De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De ware eenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ware eenheid

De Gereformeerde Gezindte

5 minuten leestijd

De laatste tijd is in allerlei publicaties weer herhaaldelijk gesproken over de Gereformeerde Gezindte. Het Getuigenis heeft dienaangaande ook één en ander losgemaakt en het besef doen opleven dat de Gereformeerde Gezindte een grote roeping heeft in deze tijd. We hebben als redactie daarom een serie artikelen georganiseerd over de Gereformeerde Gezindte, waaraan een tiental vertegenwoordigers van de onderscheiden groeperingen binnen de Gereformeerde Gezindte meewerkt. De scribent van dit artikel is ds. J. v. d. Poel, Oud Gereformeerd predikant te Ede.

Grondslag en beleving der eenheid

De verdeeldheid is bijna zo oud als de zondeval in het Paradijs en gaat door tot het einde der wereld, de wederkomst van de Heere Jezus.

Welk een verdeeldheid was er reeds tussen Abel en Kaïn. Wat kon Abel er aan doen, dat hij een verkorene was en lag besloten in het welbehagen Gods? Wat kon Abel er aan doen, dat Kaïn een verworpeling was?

Waar was de eenheid tussen Ismaël en Izaak in de aartsvaderlij ke tent en daarna? Waar was de eenheid tussen Jakob en Ezau?

Nooit kan de Kerk een zijn met hen, die niet van de Kerk zijn. De ware Kerk, van eeuwigheid in en naar Gods souverein welbehagen verkoren, in Christus een en kan ook alleen in Hem een zijn. En deze eenheid is onverbrekelijk.

Ondanks alle scheuringen en gescheidenheid is de Kerk toch in Christus als haar gezegend Hoofd een, waarvan Hij Zelf zo heerlijk getuigt in het hogepriesterlijk gebed, Johannes 17. Wanneer Gods volk op haar plaats is in de praktijk en beoefening van het geloof, dan is dat volk altijd de minste. Daaruit vloeit voort 'een heilige oorlog en ijver' om de minste te zijn en om elkanders voeten te wassen. Dat is geen godsdienstig werk maar Geesteswerk. Godsdienst zonder God is als de maan, het maanlicht dat wel straalt, maar geen warmte geeft. Godsdienst zonder God maakt opgeblazen en liefdeloos. Godsdienst zonder God is als een zwaan, met witte veren, maar een zwarte huid. Godsdienst zonder God is als een zwarte met blanke tanden. Dan is er geen vrucht.

En de verdeeldheid dan?

Wij moeten verstaan en er ook op rekenen, dat karakters van de Kerk nooit worden bekeerd. Karakters maken nogal eens scheiding onder elkaar. In de Schrift worden we er op gewezen. In Handelingen lezen we, dat er een scheiding kwam tussen Paulus en Barnabas om Johannes Marcus. Barnabas dringt er sterk bij Paulus op aan om het maar over te geven en Marcus toch op de zendingsreis mee te nemen. Maar Paulus heeft daartegen ernstig bezwaar, men kan immers, dat is duidelijk gebleken, op hem niet aan. Marcus verlangt naar huis, naar zijn moeder. Dan lezen we van een grote verbittering, die er komt. Een verbittering, die geen verbittering waard was. Te zijner tijd is deze zaak trouwens ook opgelost en vereffend. Het ging hier om een verdeeldheid, die niet te rechtvaardigen was.

Ook in de gemeente van Corinthe vinden we van een ernstige verdeeldheid gemeld. Er was daar een Paulus-kerk, een Apollos-kerk, een Cefas-kerk en een Christuskerk zelfs. Liefst maar vier kerken. Dat waren drie kerken te veel. Paulus heeft daar heel scherp tegen gepredikt, maar kon deze verdeeldheid desondanks niet wegnemen.

Welke gezindte is de beste?

Ook deze bijdrage verschijnt in de reeks van de verschillende artikelen in de serie 'de Gereformeerde Gezindte'. Maar ik acht die gezindte de beste, die we vertolkt vinden in Psalm 66: 'Komt, luistert toe, gij Godgezinden...'. In al de verwarring en bij al de verdeeldheid op kerkelijk gebied ook, waar we ons druk over en om kunnen maken, blijft de vermaning van kracht: strijdt gij om in te gaan, dat is dus voor ieder persoonlijk. Al meer komt openbaar, dat we leven in een wereld en in een tijd, waar de tucht begraven wordt en de ontucht heerst, waar de zorgen begraven worden en de zorgeloosheid hoogtij viert. In het huidig kerkelijk leven met al de verwarring, onenigheid en strijd kunnen we niets beters beleven dan de boodschap van Baruch, die hij van de hemel ontving: hij zou zijn ziel als een buit uitdragen overal, waarheen hij gaan zou. Deze man werd het ook allemaal te machtig, hij zag het niet meer. Maar welk een kostelijke boodschap ontving hij.

Overigens zal alles wel zo doorgaan tot de jongste dag, wanneer de dors vloer doorzuiverd zal zijn van het kaf. Dan zal de Kerk volkomen een zijn en volmaakt zijn, in Hem, Die gebeden heeft: dat zij allen een zijn, gelijk Wij een zijn.

Is er dan niets te doen, geen taak en geen opdracht?

Ongetwijfeld ligt er een taak, zijn er praktische mogelijkheden. Gezamenlijk wordt en worde gewerkt op het terrein van het onderwijs, de stichting en onderhouding van ziekenhuizen, de arbeid van en in de zending. Vanuit het beginsel kunnen we daar elkaar ontmoeten en samen arbeiden.

Maar ik denk aan wat Luther eenmaal sprak tot zijn vriend en medestrijder Melanchton, toen deze laatste zo in de war zat op een moeilijk ogenblik in de kerkhistorie en vertwijfeld vroeg: moeten en kunnen we dan niets doen? Toen zei Luther: ge mocht willen, dat ge werkelijk niets zoudt kunnen doen.

Wij kunnen niet nalaten al wat de hand vindt om te doen. Ook waar het samen, vanuit het beginsel kan. Maar alles ligt onder het oordeel en een stap, die we zelf in het duister doen, brengt altijd meer ellende te weeg. Gelukkig de mens, die het kan laten doen, d.w.z. het God mag overlaten.

Land, kerk en school kunnen alleen in de weg van schuld voor God en tot elkander gebracht worden. En dan zullen ze ook genade ontvangen. Mocht de Heere in Zijn goedheid dat aan en over ons land, ons volk en ons vorstenhuis geven.

Een persoonlijke wens Ik wil deze bijdrage niet besluiten voordat ik zeg, dat ik uitzie naar de vervulling van het Woord Gods en de bede van de dichter in Psalm 106: 'Wil ons genadig weer bijeen vergaderen'. Wij wensen en gunnen elk mens de zaligheid in Christus. En graag wil ik groeten, allen, die Sion niet gram zijn.

 

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De ware eenheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's