Dat is wat ik bedoelde met de opmerking in een vorig artikel 'we moeten het toch maar niet buiten de kerk om gaan proberen'. Het lidmaatschap van de Hervormde Kerk van de Wereldraad en van de Raad van Kerken — waarop ds. Hegger wijst — doet niets af van het feit dat deze kerk een belijdenis heeft waarnaar zij te leven en te handelen heeft. Vanuit de trouw aan dat belijden, dienen we binnen die kerk te getuigen tegen het niet functioneren ervan, het openlijk aan tasten ervan of het in strijd leven met die belijdenis. Vanuit de roeping, die de kerk heeft om trouw te zijn aan haar belijden, aan de Schrift, komen de vragen dan misschien op mij wat anders af dan op ds. Hegger. Als ds. Hegger zegt het moeilijk gehad te hebben met de vraag: Kan ik nog wel lid blijven van een kerk, die ontrouw is aan haar belijden, dan wil ik daarnaast stellen de vraag: kan ik wel weggaan uit een kerk die in haar ontrouw aan haar eigen belijden haar eigen schapen in de steek laat? De breuk moet worden hersteld waar deze is gemaakt. Zo is er ook een solidariteit in de nood van de kerk en in de gemaakte schuld. Nu ben ik bang dat er mensen zijn die te gemakkelijk vluchten in de buitenkerkelijke groep en zich zó ontrekken aan een stuk schuld en verantwoordelijkheid.
Zondag 33 van de H.C.
Ik hoop intussen van harte dat het appèl van de Stichting Evangelisch Ontwaken vruchten mag afwerpen. Ik heb ook gehoord dat dit zo is. Daarvoor heb ik eerbied. Ik verheug me er ook over dat ds. Hegger in dit verband wijst op zondag 33 van de Heidelbergse Catechismus, waarin het gaat over de waarachtige bekering, die bestaat uit de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. In die afsterving zit iets van het geleidelijke, van het 'hoe langer hoe meer haten en vlieden van de zonde'. Dat betekent dat we in één dag geen volwassenen zijn in het geloof. Er is een verdieping in de kennis van de zonde en een verdieping in de kennis van het werk van Christus. Dat betekent dat we niet van de ene dag op de andere 'blijde christenen' zijn, die alle problemen te boven zijn.
Daarbij zullen wij mensen intussen niet uitmaken waar de bekering echt is en waar niet. Waar God werkt hebben we eerbiedig te zwijgen, ook als dat gebeurt in opwekkingssamenkomsten, waar beslissingen met handopsteken en dergelijke genomen worden. Maar wel is de vraag op zijn plaats of in het verdere leven de waarachtige bekering waarover zondag 33 spreekt aan het licht komt. Want belangrijker dan opwellingen in een ogenblik en onstuimige gemoedsgesteldheid is het leven van de bekering, waarin sprake is van groei in de kennis van Christus.
En verder moeten we er op blijven wijzen dat de kerk meer is dan het individuele leven van de gelovigen. En de kerk, óók als instituut is altijd nog één van de momenten van het belijden. Daarom vind ik het verheugend van ds. Hegger te vernemen dat de Stichting Evangelische Ontwaken op de kerk aanwerkt. Het verhaal, dat ds. Hegger vertelt over de ouderling, die met zijn predikant ging praten, nadat hij op zo'n appèlavond ontdekt had dat hij altijd fout tegenover die predikant had gestaan, kwam in dit verband ook positief bij mij over. Ik hoop dat dit op de kerk betrokken zijn ook zó over komen mag bij diegenen die de appèlavonden bezoeken. Omdat mij al één en ander maal duidelijk is geworden dat allerlei kerkelijke mensen er naar toe gaan omdat ze het in de kerken niet of nauwelijks meer vinden, heb ik aanleiding in dit opzicht mijn kritische vragen te hebben. Maar als God werkt zal niemand het keren. Waar afzonderlijke gelovigen als getuigen bezig zijn daar mogen we bidden en verwachten dat God Zijn zegen geven zal.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's