Opwekking uitsluitend vanuit de kerken?
Reeds twee keer heeft ir. Van der Graaf zijn bezorgdheid uitgedrukt over de stichting Evangelisch Ontwaken. Hij schrijft: 'We moeten het toch maar niet buiten de Kerk om gaan proberen'.
Ik kan die bezorgdheid tot op zekere hoogte delen. Dat is bv. ook mijn grote bezwaar tegen de Jesus-people. Zij willen wel Christus aanvaarden als persoonlijke Zaligmaker, maar niet als hoofd van de Gemeente.
En toch kan ik niet helemaal meegaan met ir. v. d. Graaf. Ik vraag mij af, of we met bovengenoemde stelling van ir. v. d. G. wel voldoende recht laten wedervaren aan de vrijmacht van de Geest. Staat dat wel duidelijk in de Bijbel dat de Heilige Geest alleen maar werkt vanuit het kerkinstituut? Als dat niet onomstotelijk vaststaat, dan zou ik willen aandringen op voorzichtigheid. We zouden dan immers de Heilige Geest kunnen weerstaan in die zin, dat we Zijn werking aan banden willen leggen en kanaliseren.
En hoe kunnen we dan nog ooit de reformatie rechtvaardigen? Toen zijn enkelingen helemaal tegen het kerkinstituut ingegaan, zozeer zelfs dat ze eruit werden geworpen. Wat blijft er dan nog over van het profetische ambt van de afzonderlijke gelovige? En was het Getuigenis ook niet een oproep van afzonderlijke kerkleden? Misschien zal ir. v. d. G. antwoorden: Maar onze kerken hebben toch nog steeds een Schriftgetrouwe belijdenis in tegenstelling met de r.k. kerk van die tijd (en van nu).
Dan zou ik willen vragen: Maar het hebben van een goede belijdenis heeft toch weinig waarde meer, wanneer die niet of nauwelijks funktioneert. En zijn onze hervormde en gereformeerde kerken niet zeer ernstig afgedwaald, toen zij het lidmaatschap aanvaardden van de Wereldraad van Kerken en van de Nederlandse Raad van Kerken? Zijn onze kerken daardoor niet geheel en al ingegaan tegen Jak. 4 : 4 en bent u en ik daardoor niet lid geworden van een 'overspelige' kerk en via die wereldbevriende kerk 'een vijand van God' geworden. Nogmaals Jak. 4 : 4' is zeer ernstig, en toen onze gereformeerde kerken lid werden van de Raad van Kerken, heb ik het er heel moeilijk mee gehad en vroeg mij vaak af: Kan ik nog wel lid blijven van zulk een kerk?
En wanneer wij, leden van die verschillende kerken, kontakt met elkaar zoeken en samen onze kerken toeroepen: 'Ontwaakt gij die slaapt', hoe kan men dat dan veroordelen? Overigens richt deze opwekkingsboodschap zich niet tot de kerk als geheel, maar tot de afzonderlijke kerkleden. Een van de grondbeginselen van deze boodschap luidt: 'Opwekking is: Gods vinger wijst naar MIJ'. Mogen wij zelfs dat niet doen? Mogen wij elkaar niet aansporen tot groei in de gemeenschap met het sterven en opstaan van Christus? Mag die oproep alleen van de lerende kerk naar de horende kerk uitgaan?
Ir. v. d. G. stelt het voor alsof wij een opwekking willen organiseren. Dat berust beslist op een misverstand. Ik kan begrijpen dat die indruk werd gewekt, doordat deze avonden worden voorbereid door een 'Stichting' Evangelisch Ontwaken. Maar die stichting doet niets anders dan zorgen voor allerlei gewone dingen, zoals het huren van een kerkgebouw, het vragen van een organist, het laten drukken van liederenbladen, het bekendheid geven aan de samenkomsten, zodat zij die verlangen naar en bidden om een opwekking, die kunnen bezoeken, het betalen van de reiskosten van de twee sprekers (N.B. Een Amerikaanse vereniging heeft die reis bekostigd, maar wij willen dat als Nederlanders graag terugbetalen) enz. Maar wij weten natuurlijk heel goed dat een opwekking op geen enkele wijze georganiseerd kan worden, niet door een stichting, niet door een kerkinstituut, door niemand. Maar als wij weten uit betrouwbare berichten — zelf ben ik in opdracht van de E.O. in Canada geweest — dat het de Heere behaagd heeft om in een ander land een opwekking te schenken binnen de kerken, mogen wij dan die broeders niet uitnodigen om ook hier te spreken? Het zou toch immers kunnen zijn dat zij een enigszins vergeten stuk van het belijden van de kerk der eeuwen weer opnieuw tot gloed brengen onder de werking van Gods Geest. En ik meen dat dit het geval is nl. dat in Canada de diep-ingrijpende belijdenis van zd. 33 van onze Heidelbergse Katechismus opnieuw met kracht naar voren is gebracht. Ik moet eerlijk erkennen dat ik na mijn bezoek aan Canada tot de konklusie ben gekomen: Wat heb ik vaak vluchtig over die zd. 33 gepreekt. Het staat er dan toch maar — en de Schriftteksten die geciteerd worden, bewijzen de waarheid daarvan — dat de waarachtige bekering bestaat in de afsterving van de oude en in de opstanding van de nieuwe mens. Dat afsterven van de oude mens is geen kleinigheid. Het betekent dat we ons zondige ik van de troon moeten stoten, zodat Christus Heere kan worden over ons leven. Toen ik in Canada was, heb ik ook aan mezelf ontdekt dat er nog heel wat aan dat sterven van de oude mens in mij ontbreekt en ik wist tegelijk dat ik naar twee broeders de hand ter verzoening moest uitsteken. En wat een vrede komt er over een mens, wanneer hij dat in de kracht van Christus gedaan heeft. Dan ervaar je de werkelijkheid: Christus leeft in mij' (Gal. 2 : 20) op een bijzondere wijze.
Tot slot: wij verschillen niet zoveel van elkaar in overtuiging. Beiden zijn wij overtuigd dat een opwekking nodig is voor de christenen van Nederland. Beiden belijden wij dat zulk een opwekking op geen enkele wijze kan worden georganiseerd. Ze komt alleen tot stand, wanneer de Heilige Geest in Zijn soevereine welbehagen de verkondiging van het Woord Gods op een bijzonder krachtige wijze laat doordringen in de harten van zondige mensen, waardoor nieuwe verbrokenheid en nieuwe vreugde des heils ontstaat. We verschillen slechts enigszins in de manier, waarop de Heilige Geest zulk een opwekking schenkt. Als ik ir. v. d. Graaf goed begrepen heb, dan komt volgens hem zulk een opwekking slechts tot stand via een prediking die van het kerkinstituut uitgaat. Ik meen dat dit niet duidelijk zo in de Bijbel te lezen staat. Zouden we dan in dit geval elkaar niet kunnen vinden in de raad van Gamaliel? In elk geval heeft die opwekking in Canada reeds geleid tot een nieuwe bloei van het kerkelijke leven in allerlei kerken. Zou dat ook niet in Nederland kunnen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's